Science History Images/Alamy/Imageselect
Pablo Picasso

Picasso ontketende een revolutie met zijn penseel

Picasso was een van de belangrijkste kunstenaars van de 20e eeuw. Hij was ook een onverbeterlijke playboy en rokkenjager die zijn muzen behandelde als godin óf als voetveeg.

Picasso is tegenwoordig bijna meer bekend om zijn vrouwen dan om zijn kunst – en om de honderden miljoenen die er op dit moment voor zijn schilderijen worden betaald. Het feit is en blijft dat Pablo Picasso een van de belangrijkste kunstenaars van de 20e eeuw was en de grootste revolutionair van de moderne kunst.

Lees meer over zijn kunst, zijn vrouwen en zijn karakter.

Picasso schilderde voordat hij kon praten

Picasso’s jeugd

Al op heel jonge leeftijd bleek dat Pablo Picasso een buitengewoon talent had voor tekenen en schilderen.

Pablo Picasso werd op 25 oktober 1881 geboren in de Spaanse kuststad Málaga. Zijn moeder was huisvrouw en zijn vader was conservator in het plaatselijke museum en werkte ook als kunstdocent aan de Escuela de Arte San Telmo.

Van zijn vader leerde Pablo Picasso al op jonge leeftijd schilderen. Er wordt zelfs gezegd dat het wonderkind kon schilderen voordat het kon praten.

Op achtjarige leeftijd was hij al een erg goede olieverfschilder. Zijn oudste schilderij – Le Picador – dateert uit 1890, toen hij pas negen jaar was.

Toen Picasso naar La Lonja ging, de kunstacademie in Barcelona, sloeg hij de beginnerscursus over en begon hij als gevorderde.

Niet veel later was Picasso een van de beste schilders van Barcelona.

Picasso’s vier belangrijkste periodes

Pablo Picasso was een artistieke kameleon die als geen ander grensoverschrijdende experimenten wist te combineren met een diepe verankering in de klassieke kunsttradities.

Picasso’s blauwe periode – De oude gitarist
© Flickr/The Art Institute of Chicago/Steven Zucker

Blauwe periode – 1901-1904

In 1901 pleegde een goede vriend van Picasso zelfmoord, wat een diepe indruk op de schilder maakte. Zijn schilderijen werden zwaarmoediger en somber, vandaar de naam ‘blauwe periode’. Picasso tekende en schilderde bedelaars en dronkaards, en portretten van vrouwen en kinderen in een gevangenis in Parijs.

Picasso’s rode periode – De twee broers
© Wikipedia Commons – Kunstmuseum Basel

Roze periode – 1904-1906

Na Picasso’s blauwe periode kwam zijn roze periode, waarin hij weer warmere kleuren begon te gebruiken. In deze tijd had Picasso een gelukkige relatie met Fernande Olivier, wat volgens kunstcritici de oorzaak was van deze opvallende stijlverschuiving.

Kubisme – Pablo Picasso, Meisje met mandoline
© Museum of Modern Art, New York

Kubisme – 1908-1919

In 1908 ontwikkelde Picasso samen met de Franse kunstenaar Georges Braque het kubisme. Het kubisme was een breuk met de naturalistische schildertraditie in Europa. In plaats van een object vanuit één hoek te bekijken, deelde het kubisme het object op in verschillende geometrische vormen, zodat het vanuit meerdere perspectieven kon worden bekeken. Het kubisme was een revolutie en had veel invloed op de Europese kunst.

Picasso’s classicistische periode
© Pablo Picasso, 1921, Zittend naakt dat haar voet droogt, Berggruen Museum

Neoclassicisme en surrealisme – 1919-1929

Na de Eerste Wereldoorlog brak het neoclassicisme door in de Parijse kunstwereld. Na de trauma’s van de oorlog greep Picasso terug op klassieke stijlkenmerken om een nieuw tijdperk van orde en sociale harmonie af te beelden. Het neoclassicisme werd gevolgd door het surrealisme, dat zich baseerde op Freuds theorieën over het onderbewuste.

Picasso in Parijs

In het begin van de 20e eeuw verhuisde Picasso naar Parijs. Hier woonde hij tussen de zwervers, kunstenaars en prostituees in de wijk Montmartre.

