Direct naar artikelinhoud
OpinieBrenda Froyen

Lever ik goede leerkrachten af? Ik weet het even niet meer

Brenda Froyen - Een leerkracht voor de klas.Beeld Wouter Van Vooren - Belga

Brenda Froyen is docent Nederlands in de lerarenopleiding Lager Onderwijs en freelancevormingsmedewerker aan het Centrum voor Taal en Onderwijs. Deze opinie schrijft ze in eigen naam.

Ik weet het niet meer. IJzersterke leerkrachten hebben we nodig om het tij in het onderwijs te doen keren, maar ik weet al een poosje niet meer of de lerarenopleiding die ijzersterke leerkrachten wel aflevert.

Dit jaar is bij uitstek zo een jaar waar ik aan alles twijfel. Ondanks mijn vele begeleidende bezoeken doorheen het jaar, tot zelfs momenten van co-teachen samen voor de klas, was ik ontzettend teleurgesteld over wat ik van sommige studenten zag tijdens de beoordeelde stage in de afgelopen twee weken. Ondanks mijn gehamer op overzichtelijke bordschema’s die samen met de leerlingen worden opgebouwd, aandacht voor schooltaal, een kritische houding ten opzichte van de handleiding, inzicht in lees- en spellingstrategieën, zag ik lesjes waar slaafs alle stapjes van de handleiding gevolgd werden.

Bij uitstek de lesjes begrijpend lezen leken beperkt tot vraagjes invullen over de tekst, zonder echt stil te staan bij de strategieën die de leerlingen moeten inzetten om de tekst te begrijpen. “Als lesgeven alleen maar betekent uitvoeren wat er in die handleiding staat, dan kan ik eender wie van de straat plukken om voor de klas te staan”, probeerde ik de studente te laten inzien. En terwijl ik het zei, bedacht ik me dat dat precies is wat er de laatste jaren gebeurt. Zij-instromers moeten via allerlei snelle en soepele trajecten zo snel mogelijk de weg naar de klas vinden. Vaak worden ze zelfs al zonder enige notie van didactiek voor de klas gezet. Beter iemand dan niemand voor de klas.

Leesbegrip

Op de jongere generatie moeten we niet rekenen. Steeds minder jonge mensen kiezen voor onderwijs. En wie ervoor kiest, zo vertellen mijn derdejaars me, moet wel heel gemotiveerd zijn en zeker in zijn schoenen staan om de vele opmerkingen naast zich neer te leggen: “Jij bent toch te slim om gewoon voor een klas te staan.” “Gebuisd op wiskunde? Is het zo moeilijk om tot tien te tellen?” Wanneer er minder studenten instromen, kan je toch niet nog de helft tegenhouden, wie blijft er dan nog over?

Toch kunnen de teleurstellende PIRLS-resultaten niet alleen te wijten zijn aan het lerarentekort. Misschien ligt er een verklaring in het recente onderzoek van De Morgen (9/2). Daaruit bleek hoe, globaal gezien, in zowat alle lerarenopleidingen, de afgelopen jaren minder uren naar didactiek Nederlands gingen. In sommige opleidingen was er zelfs nauwelijks plaats voor een didactiek aanvankelijk lezen. Nochtans zijn leestechniek, leesbegrip en leesplezier onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wie goed leest, leest graag; wie graag leest, leest veel; wie veel leest, leest beter. Lerarenopleidingen hebben ontzettend veel vrijheid om zelf een curriculum samen te stellen dat moet leiden tot ‘sterke leerkrachten’, maar wat die sterke leerkrachten dan precies zijn, is behoorlijk vaag. Lever ik goede leerkrachten af?

“Je feedback komt hard aan”, zegt mijn tweedejaarsstudente die ik vertel dat ze misschien nog extra stage nodig heeft om de didactiek goed onder de knie te krijgen. Ik laat haar woorden bezinken. “Feedback is a gift”, antwoord ik uiteindelijk. En ik bedenk hoe weinig cadeautjes lerarenopleidingen krijgen. Is evaluatie de hoeksteen van goed onderwijs, dan worden lerarenopleidingen te weinig geëvalueerd, of althans niet extern, waardoor niemand nog zicht heeft welke soort leerkrachten wordt afgeleverd.

Hefboom

Er is in de lerarenopleiding geen koppeling tussen het aantal uren Nederlands op de lagere school en het aantal uren didactiek Nederlands in de opleiding. De minister mag ‘meer uren’ Nederlands uittrekken, we kunnen kinderen meer laten lezen, ook thuis, maar wie alleen maar tennist zonder daarbij duidelijke instructies te krijgen hoe hij moet tennissen, zal nooit op Wimbledon spelen. Alles valt en staat bij een doordachte didactiek. De leerkracht maakt het verschil. Of althans zou het verschil moeten maken.

Onderwijs maken we inderdaad samen, met ouders, maar de oorzaak van de teleurstellende PIRLS-resultaten bij de ouders leggen, zoals de minister nu doet, toont aan hoe hij zelf het vertrouwen in zijn onderwijs verloren lijkt te zijn. Onderwijs moet een hefboom zijn. Dat ik als dochter van een alleenstaande moeder zonder diploma secundair onderwijs, zonder enige ondersteuning van thuis uit, universitaire studies heb gehaald, is daar een bewijs van. Wanneer onderwijs alleen een bevestiging is van de ‘sociale status’ van ouders, kunnen we maar beter de scholen sluiten.

Onderwijs is de spil van onze samenleving. Evaluatie en feedback zijn de spil van onderwijs. Ik heb ook recht op cadeautjes. Al kunnen ze hard aankomen.