In januari is de kans al groot dat je de zanglijster hoort zingen. De zanglijster (Turdus philomelos) kan je makkelijk herkennen aan de luide, ietwat trage zang die vaak wordt onderbroken door pauzes. Het liefst laat dit bruine vogeltje zich horen vanaf een hoog punt zoals het topje van een boom of op het dak. Om kennis te maken met deze broedvogel hebben we wat weetjes op een rijtje gezet.

Het verenkleed van de zanglijster

Deze zangers hebben een bruin, egaal verenkleed op de rug. De borst en buik zijn licht van kleur en hebben pijlvormige vlekken. Dit is handig, want zo kan je ze onderscheiden van de grote lijster: die heeft rondere vlekken. Wil je meer lezen over het herkennen van vogels in de tuin? Dat kan hier.

Hier is het verenkleed van de zanglijster goed zichtbaar

Op het menu

Naast fruit, zoals appels en bessen eet een zanglijster ook graag insecten, regenwormen, pissebedden en slakken. Voor het eten van slakken moeten ze wel wat moeite doen. De huisjes van slakken breken ze namelijk open op een steen, die ook wel de ‘smidse’ wordt genoemd. Hierbij moeten ze wel oppassen, merels staan er om bekend dat ze zo’n slak wel eens wegpikken.

De zanglijster op weg

In september trekt de zanglijster weg naar Frankrijk, Spanje en de zuidelijkere gebieden van Engeland. Ze vliegen dan in gezelschap van zanglijsters die uit Scandinavië. Sommige van die doortrekkers uit Scandinavië overwinteren in West-Nederland of in het zuiden. Rond halverwege februari keren ze weer terug naar hier.

Aantallen

Gelukkig is de zanglijster niet bedreigd. Verre van zelfs, ze zijn in stijgende aantallen te vinden in Nederland en België. Het minimale aantal broedparen was tijdens een telling van enkele jaren geleden op ongeveer 100.000 geschat. Over de zanglijster hoeven we ons dus geen zorgen te maken. Wil je ze tijdens de strenge winterdagen een handje helpen? Dat kan door rozijnen aan te bieden, hier zijn de vogels verzot op!

De zanglijster in de winter

Broedende zanglijster

Rond eind maart beginnen deze vogeltjes met broeden. Vooraf hebben ze een nestje gemaakt van takjes en hout. Ze bekleden het nestje met mos, gras en modder. Dit nest bouwen ze op een goed verborgen plaats, zoals in grote stuiken of in bomen. Ze kunnen tot wel drie keer per jaar een legsel van ongeveer 3-6 eieren leggen. Na twee weken kunnen de jongen vliegen en daarna worden ze nog eens twee weken gevoerd door de ouders.

Heb jij zanglijsters in de tuin? Laat het ons weten!