Omwonenden Lepelenburg willen via bodemprocedure park festivalvrij krijgen

De stichting Behoud Lepelenburg, die een gedeelte van de omwonenden vertegenwoordigt, vindt het karakter van het park niet passen bij festivals á la Lepeltje Lepeltje. Dergelijke evenementen tasten de bomen aan, leiden tot geluidsoverlast en zorgen voor verkeersonveilige situaties.

De bodemprocedure is het antwoord op de inmiddels gebruikelijke rechtsgang van de stichting als de gemeente bekend maakt wanneer Lepeltje Lepeltje op de festivalkalender komt te staan. De omwonenden vangen telkens bot als zij via een kort geding een verbod eisen op het festival dat eind juni wordt gehouden. Ze tekenen dan hoger beroep aan, maar die definitieve uitspraak valt steevast te noteren als het festival al lang en breed achter de rug is.

Via de lopende bodemprocedure willen ze een structurele oplossing afdwingen. Ze vinden Lepelenburg vooral een ‘rustpunt in de stad’, en ‘een wandelpark’. Ook wat betreft de meest recente editie van Lepeltje Lepeltje, twee maanden terug, oordelen ze dat er onvoldoende rekening is gehouden met de omwonenden, de effecten die het evenement heeft op het park – met name de bomen- en de veiligheid van het verkeer. Er is kritiek op wijze waarop de gemeente Utrecht geluidsmetingen verricht en de organisatie controleert bij de (verkeers)maatregelen die noodzakelijk zijn om de veiligheid van bezoekers, passanten en omwonenden te waarborgen. Er zouden bijvoorbeeld te weinig verkeersregelaars rond hebben gelopen.

De gemeente vindt de stichting al jaren op zijn weg. Van gemeentezijde is de repliek telkens dat de stichting Behoud Lepelenburg de bezwaren onvoldoende kan onderbouwen. Het Utrechtse stadsbestuur stelt dat er weldegelijk voldoende maatregelen zijn genomen om de bomen te beschermen en de verkeerafwikkeling – ook van de aan- en afvoer van foodtrucks – adequaat is geregeld.