Waterkringloop

Waterkringloop
De waterkringloop.

De delta is een klein onderdeel van de waterkringloop, en daarom is het ook belangrijk om de rest van die waterkringloop onder de loep te nemen. Laten we beginnen bij de grootste watermassa op aarde: de oceanen. In de oceanen zit 97.5% van al het water op de wereld. Als het water opwarmt door de zonnestralen, verdampt  het bovenste laagje water in de oceanen. Het zout (en de meeste andere opgeloste stoffen) blijft achter in het zeewater. De warme waterdamp stijgt op, en koelt op grote hoogte ook weer af. Hierdoor condenseert het water, het vormt druppeltjes, en worden er wolken gevormd. Deze wolken kunnen natuurlijk direct weer gaan regenen, en dan is de waterkringloop gelijk weer rond. Maar het kan ook spannender. De wolken kunnen ook door de wind richting het land worden geblazen. Eenmaal boven het land kan deze wolk gaan regenen. De regen belandt dan op het land, waarna het altijd naar het laagste punt wil stromen. Het water hoog in de bergen stroomt via bergbeekjes en stroompjes, maar ook via ondergrondse routes, in grotere rivieren. De kleine bergbeekjes zijn vaak erg stijl, waardoor het water hard kan doorstromen, en de beekjes smal zijn. Als het water lager komt, bij de grotere rivieren, wordt het land vaak steeds vlakker. Hierdoor neemt de stroomsnelheid af, en neemt de breedte van de rivier juist toe. Helemaal aan het eind van de rivier ontstaan de delta’s, die de overgang zijn tussen rivier en zee. Na de delta stroomt het water weer de zee in, waarna de waterkringloop opnieuw kan beginnen. Dit is de natuurlijke waterkringloop, maar mensen hebben ook invloed op dit proces, daarover lees je hier meer.