Sonsbeek, Arnhem

Omschrijving

Het PARK van Sonsbeek is aangelegd in landschapsstijl en dateert in de huidige verschijningsvorm hoofdzakelijk uit de jaren twintig van de 19de eeuw. De aanleg kenmerkt zich door paden met slingerend verloop en door een bijzonder fraai uitgewerkt stelsel van zichtlijnen over weiden en vijverpartijen in het beekdal, ingekaderd door bosranden en boomgroepen. De gebouwde elementen in het park, maar ook delen van de omringende stedelijke bebouwing vormen afwisselend de focuspunten in de taferelen. In de directe omgeving van het hoofdgebouw, aan de noordoostzijde, zijn nog relicten van de 18de-eeuwse, formele lanenstructuur aanwezig.

In hoofdzaak bestaat het park uit twee delen: een meer open parkgedeelte rondom het beekdal aan de westzijde en een bebost, dichter parkgedeelte op de hellingen aan de oostzijde.

De hoofdingang van het park ligt aan de Apeldoornseweg. Deze wordt gevormd door een halfrond voorplein, waarachter twee portierswoningen liggen met daartussen de toegang (zie hiervoor onderdeel 4). Vanaf de ingang voert een weg direct naar het dichtbij gelegen huis Sonsbeek, (zie hiervoor onderdeel 1). Vanuit het huis is een waaier van zichten geschapen in de vorm van door boom- en beplantingsgroepen gescheiden taferelen. De stedelijke fronten langs de Zijpendaalseweg en de Sonsbeekweg spelen in deze zichten een belangrijke rol. Omgekeerd is er langs dezelfde zichtlijnen vanuit de omgeving een steeds wisselend zicht op het huis Sonsbeek.

Het beboste parkgedeelte aan de oostkant bestaat grotendeels uit gemengd loofbos. De slingerpaden worden op enkele plaatsen begeleid door laanbeplanting. Dit parkgedeelte is zeer reliëfrijk. Verschillende hellingen zijn steil. In dit gedeelte bevinden zich verschillende ornamentele objecten. In de as voor het huis ligt de hertenkamp uit de jaren twintig van de 19de eeuw, met bovenaan de helling achter de open ruimte het vroeg 20ste-eeuwse hertenverblijf in chaletstijl (zie hiervoor onderdeel 13). De top van de helling heet de Apostelenberg; hier staan in een cirkel geplante linden. Voor het bestijgen van de heuvels zijn eenvoudige trappen in de helling gemaakt. Iets verder in noordelijke richting staat de Belvédère uit 1821 (zie hiervoor onderdeel 12); ten westen daarvan ligt de Ronde Weide, waar ten tijde van Van Heeckeren zwarte schapen graasden als romantische invulling en verrassingselement in het bos. Ten westen van het huis bevinden zich de restanten van de oude moestuin (zie hiervoor onderdeel 11).

Het westelijke parkdeel rondom de St. Jansbeek, bevat de meer opzienbarende onderdelen van de landschappelijke aanleg. Een reeks van vijvers wordt gevoed met water dat in hoofdzaak vanaf Zypendaal komt door middel van een duiker en een waterval. Behalve die functionele verbinding bestaat in het hoofddal ook een belangrijke visuele verbinding tussen Sonsbeek en Zijpendaal langs een zichtas. Binnen het park liggen twee zijdalen. In het meest noordelijke zijdal ligt de Parkweg. Dit dal is een grotendeels open ruimte omgeven door boswanden. Onderin dit zijdal ontspringt een korte waterloop met een kleine waterval, lager uitmondend in de Grote Vijver. Waar dit zijdal aansluit op het hoofddal staat de boerderij aan de Parkweg (zie hiervoor onderdeel 8). Het tweede zuidelijker gelegen zijdal ligt geheel in het bos. Ook hier bevindt zich een waterloop die uitmondt in de Koude Vijver. Tussen de Koude Vijver en de loop van de St. Jansbeek ligt een bronbos.

