Vlieger (meetkunde)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een vlieger

In de meetkunde is een vlieger een vierhoek waarbij de aanliggende zijden twee aan twee even lang zijn.

De oppervlakte van een vlieger is gelijk aan:

.

Hierin staat voor de lengte van de diagonaal AC.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een vlieger is orthodiagonaal, dus de diagonalen staan loodrecht op elkaar.
  • Bij een vlieger wordt een van de diagonalen door de andere loodrecht doormidden gesneden.
  • Een vlieger is een raaklijnenvierhoek, en heeft dus een ingeschreven cirkel.
  • Een vierkant is een bijzondere vlieger: de twee paren aanliggende zijden zijn ook gelijk aan elkaar. Een vierkant heeft niet alleen een ingeschreven maar ook een omgeschreven cirkel.
  • Een ruit is ook een bijzondere vlieger met vier gelijke zijden.

Ruimtelijke figuur[bewerken | brontekst bewerken]

De ruimtelijke figuur, opgebouwd uit regelmatige vliegers, heet een trapezoëder.