2 minute read

Graancirkels in Overijssel

Graancirkels zijn vaak geometrisch complexe vormen in platgelegd graan of andere gewassen. De grootte kan variëren van circa één meter tot enkele honderden meters in diameter. Over het ontstaan van graancirkels bestaan verschillende opvattingen.

Voor ca. twintig procent van de graancirkels is vastgesteld dat ze door mensen zijn gemaakt. Het kan dan gaan om grappenmakerij, maar ook willen sommigen hiermee aantonen dat graancirkels door mensenhanden kunnen worden gemaakt. Anderen zeggen dat het fenomeen graancirkels niet meer kan worden afgedaan als slechts mensenwerk. Er is echter nog geen eenduidige verklaring. De visies voor het ontstaan van graancirkels lopen uiteen van bolbliksems,

plasmadraaikolken, aard-energieën, de geestenwereld, buitenaards leven, tot parende egels. In Australië verschijnen de cirkels vaak in opiumvelden en zouden ze zijn veroorzaakt worden door wallaby’s. Zij zouden de opiumplanten eten en vervolgens stoned ronddolen in de velden, waarbij cirkelvormige patronen achterblijven.

Onderzoek in Nederland.

De graancirkels, die sinds 1986 in Nederland zijn ontstaan, werden als eerste

in kaart gebracht door I.O.N. (Integraal Onderzoek Natuurfenomen) dat zijn zetel had in het toenmalige Natuurmuseum in Enschede (nu onderdeel van Twentse Welle). Deze denktank had van 1994 tot 2000 een graancirkelmeldpunt. Het complete archief van het I.O.N. werd gepubliceerd in het boek In de Ban van de Cirkel, graancirkelvondsten in de Lage Landen van Rudi Klijnstra. In dit archief worden ook een aantal Overijsselse graancirkels genoemd.

Graancirkels in Overijssel

In 1986 werd in Overijssel voor het eerst melding gemaakt van een graancirkel. Het ging hier om een cirkel met een diameter van circa vijftien meter in een tarweveld onder aan de Usseler es, langs de weg Enschede-Haaksbergen. Vanaf de jaren negentig verschenen er steeds meer graancirkels in Nederland. In het recordjaar 1996 werden in totaal 98 graancirkels gevonden. Twee daarvan bevonden zich in Overijssel. Rond 10 augustus werd een cirkel bij Kampen gemeld met een doorsnede van 20 meter. Bij Enschede ontdekte een stel ballonvaarders zes cirkels. In 1997 vond men drie graancirkels in Overijssel. De eerste was een pictogram bij Rossum, in een maisveld. De totale

lengte van het pictogram bedroeg maar liefst 86 meter met een maximale breedte van 50 centimeter. Het begon met twee sporen, die aanvankelijk 3,50 meter uit elkaar lagen. Na 9,50 meter kwamen ze bij elkaar. Ongeveer drie kilometer verderop lag bij Volthe een tweede graancirkel. Het betrof eveneens een Y-vormig pictogram dat in twee percelen was gelegen, gescheiden door een greppel, waarin twee soorten maïs werden verbouwd. Het gewaspatroon had een lengte van ongeveer 300 meter, waarmee het tot dusverre het langste pictogram van Nederland is.

Nepcirkel

De laatste cirkel bevond zich net buiten de bebouwde kom van Markelo. Bij navraag van de landeigenaar bleek dat de maïscirkel vrijwel zeker nep was, aangezien hij vertelde dat hij toestemming had gegeven om tijdens een dorpsfeest deze cirkel te laten maken. Vanaf 12 augustus, de aanvang van de festiviteiten zou elke dag een stukje in de pers verschijnen. Op de laatste dag van het feest zou de ontknoping volgen van het “Markelose graancirkelmysterie”. En zouden de makers zich bekend maken. De pers werkte echter niet mee, juist omdat het om een nepcirkel ging. Na 2000 zijn er geen meldingen van graancirkels in Overijssel meer binnen gekomen, maar dat kan ermee samenhangen dat vanaf dat jaar vondsten minder nauwkeurig werden bijgehouden. ●