Bovenin het dal van de St. Jansbeek ligt de Grote Vijver (gegraven in 1806) met daarin een eiland. Rondom deze vijver en ook verder in het beekdal staan bomen in grotere en kleine groepen. Uit de Grote Vijver ontspringt de Grote Waterval met grot. Hiervoor werd de Geldersche Molen afgebroken in 1826 (zie hiervoor onderdeel 14). Na een kleine slinger in de waterloop is er een brug: de Hangbrug (zie hiervoor onderdeel 15), met direct daarna de Kleine Waterval (zie hiervoor onderdeel 14). Het daarop volgend slingerend beekgedeelte heeft een zijtak waardoor een schiereilandje wordt gevormd. Weer iets verder op ligt de Zwanenburg (zie hiervoor onderdeel 15). Na deze brug verbreedt de waterloop zich tot de Fonteinvijver, waarin behalve de fontein uit de jaren twintig van de 19de eeuw ook een eiland ligt. Tegelijk met de verbreding van de waterloop verbreedt zich ook de dalruimte en wijken de bosranden, waardoor een grote open ruimte wordt gevormd: de Grote Weide. De St. Jansbeek loopt langs twee watermolens (zie hiervoor de onderdelen 5, 6 en 7), omlijst door boomgroepen door deze open ruimte. Hogerop in de helling, afzonderlijk van het hierboven beschreven stelsel van waterpartijen ligt nog de Karpervijver tussen de boomgroepen ten zuidwesten van het huis.

Wegens de grote hoogteverschillen in het park zijn op enkele plaatsen afvoersystemen aangelegd, die het overtollige water van de hoger gelegen parkdelen (noord- en noordoostelijke deel) moeten afvoeren naar het beekdal van de St. Jansbeek. In sommige gevallen werden eenvoudige smalle gootjes gegraven (zie hiervoor onderdeel 14).

Tot aan het begin van de 20ste eeuw waren op een heuveltop aan de laan tussen de Ronde Wei naar de Grote Vijver twee nutsgebouwen te vinden: een ijskelder en een watertoren. Van beide zijn alleen nog een bakstenen ring en een vloer in het terrein waarneembaar.

In het park is sprake van diverse soorten historische hekwerken, geplaatst langs de buitenranden en langs weiden en bosranden. De smeedijzeren hekwerken (met name langs de Apeldoornseweg) verkeren nog in oorspronkelijke staat. Het zijn eenvoudige smeedijzeren hekwerken met vierkante hekstijlen met ingesnoerde beëindiging en ronde spijlen met afgepunte top. De stijlen zijn naar achteren toe afgeschoord middels gebogen steunen. De hekwerken bezitten aan boven- en onderzijde een horizontale regel.

Op diverse plaatsen bevinden zich rustieke houten hekwerken, gevormd uit ruwe boomtakken. De weide-afscheidingen, bestaande uit hoge, aan de bovenzijde afgeronde hardstenen en eiken palen met horizontale houten regels gaan eveneens terug tot het begin van de 19de eeuw. Deze hekwerken komen al op oude, vroeg 19de-eeuwse afbeeldingen van het park voor. Vergelijkbare hekwerken zijn op de buitenplaats Enghuizen te Hummelo - ook Van Heeckerenbezit - te vinden. In later jaren werden vele hardstenen palen vervangen door exemplaren in basaltlava, beton of hardhout.

Waardering

De TUIN- EN PARKAANLEG behorend tot de historische buitenplaats Sonsbeek is van algemeen cultuurhistorische en tuinhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens de gaafheid;

- wegens de kwaliteit van het ontwerp waarbij knap gebruik gemaakt is van de terreinomstandigheden en bestaande opstallen;

- als een fraai voorbeeld van een landschappelijke aanleg uit het begin van de 19de eeuw in samenhang met het in dezelfde tijd verbouwde hoofdgebouw;

- wegens de karakteristieke afwisseling van open en gesloten ruimtes;

- wegens de vista's vanuit en naar het hoofdgebouw over de vijvers en naar het beekdal;

- wegens het karakteristieke padenpatroon;

- wegens de opmerkelijke waterwerken;

- wegens de visueel-ruimtelijke context waarin de gebouwen een bewuste plaats hebben gekregen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
528857
Complexnaam
Sonsbeek
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS SONSBEEK ligt ten noorden van het centrum van Arnhem op een stuwwal en vertoont daardoor aanmerkelijke hoogteverschillen. De plaats wordt gekarakteriseerd door oude boomgroepen, open weiden, vergezichten en sprengen die uitmonden in een beekdal met vijverpartijen met watervallen en watermolens.

