Wat is heilig voor ons?

26-2-2023 Studentenkerk – Overweging

Genade en vrede zij met ons allen. Beste mensen, jongens en meisjes welkom in deze viering op de eerste zondag van de Vastentijd – ook allen die voor de eerste keer hier aanwezig zijn – weet dat u van harte welkom bent.

Wat is heilig voor ons?

Dat is het thema van het Hongerdoek 2023 gemaakt door Emeka Udemba. Het is een collage van veel lagen uitgescheurde krantenknipsels. Nieuws, informatie, feiten en vervalsingen – laag voor laag scheurt en lijmt de kunstenaar deze fragmenten en componeert daaruit iets nieuws. Van een afstand schittert de aarde op de hongerdoek als een juweel in turkoois groen en blauw. In de warmrode omgeving strekken vier armen zich uit: door hun gestalte en kleur zijn het de armen van twee mensen van een ander geslacht en etnische afkomst.

Hun handen raken samen liefdevol de wereldbol, maar geven haar ook speelruimte. Een verscheurde, gewonde en breekbare wereld. Wordt ze nog steeds vastgehouden of is ze vrij gemaakt? Is ze in beweging? Zal ze kantelen, zoals ons klimaat aan het kantelen is? Kleur bekennenHet kost de aarde” is wat we lezen op één van de krantenknipsels. De werkelijke prijs van de goederen is hoger dan wat we zien bij de kassa. Daarom vraagt Emeka Udemba ons met dit kunstwerk: Wat is voor ons heilig? – Wat raken we niet aan?  – Wat is het leven ons waard?

Zover de begeleidende tekst bij dit hongerdoek. We lezen vandaag uit Genesis hoe e mens in de tuin wordt gebracht en een partner krijgt. En we lezen uit Matheus hoe Jezus na zijn doop in de woestijn door de beproever, de satan, de tegenstrever beproefd wordt.

Laten we stil worden en bidden:

Barmhartige, door rampen, ziektes en ongelukken worden we beproefd. We worden op de proef gesteld door de oorlogen die er woeden. Door de mensen die het kwade willen en ook uitvoeren. Door de onmacht die wij tentoon spreiden en soms de onwil om te veranderen. Al deze dingen, al deze ervaringen, al deze zaken stellen ons op de proef. Zijn we in staat om ze met opgeheven hoofd en een hart vol moed  tegemoet te treden, de uitdaging aan te gaan om het goede te behouden, de hoop niet te verliezen, elkaar te blijven steunen? Dat vragen wij in Naam van Jezus uw veelbeproefde, ons grote voorbeeld. Amen.

Overweging

Adam, mens, waar ben je? Deze vraag kan op veel manieren gelezen worden. En we kunnen hem ook hier en nu toepassen op ons zelf. Mens, waar ben je als je al dit geweld in de wereld laat passeren, als je bv níet je stem verheft tegen racisme, discriminatie, oorlogshitsers? Tegen tirannen en dictators, tegen de uitbuiters en de profiteurs…Maar dat wist u natuurlijk al lang. Net zo goed dat u weet dat de vrouw níet onderdanig aan de man is gemaakt – ook al komt ze uit een rib en pas nadat die mens erachter kwam dat bij de dieren géén echte partner, géén echte hulp – hem tegenover,  te vinden was. Als je zou denken dat ‘hulp’ op ‘knechtje’ slaat heb je het mis. Want het begrip wordt ook voor God gebruikt – God als hulp, als helper.

Natuurlijk, er zijn altijd mensen die deze verzen aangrijpen om te beweren dat de vrouw de mindere is van de man; leden van Civitas Christiana bijvoorbeeld.De vrouw terug aan het aanrecht, enkel goed als broedmachine want de man is niet alleen de baas maar ook een stuk slimmer. Talibanen vermomd als christen. In de serie ‘Onze man bij de Talibaan’ interviewt Thomas Erdbrink een moedige vrouw die stelling durft te nemen tegen deze zelfbenoemde patriarchen. Zij zegt: ‘in elke man schuilt een Talib’ dat laat de geschiedenis zien. Want nog steeds zijn bijna overal de mannen de baas – zij bepalen het beeld en het beleid. Ook in de kerk, ook in de politiek. Bijvoorbeeld de VS: 200 jaar democratie – altijd mannen als president- idem dito in Nederland…Zij zegt: In elke man zit het verlangen om te overheersen, om de belangrijkste te zijn. Dit is misschien wat zwart-wit geformuleerd, maar daar kunnen wij mannen het mee doen! De boodschap is duidelijk. Iets om over na te denken, en om de goede keuzes te leren maken.

Als Adam in de hof van Eden wordt gezet krijgt hij het verbod opgelegd om niet te eten van de boom van goed en kwaad – anders zal hij sterven, sterven of de dood sterven. Het staat er dus twee keer. Dan weet je waar je aan toe bent. Hij zal het wel aan zijn vrouw hebben doorverteld. Of misschien gaat de tekst  ervan uit dat beiden gelijk zijn, beiden mens zijn, beiden op de hoogte zijn.En tenslotte eten beiden van de vrucht. Adam zegt niet, ho, dat mag helemaal niet!

