Groningen

De gelijknamige hoofdstad Groningen is veruit de drukst bezochte bestemming binnen de provincie. Deze studentenstad gebruikt de reclameslogan ‘Er gaat niets boven Groningen’. Redelijk wat toeristen bezoeken de stad om te kijken of deze figuurlijke uiting enigszins strookt met de waarheid. Of je Groningen moet bezoeken tijdens het academische jaar of juist in de periode van de zomervakantie, dat ligt aan je persoonlijke voorkeur. Wil je de vrolijke hectiek beleven die door de vele studenten veroorzaakt wordt, ga dan vooral in het voorjaar naar Groningen, bij voorkeur tijdens een aangename lentedag. In de maand juli is er een andere mix van mensen. Hierdoor ontstaat er ook een andere dynamiek.

Er zijn twee hoogtepunten in de stad Groningen die wij eruit lichten. Voor een complete top 10 bezienswaardigheden verwijzen we graag naar de top 10 bezienswaardigheden van de stad Groningen.

Aan de Grote Markt van Groningen staat hét symbool van de stad: de Martinitoren met aansluitend de Martinikerk. De huidige vorm is verkregen in 1627 nadat eerdere exemplaren zijn verwoest door brand of blikseminslag. Dat de huidige toren de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd, is nog altijd terug te zien aan de kogelgaten in de buurt van de klokken. Het heeft de grootste klokken partij van Nederland, op de Dom van Utrecht na. Voor het mooiste en indrukwekkende uitzicht over de bruisende stad Groningen heeft het de aanbeveling om deze toren te beklimmen.

In 1847 werd het Groninger Museum opgericht door Hendrikus Octavianus Feith. Doel was om Germaanse Oudheden tentoon te stellen. Vervolgens werd dit na zijn dood doorgegeven aan nabestaanden, die het steeds meer gingen uitbreiden. En zo ontstond omstreeks 1900 het Museum van Oudheden voor de Provincie Groningen. Zowel het gebouw als de collectie aan de Praediniussingel werden steeds opnieuw uitgebreid. Desondanks is er in 1994 een nieuwe en zeer moderne onderkomen gebouwd voor het museum. Het ligt op een eiland in het Verbindingskanaal. De uitstraling is totaal niet te vergelijken met het historische pand aan de Praedniniussingel. Eén van de drie deelnemende architecten was de bekende Philippe Starck. Het geheel heeft geresulteerd dat het zich het best bezochte museum van Groningen mag noemen.

Groningen telt tal van mooie dorpjes. Er is er eentje die we er uit willen lichten en dat is Winsum. In het jaar 2020 heeft de ANWB, u kent ze waarschijnlijk wel, dit Groningse dorp uitgeroepen tot het mooiste dorp van Nederland. De eerste selectie van 50 dorpen werd gemaakt op basis van de aanbevelingen van 30.000 Nederlanders. Vervolgens bleven er vijf dorpen over op de shortlist: Hollum in Friesland, Urk in Flevoland, Oisterwijk in Noord-Brabant, Elsloo in Limburg en de uiteindelijke winnaar Winsum.

Een bezoek aan het pittoreske Winsum zal snel duidelijk maken waarom men zo gecharmeerd is van dit dorp. De combinatie van een natuurlijke waterweg dwars door het dorp heen, fraaie monumentale huizen en bijzondere gebouwen zoals de Torenklok maken van Winsum een plaatje om te zien.

Genieten van een prachtig landhuis en een geweldig museum tijdens één bezoek. Dat is prima mogelijk zodra je landgoed Fraeylemaborg bezoekt. Hoewel de locatie al vroeg in de 13de eeuw werd bewoond door leden van de Fraeylema familie, dateert deze Groningse burcht uit de 18de eeuw. De Fraeylemaborg is nu een museum waarin men het tijdsbeeld terug ziet zoals het halverwege de 20ste eeuw was. Verder is er een aangrenzend park wat in totaal 23 hectare beslaat. Dit Slochterbos is een prachtig voorbeeld van de Engelse landschapsstijl.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is het vestingdorp Bourtange in Westerwolde ontstaan. Omstreeks 1594 maakte het deel uit van de grensverdediging van de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. De opvallende vijfhoekige vorm die door de verdedigingswallen is ontstaan, is gelukkig in alle jaren goed bewaard gebleven. Er zijn nog altijd veel historische bezienswaardigheden te bespeuren. Zo zijn er aan het Marktplein nog zeer oude lindebomen te vinden, is er een oude molen en zijn er zo’n vijf musea te bezoeken.

