Archive for 17 juni 2019

De bezoekersroute van de Circo Maximo Experience

17 juni 2019

In een vorige bijdrage kon je lezen over de gloednieuwe Circo Maximo Experience, waarbij bezoekers op het terrein van het enorme Circus Maximus kunnen rondwandelen in een virtuele omgeving zoals die er in de oudheid uitzag. Vandaag vertellen we iets meer over de bezoekersroute die de deelnemers aan deze Circo Maximo Experience afleggen De tocht is verdeeld in acht fasen en duurt ongeveer veertig minuten.

maximo (3)

De meeslepende ervaring begint met de presentatie van de Valle Murcia, het gebied gelegen tussen de Palatijnse heuvel en de Aventijn. Deze vallei is altijd een ontmoetingsplaats geweest voor de Romeinse bevolking, maar ook de zetel van vele cultussen en sektes, waaronder deze die gewijd waren aan de godin Murcia, de godin Ceres en de god Consus. Er vonden feesten plaats en, ook reeds in het prille begin, paardensportwedstrijden. Tevens werden hier de rituelen uitgevoerd om de vruchtbaarheid van de velden en gewassen af te smeken.

circomassimo1

De Valle Murcia is een plek die sterk verbonden is met de oorsprong van Rome: hier vond volgens de overlevering ook de mytische Sabijnse maagdenroof plaats. De natuur heeft dit dal als het ware de voorbestemde vorm gegeven van een arena, geschikt voor wagenrennen, de ‘circenses’ vanwaar ons woord ‘circus’ komt. In deze natuurlijke vallei, en later in het hier aangelegde stadion, werden in de Romeinse tijd rennen gehouden voor wagens met twee (biges), drie (triges) of vier (quadriges) paarden, later zelfs tot tien paarden.

Het 500 m lange dal was door de sponsachtige zachtheid van de bodem uiterst geschikt voor paardenrennen omdat valpartijen hier minder ernstige gevolgen hadden. De ruimte voor de toeschouwers, de cavea, werd aanvankelijk gevormd door de natuurlijke hellingen van het dal. Wat we vandaag zien stemt niet volledig overeen met het vroegere Circus Maximus, de huidige hellingen zijn niet deze van twintig eeuwen gelegen, en de ‘arena’ was destijds dieper.

Toch geeft de huidige aanblik een zeer goed idee van wat de Romeinen hier zagen in het prille begin van hun geschiedenis, dit is het laagste gedeelte van de Vallis Murcia, de vallei tussen de Palatijn, de heuvel van de zegevierende Romulus en de Aventijn, de heuvel van de verliezende Remus. Er werden reeds paardenrennen georganiseerd ten tijde van de Etruskische koning Tarquinus Superbus (534-509). Tjdens de Romeinse Republiek onderging het dal enkele transformaties, vooral door de laatste koningen van Rome, de Tarquini, die van het hele gebied een soort evenementenplein maakten, compleet met enkele rijen zitbanken en stoelen.

Toen de ontwikkeling van de stad alsmaar sneller verliep en publieke evenementen een steeds groter belang kregen, werd de ruimte die we nu kennen als het Circus Maximus uitgebreid en verrijkt met allerlei functionele elementen, zoals de carceres, de startkooien voor de paarden en houten tribunes met meer zitplaatsen.

De virtuele reis wordt dan voortgezet met het herbeleven van de transformaties van het Circus van de eerste eeuw v. Chr. tot de eerste eeuw na Chr. Julius Caesar was de eerste die het Circus opvatte als één monumentaal gebouw, gescheiden van alle andere gebouwen in de vallei en waarbij het publiek voor alle voorzieningen onder één dak terecht kon. Caesar zorgde voor een forse uitbreiding: de enorme ruimte was toen 600 m lang en 225 m breed. De eigenlijke piste was zo’n 1.200 m lang. Nooit was er in de wereld een groter en permanent sportcomplex.

maximo (2)

Het Circus Maximus was het oudste en grootste circus van Rome. In de oudheid werden in Rome nog vier andere circussen gebouwd. Het Circus Flaminius, op het Marsveld, het Circus van Nero, op de Vaticaanse heuvel (de plek waar de apostel Petrus werd gekruisigd en waarop later de Sint-Pietersbasiliek is gebouwd), het Circus Varianus, behorend bij het Sessorium, het keizerlijke paleiscomplex gebouwd door Septimius Severus en Heliogabalus en het Circus van Maxentius, buiten de stadsmuur, aan de Via Appia Antica.

Tijdens de eerste eeuw na Chr. onderging het Circus Maximus verschillende interventies door opeenvolgende keizers. Keizer Augustus liet de keizerlijke loge bouwen en haalde in 10 v. Chr. de eerste obelisk uit Egypte die op de spina werd geplaatst. In de tijd van keizer Claudius werden de eerste (gedeeltelijk) stenen tribunes gebouwd. Deze tribunes werden volledig verwoest bij de grote brand van Rome in 64. Het Circus Maximus werd herbouwd met nieuwe stenen tribunes die ditmaal met marmer bekleed werden.