Ik vermoed dat deze lezing van vandaag gekozen is omdat ze past bij de beproeving van Jezus in de woestijn. Adam en Eva beproefd, ze vallen door de mand. Jezus niet. Maar misschien was het verhaal van Adam en Eva ook wel bedoeld om duidelijk te maken hoe de dood en hoe het huwelijk in het leven kwam van de mens, zo helemaal aan het begin van alles. Maar het is géén feitelijk verslag.Net zo min het verhaal over Jezus. Niemand was er bij, niemand heeft het gefilmd. Jezus als het ware de woestijn in geslingerd om daar beproefd te worden.  Hij is dan wel gedoopt en vanuit de hemel aangewezen als de Messias maar dat zegt nog helemaal niks. Maak het eerst maar eens waar, zegt de tekst. De doop is geen garantie dat het dan ook goed komt. Daden moeten erop volgen. Trouwens waarom zou de Messias een man moeten zijn? Kan het ook niet een vrouw zijn, waarom zou dat niet kunnen? Of een zwarte vrouw als paus, why not? Je verschuilen achter ‘het is altijd zo geweest’ is in deze voor mij persoonlijk een flutargument.

Maar laten we eens kijken waarmee Jezus wordt beproefd? En wat dat voor ons betekent, of wij niet aan dezelfde beproevingen wél bezwijken? De eerste test gaat over de honger (het lichaam) – stenen in brood veranderen…Maar Jezus antwoordt: “de mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.” De tweede test gaat over leven en dood (de psyche, hybris, overmoed). De Satan, de tegenstrever, roet in het eten gooier kent zijn bijbel en daarmee het woord van God. Hij citeert er zelf uit als hij zegt . “Zijn engelen zal Hij opdracht geven om U op hun handen te dragen, zodat U uw voet niet zult stoten aan een steen.” Jezus antwoordt met een ander citaat: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.” Dat als tegenwicht. Wat is hier het echte woord van God dat de doorslag geeft in deze discussie waar beiden zich op de Schrift beroepen? Duidelijk dat van Jezus, maar de Satan geeft zich niet zo makkelijk gewonnen. De derde test gaat over macht / heerschappij (de geest). Jezus antwoordt weer met een citaat: Ga weg, Satan! Want er staat geschreven:  “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen Hem.” Einde discussie en einde beproeving. Veertig dagen woestijn doorstaan. Nu kan het echte werk beginnen als redder van de mensen. Eerst moest het kwade deel uit de hemel worden overtuigd, weerstaan…Want de Satan krijgt van God ook hier – net als bij Job – alle ruimte.

Hoe voeden wij onze honger? Hoe stellen wij God op de proef om ons te redden? Welke macht verleidt ons om ons te buigen voor de krachten van de Satan? Met deze vragen zitten wij midden in onze realiteit. Onze wereldse werkelijkheid. Eeuwen van machtswellust, moordpartijen, verlokkingen, bloeddorst etc. etc. Ook binnen de kerken, binnen de geloofsgemeenschappen. Radicalisme in het gedrag van de volgelingen van alle grote voorbeelden laten dit zien. Ook de Boeddhisten, die vooral in het Westen bekend staan als vredelievend, grijpen soms naar geweld en naar onderdrukking. Zie Myanmar en de moorden daar. Alle ideologie ten spijt, ze zijn niet anders dan de christenen. In Oekraïne streven Russische christenen naar heerschappij op basis van aanspraken die al lang niet meer gelden omdat de wereld verandert. De siloviki, de machtsmensen omringen de Russische president als lakeien van de oorlog: ze verdienen er niet alleen geld mee, maar ook houden ze zo macht. In India zien veel Hindoes het liefst dat alle moslims naar Pakistan verhuizen. In Afghanistan is iedereen die zich niet bekeert tot hun vorm van islam een vijand. De voorbeelden zijn talloos, eindeloos, ze maken hopeloos, ze zijn treurigmakend.

Wat is heilig voor ons? Wat is nóg heilig voor ons? Deze vraag heeft alles te maken met hoe wij met elkaar en met de wereld, deze aarde, omgaan. Heilig betekent letterlijk ‘apart gezet’. Daarom is de sabbat heilig omdat hij apart staat van de rest van de week. Iets wat je apart zet heeft een zekere waarde. Het huwelijk is apart gezet van een leven zonder partner, een leven zonder maatje. Maar of je celibatair moet leven om het Woord van God te bedienen blijft een vraag. Dat Jezus ongehuwd was blijft onbewezen – Paulus was het waarschijnlijk wel. Maar dit zijn details waar men zich al eeuwen druk om maakt, maar die in mijn ogen nog niks zeggen over de waarde en de zeggingskracht van het woord van God.