Hij had weinig geld en zijn lege atelier werd verwarmd door een oude kachel en lag vol met verftubes en doeken.

In deze armoedige omstandigheden creëerde Pablo Picasso een paar van de meest revolutionaire kunstwerken van de 20e eeuw.

Parijs anno 1910

Toen Pablo Picasso naar Parijs verhuisde, woonde hij met de dichters Guillaume Apollinaire en Max Jacob en de schilder Georges Braque in het oude pakhuis ‘Le Bateau-Lavoir’ in de wijk Montmartre.

© Wikimedia Commons

Kubisme maakte de kunst modern

Zijn grote doorbraak kwam in 1907 met het controversiële schilderij Les Demoiselles d’Avignon, waarop vijf naakte prostituees uit een bordeel aan de Carrer d’Avinyó in Barcelona staan afgebeeld.

De gezichten van de prostituees lijken op Afrikaanse maskers en de driedimensionale ruimte is vervangen door een plat, tweedimensionaal vlak.

Met Les Demoiselles d’Avignon nam Picasso definitief afscheid van de antieke tradities en schoonheidsidealen.

Samen met de Franse kunstenaar Georges Braque creëerde hij een totaal nieuwe kunststroming: het kubisme.

Picasso vond niet dat kunst op de werkelijkheid moest lijken. In plaats daarvan moet het onze perceptie van de werkelijkheid uitdagen en ons de weg wijzen naar een grotere waarheid.

‘Kunst is de leugen die ons de waarheid laat zien,’ zoals Pablo Picasso het zelf uitdrukte.

Het kubisme had een enorme invloed op de latere architectuur en kunst en was het uitgangspunt voor de vrije en abstracte kunst die we tegenwoordig kennen.

En het kubisme maakte van Pablo Picasso een van de meest gevraagde en best betaalde kunstenaars in Europa.

Picasso: Les Demoiselles d’Avignon

Picasso’s schilderij Les Demoiselles d’Avignon uit 1907 was zijn eerste schilderij in de kubistische stijl. Het kubisme was een poging om alles wat kunstenaars in drie dimensies zagen weer te geven op een plat vlak.

© Wikimedia Commons

Picasso bestreed het fascisme met kunst

Toen de fascist Franco de Baskische stad Guernica bombardeerde, schilderde Picasso zijn beroemdste doek als protest tegen de gruwelen van de Spaanse Burgeroorlog.

In 1937 woedde er een burgeroorlog tussen de republikeinse regering en de nationalisten onder leiding van generaal Francisco Franco. Op 26 april bombardeerden Duitse bommenwerpers de stad Guernica in het pro-republikeinse Baskenland.

Met deze aanval wilden ze de nationalisten steunen, maar ze haalden zich een wereldwijde storm van kritiek op de hals – ook van de linkse pacifist Picasso, die een hekel had aan het fascisme. Kort na de aanval schilderde de Spaanse kunstenaar een van zijn beroemdste schilderijen – Guernica – over deze verschrikkelijke aanval.

Picasso’s schilderij Guernica uit 1937

Guernica is 3,5 bij 7,8 meter groot. Het motief is geschilderd in zwarte, witte en grijze olieverf en verbeeldt dood en lijden. Tot op de dag van vandaag is Guernica het symbool van verschillende anti-oorlogsbewegingen. Deze versie is gemaakt van keramiek en hangt in de Baskische stad Guernica.

© Shutterstock

Toen Franco de burgeroorlog won en de macht greep, werd Guernica ondergebracht in het Museum of Modern Art in New York. Pas in 1981, zes jaar na Franco’s dood, kwam het beroemde schilderij terug naar Spanje. Sinds 1992 is het een van de belangrijkste trekpleisters van het Museo Reina Sofía in Madrid.

Picasso verzette zich zijn hele leven tegen Franco en het fascisme. In 1944, vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, werd Picasso lid van de Franse communistische partij, de FCP. Hij bleef lid tot zijn dood in 1973.

Picasso en zijn vrouwen

Picasso liet zich voornamelijk inspireren door de talloze vrouwen die voor kortere of langere tijd deel uitmaakten van zijn leven.

