Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëWilrijk

De filatelist is met uitsterven bedreigd: door ouderdom én door de zakenneus van Bpost

De postzegels in de Orval-reeks zijn duizenden euro's waard.Beeld photo news

Sexy kan je het nog amper noemen: postzegels losweken of kopen en met veel geduld in een verzamelboek bewaren. Het lijkt een hobby van oma’s en opa’s, maar ooit was het anders. Tijdens een bezoek aan de ledenvergadering van De Koninklijke Philatelic Club Cosmos halen we het gemiddelde flink naar beneden.

“U bent journalist? Ik dacht al: een nieuw lid én dan nog zo jong, dat zou raar geweest zijn.” Ik ben nog maar net parochiezaal Keizershoeve binnengestapt of Peter Vermeulen (65) legt de vinger op de open wonde: postzegels verzamelen is iets voor de ouden van dagen. De 33 deelnemers die de interne ledenruilbeurs bijwonen van De Koninklijke Philatelic Club Cosmos zijn tussen de 58 en de 90 jaar oud.

“Postzegels verzamelen is duidelijk een garantie op ouder worden, alleen niet op gezond ouder worden”, grijnst voorzitter Willem De Block. In één ruk merkt hij ook op dat de jeugd “enkel geïnteresseerd is tot ze in het zesde leerjaar zit, daarna is het vechten tegen de bierkaai”.

Op het podium vooraan staan vier mannen en één vrouw. Meer dan honderd veilingloten passeren er vlotjes de revue. Enkele mensen steken onafgebroken hun veilingkaart de hoogte in; boven de filterkoffie en pintjes wordt gelachen en gefezeld. “We hebben een eenzame hobby, maar op clubdagen heerst er samenhorigheid onder vrienden”, aldus De Block.

Wat me al snel opvalt: de loten halen geenszins de hoge catalogusprijs die naast de inzetprijs prijkt. Sterker nog, de prijzen met twee of drie cijfers worden gereduceerd naar één cijfer. Een postzegel met Jezus erop gaat voor 60 cent de deur uit en het lot ‘De heilige zegels van de maagd Maria’ wordt ingehouden. “Een belegging is het al lang niet meer”, duidt De Block.

Erfenissen

De voorzitter vertelt hoe sommige jonge mensen nog steeds denken een flinke erfenis te kunnen puren uit de verzameling van hun (groot)ouder. “Maar die zijn eraan voor de moeite. Kijk, de gloriejaren situeerden zich ergens tussen begin jaren zestig tot midden jaren tachtig. Waarom? Omdat iedereen dacht dat het naast een fijne hobby ook een belegging was. Ooit zou het opbrengen. In die periode werd er ook enorm veel opgekocht.”

Maar de laatste decennia begonnen hun (klein)kinderen al die verzamelingen te verkopen. “Enerzijds omdat ze die hobby niet willen voortzetten, anderzijds omdat het geld zou opleveren. ‘Onze pa zei dat dit veel geld waard is’, hoor je dan. De markt is verzadigd”, verzucht De Block.

“En er is het spel van vraag en aanbod. Intussen houden de oude catalogi en bij uitbreiding de weinige veilinghuizen die nog met postzegels werken wel vast aan hun prijzen, maar dat is niet meer realistisch. Een postzegel die daarin geprijsd wordt op 3.000 euro is met moeite vaak nog 400 euro waard.”

Al blijft elk clublid speuren naar zeldzame zegels: “De grote Orval-­reeks, Koning Albert met de helm of Leopold I met de grove baard zijn enkele duizenden euro’s waard.”

The proof of the pudding is in the eating en dus schuif ik hem een oud boekje toe: de verzameling van de 97-jarige papa van een vriendin. De ruilmeester van de club gaat meteen met een pincet de rijtjes zegels af. “Ze moeten postfris en authentiek zijn”, zegt hij. Maar tussen de zegels met beeltenis van Albert I, Rubens of een oud vliegtuig zijn geen schatten te vinden. “Enkel die met het vliegtuig op is 10 euro waard.”

Big business

Er worden gewoon te veel postzegels uitgebracht, zucht de voorzitter. “Vroeger waren postzegels een middel om brieven of kaarten te versturen. Maar blijkbaar moet tegenwoordig alles big business zijn. Dus geeft Bpost de gekste thema’s in veelvoud uit.” Filatelisten klagen daarover, legt De Block uit, want bijgevolg is een uitgebreide verzameling aanleggen onbetaalbaar geworden.

“Bposts reactie was duidelijk: als je naar de supermarkt gaat, koop je ook niet de rekken leeg. Maar voor een ­verzamelaar blijft het moeilijk om je verzameling incompleet te laten. Velen stoppen daarom ook. Je kunt niet blijven postzegels met auto’s of schepen erop te kopen, populaire thema’s bij Bpost. Het is geldklopperij: de ene maand brengen ze een zwart-witvel op de markt, de maand erop is datzelfde vel ingekleurd. Schrijf maar op: ‘Bpost nekt de filatelie’”, aldus een gepassioneerde de voorzitter.

Ik verlaat die dag de Keizershoeve met een besparingstip: nog tot 2027 mag je zegels vanaf 1962 gebruiken om een brief te versturen. Ik kijk wat ­beduusd naar het boekje van mijn vriendins vader. Straks mag ik haar ­uitleggen dat wat ooit bedoeld was als een belegging ze voortaan beter ­gebruikt om brieven te versturen. ­Verdorie.