Als wij ons laten gezeggen door dat Woord, zetten wij het als het ware apart. Dan krijgt het betekenis, is het waardevol voor de wijze waarop wij dit leven zien en ervaren, of met andere woorden zin geven. Maar ook hier is er géén eenduidigheid. Kan er verschil van interpretatie en van mening zijn. Dus het komt aan op onze daden én niet alleen op onze woorden. Maar daarmee zeg ik helemaal niks nieuws. De Satan is onder ons, hoe kunnen we hem weerstaan, hoe kunnen we onze innerlijke behoeftes, door de Satan aangewakkerd, beheersen?

De Satan is in mijn ogen niet een mannetje (alweer dat mannetje) met hoeven en horens, dat is een Griekse invulling van later, bijbelvreemd. De Satan is eerder een innerlijke kracht die ons overhaalt om het slechte te doen. Een verleider, een mooi prater, een excuustruus, een venijnig stemmetje dat ons afhoudt van het goede en de goede daden. Een egoïstische narcist. Maar ook hier zou ik dat alles niet al te letterlijk willen nemen – alsof het feiten zijn. Ook hier geldt het medium van het vertellen, het verhaal, de gelaagdheid. Misschien is de mammon nu een betere en actuelere vertaling van de satan, want velen zijn slaaf van de mammon, tot de hoogste leiders en politici toe.

Aan het begin van deze vasten: tijd van inkeer en bezinning, kan ík niet bepalen voor ons allen wat heilig is, ík ben niet de baas. Iedereen maakt zijn eigen keuzes. Als we die kunnen delen met elkaar, is dat prachtig, als we er samen voor kunnen gaan, prima. Des te beter. Daarom neem de tijd om na te denken en om te ervaren wat echt heilig is in je leven. En handel daarnaar. Trek er conclusies uit en maak het waar in daden. En steun elkaar in die keuzes als ze iedereen betreffen. Ook op 15 maart bij de verkiezingen – als het erom spant wie iets te vertellen gaat krijgen. Veel sterkte alvast.

John Hacking

Gelezen: Genesis 2, 7-9; 3, 1-7 en Mattheüs 4, 1-11

***

Genesis 2,15–3,9

De HEER God bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Hij legde hem het volgende verbod op: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ De HEER God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.’ Toen vormde Hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en Hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. Toen liet de HEER God de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam Hij een van zijn ribben weg, en Hij sloot het lichaam weer op die plaats. Uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen, bouwde de HEER God een vrouw en Hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Dit is ze! Mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees en bloed. Vrouw wordt zij genoemd, genomen uit een man.’ Daarom maakt een man zich los van zijn vader en moeder en hecht hij zich aan zijn vrouw, en zij zullen één lichaam zijn. Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar. Van alle in het wild levende dieren die de HEER God gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Heeft God werkelijk gezegd dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, en dat jullie dan als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. Toen de mens en zijn vrouw de HEER God in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen. Maar de HEER God riep de mens: ‘Waar ben je?’

Matteüs 4,1-11

Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden. Nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, had Hij grote honger. Toen kwam de beproever naar Hem toe en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, beveel die stenen dan in broden te veranderen.’ Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’ Vervolgens nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, zette Hem op het hoogste punt van de tempel en zei tegen Hem: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal Hij opdracht geven om U op hun handen te dragen, zodat U uw voet niet zult stoten aan een steen.”’ Jezus antwoordde: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’ De duivel nam Hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde Hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht en zei: ‘Dit alles zal ik U geven als U zich voor mij neerwerpt en mij aanbidt.’ Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen Hem.”’ Daarna liet de duivel Hem met rust, en meteen kwamen er engelen om Hem te dienen.

***

Ik geloof in Gods goede schepping

De aarde, ze is heilig, gisteren, vandaag en morgen. Beschadig haar niet! Ze is niet van jou! Van geen van ons! Ze is niet ons eigendom, zoals iets dat je koopt, gebruikt en weggooit. Ze is van iemand anders.

Wat kunnen we over God weten zonder haar, onze Moeder erbij te betrekken? Hoe kunnen we over God spreken zonder de bloemen die God loven, zonder de wind en het water die in hun geruis over Hem vertellen? Hoe kunnen we God liefhebben zonder van onze moeder te leren hoe we moeten beschermen en bewaren?

Ik geloof in Gods goede schepping – de aarde. Ze is er voor iedereen, niet alleen voor de rijken. Ze is heilig, ieder blaadje, de zee en het land, het licht en de duisternis, geboorte en dood.

Iedereen zingt het lied van de aarde. Laten we geen dag leven zonder aan haar te denken. We willen haar getijden vasthouden en haar geluk laten stralen. Haar beschermen tegen hebzucht en overheersing.

Omdat ze heilig is, worden we vrij van hebzucht. Omdat ze heilig is, leren we te genezen. Ik geloof in Gods goede schepping – de aarde. Ze is heilig. Gisteren, vandaag en morgen. Amen.

Naar: Dorothee Sölle, Credo, In: Sölle, Dorothee: Loben ohne Lügen. Gedichten. Kleinmachnow 2000, ©Wolfgang Fietkau Verlag