Met zijn twintig hectare tuin mag de Hortus Haren zich de grootste en tevens oudste botanische tuin van Nederland noemen. De diversiteit aan aangelegde tuinen is magnifiek te noemen. Zo is er bijvoorbeeld een Keltische tuin, een rotstuin, floriadetuinen en een Chinese tuin. Regelmatig zijn er wisselende tentoonstellingen te vinden of worden er activiteiten georganiseerd.

Het Veenkoloniaal Museum is te vinden in de Groningse stad Veendam. Dit museum vertelt de geschiedenis over een deel van Nederland waar men eens op zoek was naar turf. Ook gaat men in op de geschiedenis van de binnenvaart. Deze was van groot belang om al het verwonnen turf af te voeren. Bijna ieder huis was destijds per boot aan te varen. Zo had men destijds scheepsjagers. Zij hielpen met een paard de boten vooruit te trekken door de kanalen.

Nadat de Lauwerszee van de Waddenzee afgesloten werd, werd het een meer: het Lauwersmeer. Het enorme meer en het omliggende gebied vormen nu een mooi stukje natuur dat de status van een nationaal park gekregen heeft. De totale oppervlakte van dit nationale park beslaat een kleine 60 km². Sinds de wateren in 1969 werden afgesloten van de Waddenzee, heeft het gebied wat veranderingen ondergaan. Langzaam veranderde de Lauwerszee in een zoetwatermeer. Hierdoor zijn er ook nieuwe bloemensoorten ontpopt en heeft het veel vogels aangetrokken die er nu tegenwoordig hun broedplaats hebben gecreëerd. In de winter zijn er bijzondere vogelsoorten te vinden als de Brandgans, Euraziatische Widgeon en de Tundra Zwaan die er komen overwinteren. In de vele vogelkijkhutten worden dagelijks nieuwe en bijzondere exemplaren ontdekt.

In het dorpje Warffum is een klein openluchtmuseum te vinden waar men kan zien hoe het er omstreeks de twintigste eeuw aan toe ging: Openluchtmuseum Het Hoogeland. Het leven op het platte land was in die tijd niet altijd makkelijk of eenvoudig. De oude ambachten en thema’s als onderwijs en verzorging staan er zoal op het programma. De ongeveer twintig tal oude gebouwen geven je een goed beeld van hoe het leven er hier zo’n honderd jaar geleden uitgezien moet hebben.

De naam Lenie ’t Hart is nog steeds een begrip in en rond Pieterburen. Jarenlang zette deze bijzondere dame uit Delfzijl zich in voor het verzorgen van zieke en/of aangespoelde zeehonden. Haar werk wordt tegenwoordig door een groot aantal vrijwilligers voortgezet in het door haar opgezette zeehondencentrum in Pieterburen. Soms zijn de kleintjes gewoon hun moeder kwijtgeraakt of soms zijn ze te ziek om verder te gaan.

In alle opzichten probeert men er hier te zijn voor deze vaak weerloze dieren. In het zeehondencentrum is duidelijk te zien hoe de verzorging er aan toe gaat en tegen welke problemen de dieren en soms ook de verzorgers aanlopen. Regelmatig worden er activiteiten georganiseerd of zijn er mogelijkheden om arrangementen te boeken.

Het Waddeneiland Rottumeroog behoort tot de provincie Groningen. Het wordt in de volksmond ook wel ‘Rottum’ genoemd. Rottumeroog en Rottumerplaat zijn beiden een beschermd natuurgebied waar vele vogels hun habitat vinden. In de zomermaanden zijn ze zelfs alleen toegankelijk voor vogelwachters. Tijdens de periodes dat Rottumeroog wel toegankelijk is voor het publiek, zijn er op dit kleinste Waddeneiland bijzondere wandelingen te maken.