De vrouwen in zijn leven werden onderdeel van zijn kunst. Een paar van zijn beroemdste kunstwerken zijn portretten van zijn vrouwen en minnaressen.

Deze vrouwen inspireerden Picasso en stimuleerden zijn artistieke ontwikkeling. Maar het was niet bepaald gemakkelijk om de muze te zijn van deze traditionele machoman.

‘Er zijn maar twee soorten vrouwen: godinnen en voetvegen,’ zei Picasso tegen zijn jonge minnares Françoise Gilot.

En de vrouwen die hij als godin zag, konden van het ene op het andere moment worden gedegradeerd tot voetveeg – zeker als Picasso zijn hart verloor aan een nieuwe schoonheid.

Dora Maar en Pablo Picasso

Dora Maar en Pablo Picasso.

© Flickr/jeanbaptisteparis

Ontmoet de vrouwen in het leven en de kunst van Picasso

Pablo Picasso had gedurende zijn leven twee echtgenotes, zes minnaressen en talloze korte affaires. Een aantal van deze vrouwen werd onsterfelijk gemaakt in zijn kunst, maar hun leven was niet altijd gemakkelijk. Lees meer over de vijf belangrijkste vrouwen van Picasso.

Olga Chochlova – 1917-1955

Picasso ontmoette de Oekraïense ballerina Olga Chochlova in Rome in 1917. Zij kwam uit een aristocratische familie uit Oekraïne en danste in het beroemde balletgezelschap Les Ballets Russes. Een jaar later trouwden ze – hoewel Picasso’s moeder, doña María, haar toekomstige schoondochter had gewaarschuwd voor het huwelijk: ‘Arm meisje, je weet niet waar je aan begint (...) Ik geloof niet dat een vrouw gelukkig kan worden met mijn zoon.’

En Picasso’s moeder kreeg gelijk. Na tien jaar huwelijk kreeg de 45-jarige Picasso een verhouding met de 17-jarige Française Marie-Thérèse Walter. Toen Olga ontdekte dat hij vreemdging, vroeg ze een echtscheiding aan. Maar Picasso weigerde hiermee akkoord te gaan omdat hij zijn vrouw na de scheiding niet de helft van zijn vermogen wilde geven. Ze bleven officieel getrouwd tot Olga Chochlova in 1955 stierf.

Kind: Paolo

Marie-Thérèse Walter – 1927-1935

‘Madame, u hebt een interessant gezicht. Ik zou graag een portret van u schilderen.’ Dat was de zin die Pablo Picasso in januari 1927 gebruikte om de nog maar 17-jarige Marie-Thérèse Walter te versieren bij Galeries Lafayette in Parijs.

En het werkte – al had ze geen idee wie Picasso was. De twee kregen een hartstochtelijke relatie en het atletische, blonde meisje verscheen in de jaren daarna op talloze tekeningen en schilderijen van Picasso. Na negen jaar verloor de altijd rusteloze Picasso zijn interesse en ging hij op zoek naar een jonger model. Marie-Thérèse kwam nooit over de breuk heen en pleegde in 1977 zelfmoord.

Kind: Maya

Dora Maar – 1936-1944

In 1936 ontmoette Picasso de beroemde, 29-jarige fotografe Dora Maar in een café in Parijs. Hij viel als een blok voor de intelligente en in kunst geïnteresseerde brunette, maar werd verscheurd tussen zijn ‘oude liefde’ Marie-Thérèse Walter, en zijn ‘nieuwe vlam’ Dora Maar.

‘Ik hield van hen beiden, om heel verschillende redenen: Marie-Thérèse omdat ze lief en aardig was en alles deed wat ik vroeg, en Dora omdat ze intelligent was,’ zei Picasso later over zijn liefdesdilemma. Volgens een anekdote dook Marie-Thérèse onaangekondigd op in zijn atelier, waar Dora Maar al was, terwijl hij het wereldberoemde Guernica schilderde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog steeg Picasso’s roem tot grote hoogten, en al gauw werd hij verliefd op een nieuwe vrouw. In 1943 verbraken ze hun relatie, maar Dora Maar had zo veel liefdesverdriet dat ze het jaar daarop een zenuwinzinking kreeg waar ze bijna twee jaar van moet herstellen.

