Direct naar artikelinhoud
Vorstelijke huishoudboekjes: dít kost het Koninklijk Huis

Vorstelijke huishoudboekjes: dít kost het Koninklijk Huis

Huis ten Bosch is schitterend verbouwd. En dat mocht ook wel, want de boel was flink versleten. Maar we zouden geen Hollanders zijn als we niet waren geschrokken van wat het allemaal bij elkaar kostte. 

Tekst

We duiken in het huishoudboekje van de Oranjes.

Mooie herinneringen

'Emotioneel', was het woord dat zowel koningin Máxima als koning Willem-Alexander gebruikte

om de naderende verhuizing naar Paleis Huis ten Bosch te beschrijven. Na een ruim vier jaar durende renovatie – gemiddeld waren er dagelijks 120 bouwvakkers mee bezig geweest – konden hun spullen vanuit Wassenaar naar Den Haag worden vervoerd. “Dit is echt ons thuis, we hebben

al heimwee van tevoren”, zei de koningin over Villa Eikenhorst, waar het gezin 15 jaar had

gewoond. Het monumentale pand op landgoed De Horsten vormde het middelpunt van zo veel

mooie herinneringen.

Al was het alleen maar omdat Amalia, Alexia en Ariane er na hun geboortes zijn opgegroeid. Op 13 januari betrokken de 5 gezinsleden officieel het woonpaleis aan ’s-Gravenhaagse Bos nummer 10. De ingrijpende verbouwing was zeer noodzakelijk geweest.

Restauratie van 63,1 miljoen euro

“Hare Majesteit de Koningin is zeer terughoudend als het gaat om onderhoud of aanpassingen aan het paleis”, liet een ambtenaar van de Rijksgebouwendienst zich in een nota in 2012 ontvallen over de vorige bewoonster, prinses Beatrix. Het was een omfloerste manier van melden dat de boel zwaar versleten was. Zo’n 65.000 kilo lood kwam eraan te pas om het dak te vernieuwen, 1239 wandcontactdozen werden bevestigd en 1300 vierkante meter tapijt werd gelegd. Het gestuukte plafond van de Witte Eetzaal was met engelengeduld millimeter voor millimeter gerestaureerd. Interessante weetjes, die gedurende een rondgang voor de pers ten beste werden gegeven. Toch was er een ander getal dat vooral bleef hangen: de totale operatie – aanvankelijk geraamd op 35 miljoen euro – bleek 63,1 miljoen euro aan belastinggeld te hebben gekost.

Onduidelijkheid over de Oranje loonstroken

Het is een gevoelige en steeds weer terugkerende kwestie: de inkomsten van het koningshuis, vrij onoverzichtelijk opgedeeld in uitkeringen, vergoedingen en onkosten. Het helpt ook niet dat onze politici, premier Rutte voorop, vaak een ontwijkende houding aannemen zodra de loonstroken en huishoudboekjes van de Oranjes ter sprake komen. Uitgerekend dit jaar, begin september, bracht NRC Handelsblad het bericht dat het koningshuis sinds 1982 jaarlijks een vergoeding ontvangt voor het onderhoud van paleisinventarissen, terwijl de staat het onderhoud al die tijd heeft bekostigd. In 1978 kocht de overheid de inventarissen van de paleizen Noordeinde, Huis ten Bosch, Het Loo en Soestdijk. Sindsdien draagt het zorg voor al die spullen. Maar nu bleek dus dat de koning ook nog eens honderdduizenden euro’s van het kabinet ontvangt voor datzelfde onderhoud. De krant schatte de vergoeding van dit jaar op € 320.000.

De RVD probeerde een en ander te nuanceren door aan te geven dat onderscheid moet worden gemaakt tussen dagelijks onderhoud en groot onderhoud: het één staat op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ander komt uit de jaarlijkse Begroting van de Koning. En premier Mark Rutte meldde zeker te weten dat er geen sprake was van doelbewust misbruik, maar hij voegde eraan toe dat het nou eenmaal “verschrikkelijk ingewikkeld” was. Hoe het ook zij: dit soort schimmige constructies blijft maar geruchten creëren. Het kabinet verschaft onvoldoende helderheid en dat is volgens kenners schadelijk voor de koning, die zich niet kan verweren. Zeker nadat in 2016 bekend werd dat sinds de jaren zeventig de richtlijn bestond dat ambtenaren de kosten van het koningshuis over de diverse departementen moesten verdelen. Zo ontstaat vanzelf de indruk dat een deel van de financiën van de monarchie bewust wordt verdoezeld.

Dit kost het Koninklijk Huis volgens de officiële cijfers

Grondwettelijk is vastgelegd dat de koning een uitkering van het Rijk ontvangt. Ook is bepaald welke leden van het Koninklijk Huis nog meer een jaarlijkse uitkering ontvangen: de echtgeno(o)t(e) van de koning, de vermoedelijke troonopvolger (vanaf 18 jaar), de

echtgeno(o)t(e) van de vermoedelijke troonopvolger én het voormalige staatshoofd.

In de recente Miljoenennota zijn de bedragen voor 2020 vastgesteld. Naast hun uitkering krijgen de 3 leden van het Koninklijk Huis ook een onkostenvergoeding, waarvan ze het eigen personeel moeten betalen, evenals gebruikskosten van de paleizen en uitgaven voor auto’s, paarden en rijtuigen. Verder worden de kosten bepaald door ‘functionele uitgaven van de koning’, zoals reis- en verblijfkosten, en ‘doorbelaste uitgaven’ van andere begrotingen. In totaal staat het koningshuis voor 44,4 miljoen euro in de boeken. De beveiliging, een van de grootste kostenposten, staat echter niet volledig in de begroting vermeld.

Uitkeringen van het Koninklijk Huis in 2020

Willem-Alexander

Inkomen: € 949.000


Personele en materiële uitgaven (onkostenvergoeding):

€ 4.937.000


Totaal:

€ 5.886.000

Máxima
Inkomen:

€ 377.000


Personele en materiële uitgaven (onkostenvergoeding):

€ 643.000


Totaal:

€ 1.020.000

Beatrix

Inkomen: € 537.000


Personele en materiële uitgaven (onkostenvergoeding):

€ 1.060.000


Totaal:

€ 1.597.000