De in structuur en detail gaaf bewaard gebleven buitenplaats bestaat uit de volgende onderdelen: HUIS SONSBEEK (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), PAVILJOEN (3), PORTIERSWONINGEN (4), AGNIETENMOLEN MET FORELLENKWEKERIJ (5), WITTE WATERMOLEN (6), voormalige MOLENSCHUUR (7), BOERDERIJ (8), RENTMEESTERSWONING (9), TUINMANSWONING MET BLOEMENWINKEL (10), RESTANTEN 18DE-EEUWSE MOESTUIN (11), BELVEDERE (12), HERTENVERBLIJF (13), WATERVALLEN, GROT EN WATERGOTEN (14A-14E), BRUGGEN (15A-15B), TELLEGENBANK (16), TUINVAAS (17) en LORENTZMONUMENT (18).

In de 17de en vooral de 18de eeuw komen aan de noordzijde van Arnhem diverse landgoederen tot ontwikkeling. Sonsbeek is daar één van. De naam zou een verbastering zijn van St. Jansbeek, de beek die door het gebied stroomt en een belangrijke rol vervulde in het ontstaan van Sonsbeek. Langs de beek lagen sinds de dertiende eeuw zeven watermolens, waarvan er nog enkele resteren.

Sonsbeek kreeg zijn huidige vorm door de samenvoeging van de landgoederen Sonsbeek, Wildbaan en Hartjes- (of Hartgers)berg. De Wildbaan kwam al in 1778 bij Sonsbeek. In 1808 werd de Hartjesberg door Theodore baron de Smeth daaraan toegevoegd. De uitbreidingen en wijzigingen die Hendrik J.C.J. baron van Heeckeren van Enghuizen vanaf 1821 zou laten uitvoeren hebben uiteindelijk het huidige beeld van de buitenplaats bepaald. Kern van het geheel werd het landhuis op de Hartjesberg. Adriana van Bayen (1723-1755), eigenaresse sedert 1742, had het huis in 1744 naar ontwerp van Anthony Viervant laten bouwen ter plaatse van een ouder gebouw. Rond 1795 zijn twee zijvleugels toegevoegd door Roeloef Roelofs Viervant, neef van Anthony. Hierin waren een oranjerie en een koetshuis ondergebracht. Met name ten noorden van het huis lag in de 18de eeuw een stelsel van elkaar kruisende rechte lanen. Een vroeg landschappelijke aanleg aan de noordkant kwam in de jaren na 1778 tot stand door toedoen van de Arnhemse burgemeester mr. Gerhard Pronck, die er in dat jaar kwam wonen: ' Een nieuw aangelegd bosch (...) in een beste smaak aangelegd tot wandelingen, bepoot met beste vreemde en Inlandsche boomen, heisters en Akkermaalshout... (...) en parthijen in den Engelschen smaak...' (zie kaart J.M. de Man, 1809).