Kinderen: Geen

Françoise Gilot – 1944-1953

In het voorjaar van 1943 ontmoette de 62-jarige Picasso de 21-jarige kunstenares Françoise Gilot in het restaurant Le Catalan, waar Gilot met een vriendin zat te eten.

In het begin was Gilot alleen professioneel geïnteresseerd in Picasso, maar net als zoveel vrouwen viel ze uiteindelijk toch voor de oudere meestercharmeur. Ze verhuisden naar het huis La Galloise in het zuiden van Frankrijk, maar de sterke Gilot kon niet leven met Picasso’s voortdurende ontrouw en verliet hem in 1953.

In 1964 publiceerde ze haar autobiografie, Life With Picasso, die de kunstenaar scherp veroordeelde. Het boek beschrijft Picasso als een genie en een tiran en Picasso was zo kwaad door de publicatie dat hij zelfs het contact met hun twee kinderen verbrak.

Kinderen: Claude en Paloma

Jacqueline Roque – 1953-1973

Françoise Gilot is, zo zegt Picasso zelf, de enige vrouw die hem ooit heeft verlaten. De beroemde kunstenaar bleef echter niet lang vrijgezel.

In het jaar dat Gilot hem verliet, begon hij een relatie met de mooie 26-jarige Jacqueline Roque (1927-1986). Picasso was toen 72 jaar oud. Ze ontmoetten elkaar in het keramiekatelier Madoura, waar Roque verkoopster was. Picasso bracht haar elke dag een roos tot ze met hem uit wilde gaan.

Het stel trouwde in 1961 en kocht het Château de Vauvenargues bij Aix-en-Provence en een villa in Cannes, waar Picasso ongestoord kon werken. Jacqueline Roque was erg bezitterig en bepaalde wie er wel en niet op bezoek mocht komen bij de aftakelende Picasso. Ze verbood zijn kinderen om contact te hebben met hun vader en toen Picasso in 1973 stierf, waren ze niet welkom op zijn begrafenis. Jacqueline Roque kwam nooit over de dood van haar man heen en pleegde zelfmoord in 1986.

Kinderen: Geen

Picasso stierf met enorm vermogen

Tussen al zijn erotische escapades door bleef Picasso tot aan zijn dood op 8 april 1973 een productief kunstenaar.

Picasso liet zo’n 45.000 schilderijen, keramische werken, beeldhouwwerken, prenten en etsen na, en zijn vermogen werd geschat op tussen de 95 miljoen en 230 miljoen euro.

Omdat Picasso geen testament had nagelaten, ontstond er een bittere strijd om zijn erfenis tussen zijn laatste vrouw en zijn vier kinderen.

En hoewel Picasso een vermogen had verdiend aan zijn kunst, zowel voor als na zijn dood, ging het hem niet alleen om het geld. Zoals hij zelf zei:

‘Door de kunst wordt het stof van ons dagelijks leven van onze ziel geblazen.’

Pablo Picasso: Vrouwen van Algiers (versie O)

Pablo Picasso’s duurste schilderij ooit, Vrouwen van Algiers (versie O). De laatste uit een serie van 15 schilderijen, geschilderd in 1954 en geïnspireerd op De vrouwen van Algiers in hun vertrek van Eugène Delacroix.

© Christie’s

Picasso’s vijf duurste schilderijen

De kunst van Picasso verkocht goed toen hij nog leefde, maar na zijn dood is de prijs van zijn werken verveelvoudigd. Dit zijn Picasso’s duurste schilderijen:

5. Zittende vrouw bij een raam (Marie-Thérèse), 1932

Verkocht voor: 103,4 miljoen dollar

4. Jongen met pijp, 1905

Verkocht voor: 104 miljoen dollar

3. Nu au Plateau de Sculpteur, 1932

Verkocht voor: 106,5 miljoen dollar

2. Meisje met een bloemenmand, 1905

Verkocht voor: 115 miljoen dollar

1. Vrouwen van Algiers (versie O), 1955

Verkocht voor: 179,4 miljoen dollar