De Senaat liet in 81 in de korte oostelijke zijde de grote triomfboog ter ere van keizer Titus bouwen. Deze boog had drie doorgangen en diende als toegang tot het Circus. De imposante Boog van Titus werd in 81 na Chr. ingewijd door de Senaat en het Romeinse volk om de verovering van Jeruzalem in 70 na Chr. te vieren. Opgelet: deze triomfboog mag niet worden verward met de ereboog voor Titus op het Forum Romanum.

De boog vormde een fundamenteel onderdeel van de triomfantelijke zegetochten ter ere van de generaals en zegevierende keizers. De stoet startte vanaf Campo Marzio, trok naar het Circus Maximus, passeerde vervolgens onder de Boog van Titus en trok dan naar de tempel van Jupiter Optimus Maximus op de Capitolijnse heuvel. De driedelige triomfboog was ongeveer 20 m hoog werd bekroond met een grote bronzen quadriga geleid door de keizer, een symbool van triomf en overwinning. In 2015 werden bij opgravingen in het Circus Maximus enkele restanten van de boog teruggevonden (foto’s hierboven en onder). Het travertijnen plaveisel werd blootgelegd en de voeten van een aantal zuilen zijn opgegraven.

Keizer Domitianus liet een nieuw paleis bouwen op de Palatijn. Dit had een groot balkon dat uitkeek op het Circus Maximus, zodat de keizerlijke familie vanuit hun verblijf rustig en comfortabel naar de wagenrennen kon kijken. Het Circus bevond zich toen op het toppunt van zijn pracht. Het was verrijkt met talrijke elementen vol symboliek en religieuze betekenissen die verband hielden met de agrarische festiviteiten, refererend aan de oorsprong en de cyclus van de seizoenen.

Op het hoogtepunt van het Romeinse Rijk konden ongeveer 150.000 toeschouwers in het Circus Maximus plaatsnemen om de wedstrijden te aanschouwen, maar er zijn ook bronnen die 250.000 tot 400.000 toeschouwers vermelden. Gezien de beschikbare ruimte lijkt dat aantal echter overdreven.

In het Circus Maximus mochten vrouwen en mannen gewoon naast elkaar zitten, iets wat in het Colosseum en de theaters zeker niet gebruikelijk was. Toeschouwers konden plaatsnemen in verschillende sectoren op basis van hun sociale klasse. Met zijn gelede structuur was het Circus een uniek monument in zijn soort, in feite een immense machine gecreëerd om te verbazen.

circomassimo2

Naast de wagenrennen, de belangrijkste en meest voorkomende evenementen die plaatsvonden in het Circus, was het ook mogelijk om nu en dan andere activiteiten (vandaag zouden het woord shows gebruiken) te bekijken, zoals jachttaferelen met exotische dieren. Het Circus presenteerde aan de ene kant de carceres (de startstallen van de wagens), terwijl de andere drie zijden de cavea vormden, de tribunes.

Intern was het Circus Maximus verdeeld in drie sectoren: de onderste in metselwerk en de andere twee in hout. De aanwezigheid van houten stoelen en zitbanken zorgde meer dan eens voor de forse uitbreiding van aanvankelijk kleine brandjes, die soms een verwoestend effect hadden. De beruchte grote brand van Rome in 64 na Chr. ten tijde van Nero vond zijn oorsprong in één van de winkels in het Circus.

Keizer Trajanus liet het Circus Maximus op grootse wijze herstellen na een nieuwe verwoestende brand. Het circus was toen drie verdiepingen hoog met aan de buitenzijde open arcaden. In de arcaden op de begane grond waren allerlei winkels, wedkantoren en bordelen gevestigd. Alles werd volledig uitgevoerd in metselwerk, het hout verdween volledig wegens te gevoelig voor brand. De structuren van het Circus Maximus die vandaag nog zichtbaar zijn, behoren tot deze bouwfase.

Na Trajanus is het Circus Maximus niet meer wezenlijk uitgebreid. Verschillende keizers lieten het in latere eeuwen nog wel restaureren en verfraaien. Gaandeweg begon men ook de wagenrennen beter te organiseren. Het dal werd in de lengte in twee stroken verdeeld door een overlangse wal, de spina of ruggegraat, die beide metae of draaipunten met elkaar verbond. Met haar 214 m bepaalde de spina het te volgen circuit waarvan de variabele breedte, 87 m tot de meta prima, en 84 m tot de meta secunda, het afleggen van de ronden over een parkoers van in totaal 568 m riskanter maakte.

De spina was de verhoogde afscheiding in het midden van de renbaan, waar de wagenmenners omheen moesten rijden. Er is in Rome helaas geen enkele spina in oorspronkelijke staat overgebleven. Samen met de diverse circussen werden de tempeltjes en andere bouwerken die er op stonden allemaal afgebroken.