In 1808 werd het huis Hartjesberg met omgeving verkocht aan Theodorus baron de Smeth, die al in 1806 het landgoed Sonsbeek had weten aan te kopen. Hij liet een aantal wijzigingen in het aanwezige vroeg-landschappelijke park aanbrengen. De Kleine Waterval is van die tijd. In 1806 was de Grote Vijver - ooit een stuwvijver voor een watermolen ter plaatse - gegraven, mogelijk naar ontwerp van tuinarchitect J.P. Posth, die van 1802-1804 op het aangrenzende Zypendaal werkte. De bestaande waterpartijen die oorspronkelijk de waterbekkens waren van de molens, werden verbeterd en verfraaid. In eerste instantie konden de molens hierbij ongehinderd doormalen. Geleidelijk aan echter evolueerde de industriële ontwikkeling en werd de verfraaiing van het landgoed zodanig aangepakt dat in de loop van de 19de eeuw bijna alle watermolens zouden verdwijnen. De grootste omvang kreeg Sonsbeek onder Hendrik J.C.J. baron van Heeckeren van Enghuizen. Hij kocht het goed aan in 1821. De landschappelijke aanleg van het park werd gewijzigd en uitgebreid, mogelijk naar plannen van J.D. Zocher jr. Uit die tijd dateren in het lage deel van het park ondermeer de Grote Waterval met de grot. In het hoger gelegen deel verrees in 1821 de Belvédère (afgebeeld op de kadastrale minuut van 1821). Voorts liet Van Heeckeren een oranjerie met broeikas, een koetshuis en een nieuwe hoofdentree met dienstwoningen aan de Apeldoornseweg bouwen. De beide vleugels van het hoofdgebouw verloren hun oude functie van oranjerie en koetshuis en werden als woonruimte ingericht. Waarschijnlijk werd in deze periode ook aan het huis de monumentale hoofdingang in empirestijl aangebracht naar ontwerp van de Arnhemse architect Jacob Coers.

Tijdens de 'Geldersche Tentoonstelling van Nijverheid en Handel', die in 1897 op het landgoed werd gehouden, brandde eerst de oranjerie en twee maanden later ook het hoofdgebouw met koetshuis en stallen geheel uit. Hierbij zijn de 18de- en vroeg 19de-eeuwse interieurs verloren gegaan. Nadat in 1899 het landgoed Sonsbeek door de gemeente Arnhem, op aandringen van de toenmalige directeur Gemeentewerken J.W.C. Tellegen, was aangekocht en in de daarop volgende jaren een openbare functie kreeg, werd het huis in 1900 in gebruik genomen als hotel-pension. Naar adviezen van H.A.C. Poortman en L.A. Springer zijn enkele wijzigingen in de aanleg van het park doorgevoerd. Een aantal bouwwerken kwam tot stand. De Zwanenbrug werd in 1902 gebouwd, de Tuinmanswoning aan de Tellegenlaan 7 in 1904-1905.

In 1987 werd het in slechte staat verkerende huis ten behoeve van het Sonsbeek International Art Centre ingrijpend verbouwd. Intern werd het huis geheel nieuw vormgegeven.

De omgrenzing van het historische buitenplaatscomplex Sonsbeek wordt gevormd door de Zijpendaalseweg aan de westzijde, de Sonsbeekweg aan de zuidoostzijde, de Apeldoornseweg aan de oostzijde, de Wagnerlaan aan de noordoostzijde en de Parkweg aan de noordzijde.

De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming horende kaart aangegeven.

Waardering van het complex

Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS SONSBEEK is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- als uitdrukking van een ontwikkeling waarin het vroeg 19de-eeuwse landschapspark en het hoofdgebouw met bijgebouwen bewust tot een eenheid zijn gevormd;

- wegens het ontwerp van het hoofdgebouw in neoclassicistische vormen;

- wegens de stoffering van het park met een aantal 'follies';

- wegens de inpassing van bestaande gebouwen in een nieuw gemaakt landschapspark;

- wegens de bijzondere waterstructuren;

- als een van de buitenplaatsen ten noorden van Arnhem die in de 18de en 19de eeuw tot ontwikkeling zijn gekomen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Tellegenlaan 3 6814 BT Arnhem BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Landschapspark
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
M 1917 Arnhem
N 8102 Arnhem
N 7335 Arnhem
N 7356 Arnhem
N 4919 Arnhem
N 8103 Arnhem
N 6930 Arnhem
N 7350 Arnhem
N 7351 Arnhem
N 7347 Arnhem
N 6814 Arnhem
N 329 Arnhem
N 6813 Arnhem
N 7354 Arnhem
N 7349 Arnhem
N 7355 Arnhem
N 7831 Arnhem
N 6816 Arnhem
N 7353 Arnhem
N 7352 Arnhem
N 6926 Arnhem
N 7348 Arnhem
N 6928 Arnhem
N 1891 Arnhem
N 7906 Arnhem
N 7346 Arnhem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1920 1930 vervaardiging
Naar boven