Direct naar artikelinhoud
Vijf vragenJeroen Denaeghel

De grootste uil ter wereld herovert Vlaanderen: ‘Op termijn zou in elk bos een koppel kunnen zitten’

Deze mannetjesoehoe wordt al enkele dagen in Leuven gespot.Beeld Jogchum Vrielink

Zelfs in het drukke stadscentrum van Leuven duikt dezer dagen een oehoe op. De soort, ooit uitgestorven als broedvogel in ons land, maakt een stevige comeback. ‘Op termijn zou in elk bos een koppel kunnen zitten’, zegt Jeroen Denaeghel van vogelmagazine Fwiet en het Agentschap Natuur en Bos.

Hoe speciaal is de waarneming van zo’n oehoe?

“De oehoe is een iconische soort. Het is sowieso een gigantisch beest, de grootste uilensoort ter wereld - al is daar soms enige discussie over. In onze bossen behoort de oehoe tot de toppredatoren, met als favoriete hapje de egel. Door de scherpe klauwen is zo’n oehoe in staat om die te verorberen, wat ook al zeldzaam is. Voor mij is de soort bijna even mythisch als de wolf.”

Omdat er hier ook sprake is van een herintroductie?

“In 1955 was de oehoe in België volledig uitgestorven als broedvogel. Enerzijds lagen er jagers op de loer, die meenden dat de oehoe ‘hun’ wild afpakte. Maar het gebruik van DDT (een pesticide, MIM) in de landbouw is het genadeschot geweest. Die stof, die in het voedsel van de oehoe belandde, maakte namelijk de eierschaal brozer, waardoor die brak bij het broeden.

“In Duitsland zijn nadien een kleine duizend oehoes weer uitgezet in het wild, en die zijn vanaf de jaren 80 in de Ardennen beginnen broeden. In Vlaanderen heeft het veel langer geduurd. Het eerste broedgeval kwam er pas in 2005 in Limburg, maar hij doet het almaar beter. Er zijn niet echt limiterende factoren, al heeft zo’n oehoe natuurlijk wel een groot territorium nodig. Ik denk dat we op termijn in elk bos een oehoe-koppel zouden kunnen krijgen.”

Maar midden in de stad, zoals in Leuven, blijft toch wel frappant?

“Ik wil inderdaad nog weleens zien of het hier niet over een ontsnapt exemplaar gaat. Dat zou je kunnen afleiden aan de hand van de veren - zijn die intact of niet? - maar er zijn tegenwoordig zelfs al DNA-analyses mogelijk die tamme van wilde vogels onderscheiden. In die genetica ligt trouwens ook een gevaar bij het herintroduceren van een roofvogel die in gevangenschap leefde: niet alleen is het moeilijk om te overleven, er kan ook een soort genetische vervuiling optreden.

“Wat je nu wel mooi ziet, is dat de oehoe niet wegvliegt. Op klaarlichte dag blijft hij je aankijken, een beetje apathisch, met die oranje ogen. Ik heb een aantal jaar geleden het grote geluk gehad om er eentje aan te treffen in de Vlaamse Ardennen, toen de meest westelijke waarneming ooit. En mijn mooiste vogelwaarneming ooit, ook al heb ik het lange tijd geheimgehouden.”

De oehoe die Jeroen Denaeghel in de Vlaamse Ardennen waarnam.Beeld Jeroen Denaeghel

Waarom deed u dat precies?

“Je zal op fora voor vogelliefhebbers zien dat de details van een oehoe-waarneming bijna altijd vervaagd worden door de administrator. Zo voorkom je vooral verstoring van het territorium van zo’n vogel, want gegarandeerd zijn er heel veel mensen die met een fototoestel of een telescoop richting die locatie trekken. Er zijn zelfs mensen die tot bij het nest zouden klimmen om de jongen te fotograferen of te vangen. Anderen pikken de eieren om die thuis te laten uitbroeden. De oehoe blijft een gegeerde vollèrevogel, ook al is het volstrekt illegaal om op die manier te kweken.”

In Leuven zou intussen ook een vrouwtje gespot zijn. Is het die tijd van het jaar?

“De communicatie naar een vrouwtje toe komt normaal ietsje later, in februari. In maart worden de nesten gemaakt. Nu is het vooral de periode waarbij de oehoe zijn aanwezigheid in zijn territorium laat gelden. Dat kan je, vaak tijdens een heldere nacht, goed horen aan de diepe ‘oeeeeh’. Na de eerste keer, vergeet je dat magische geluid nooit.”