Zwaaien

Zo dadelijk naar de dokter voor de controle. Ik ben er bijna, al zeg ik dat zelf. De linkerhand kan de rechteroksel al enigszins wassen en daar is iedereen blij mee. De linkerarm kan al zo’n 130 graden omhoog (ter vergelijking: de rechterarm kan 180 graden omhoog en als ik m’n best doe nog wel wat verder). En zijwaartse bewegingen gaan goed.

Ik doe daar ook wel m’n best voor. De eerste tijd moest ik de oefeningen liggend doen. Dat maakte het niet makkelijk want probeer maar eens van de grond overeind te komen zonder je linkerarm te gebruiken. Voor die oefeningen moest ik dus m’n bed opzoeken. En dat is niet mijn favoriete habitat: ik kon alleen maar op mijn rug liggen. Nu mag ik mijn  oefeningen op de bank doen of staand. Handen in de lucht en zwaaien maar.

Die zwaaibeweging wordt nog wel eens verkeerd uitgelegd door argeloze voorbijgangers. Ze zwaaien terug.

Eén gedachte over “Zwaaien”

  1. Weer eens een spontane lachbui in de ochtend, Wout. Goed begin van de dag, vooral dankzij de uitsmijter. Die doet me denken aan mijn grootmoeder in haar nieuwe flat op de begane grond. Ze zag zo slecht dat ze enorm haar best deed om te zien of ze soms een van de voorbijgangers kon herkennen. Ze staarde ze langdurig aan door haar moderne ruit van bijna vier meter.
    ‘Zulke vriendelijke mensen hier’, placht ze te zeggen, ‘ze zwaaien allemaal!’

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.