De grote obelisken daarentegen werden na de middeleeuwen weer herbruikt, met name in Rome werden ze na restauratie herplaatst op diverse pleinen. Zo staan de obelisken van het Circus Maximus op de Piazza del Popolo en op Piazza di San Giovanni in Laterano, vlak naast de basiliek Sint-Jan van Lateranen.

Keizer Constantius II had in de vierde eeuw inderdaad nog een tweede obelisk uit Egypte laten overkomen en plaatste die ook op de spina. De spina was inmiddels geëvolueerd in een gemetseld bouwwerk waarop behalve de obelisken ook verscheidene tempeltjes, standbeelden en zelfs een groep bronzen palmbomen stonden. Er verschenen steeds meer beelden van goden op de spina die, soms vanuit kleine tempeltjes, met welgevallen moesten toezien op de wedstrijden.

maximo (4)

In 174 v. Chr. plaatste men de septum ova, zeven grote houten kegels waarmee het aantal afgelegde rondes getoond werd. Aan de oostelijke korte zijde, de kant van de San Gregorio Magno, bevond zich een monumentale poort, die in 81 na Chr. werd vervangen door de voormelde triomfboog met drie poorten ter ere van keizer Titus. In de buitenste gordel van het Circus bevonden zich verschillende winkels (tabernae) die zeer populair waren. Er werden diverse commerciële activiteiten uitgevoerd om aan alle behoeften van de bezoekers te voldoen. Je kon er terecht voor de meest uiteenlopende goederen.

De voorlaatste etappe van de virtuele reis dompelt de toeschouwers onder in de transformaties die het gebied van het Circus Maximus vanaf de middeleeuwen tot de eerste helft van de twintigste eeuw doormaakte. De laatste races in het Circus vonden plaats in de eerste helft van de zesde eeuw na Chr. Daarna werd het gebied opgevuld met aarde en vanaf de achtste eeuw werd het doorkruist door verschillende grachten en kleine riviertjes.

De bouw van de Torre della Moletta, een verdedigingsgebouw, gebeurde in de twaalfde eeuw. Na 1600 werden de hellingen van de Aventijnse heuvel bezet door de Joodse begraafplaats, waarvan de cipressen zelfs vandaag nog de oude locatie aangeven. Tegenwoordig bevindt zich hier de stedelijke rozentuin. Eeuwenlang was het Circus Maximus niet meer dan een lang grasveld in de schaduw van de Palatijnse heuvel in Rome. Lang na de val van het Romeinse rijk werden op het Circus Maximus boomgaarden aangelegd.

Later, in 1854, bouwde het Romeinse gasverlichtingsbedrijf op de plaats van het Circus Maximus de eerste gasproductie-installatie voor openbare verlichting. De fabriek nam ongeveer twee derde van het gebied in. In de eerste decennia van de jaren 1900 verhuisden de gazometers richting Trastevere.

Ondertussen waren op deze plek ook molens en pakhuizen gebouwd, waarvan het laatste pas werd gesloopt in 1911. Vanaf 1928 vonden archeologische opgravingen plaats in sommige sectoren van het oude Circus en werd zelfs een klein gedeelte van de ondergrondse ruïnes blootgelegd. Geleidelijk aan werd het hele gebied van het oorspronkelijke Circus Maximus opnieuw zichtbaar gemaakt.

circomassimo3

Door opborrelend grondwater konden de opgravingen en de geplande werkzaamheden die Mussolini in gang had gezet echter niet worden voltooid. Een deel van de vondsten werd zelfs gewoon terug ingegraven. Vanaf 1936 werd het gebied van het Circus Maximus toegekend aan de Nationale Fascistische Partij, die het begon te gebruiken als tentoonstellingsruimte. Er werden nieuwe indrukwekkende paviljoenen gebouwd en zelfs een grote badgelegenheid, bestaande uit drie zwembaden. In 1940, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, werden deze gebouwen ontmanteld.

Tijdens het laatste deel van het virtuele bezoek maak je een dag in het Circus Maximus mee. Dan spreken we natuurlijk over de befaamde wagenrennen. Je kan een opwindende race van quadrigae, een met vier paarden bespannen strijdkar, bekijken terwijl het publiek de renners toeschreeuwt en ophitst. In de snelle en hevige wedstrijd sneuvelen weleens wagens.

De jongste decennia en tot vandaag werd geleidelijk aan geprobeerd om het Circus Maximus zijn oude waardigheid terug te geven. Het gebied is zo goed mogelijk hersteld en nieuwe archeologische onderzoeken hebben wetenschappers in staat gesteld een steeds grotere kennis te verkrijgen van de geschiedenis van deze ongelooflijke plek, die al vele eeuwen een stille getuige is van de grootsheid van het oude Rome.

www.circomaximoexperience.it

Download hier het fragment van de beroemde wagenrace
uit de film Ben-Hur van William Wyler
(uit 1959, maar nog altijd indrukwekkend)