Terug naar de krant

‘In de kern is de persoonlijkheid Remkes altijd hetzelfde gebleven’

Leeslijst interview

Interview | Johan Remkes, oud-burgemeester Na 45 jaar openbaar bestuur gaat VVD’er Johan Remkes met pensioen. Terugblikkend heeft hij weinig spijt. „Je weet dat je niet de populariteitsprijs krijgt.”

Leeslijst

Hij had een fiets gekocht, zou eindelijk gaan toeren door ‘zijn’ Groningen. Door de Ommelanden, het gebied rondom Groningen-Stad. Johan Remkes (69) was namelijk al met pensioen, anderhalf jaar geleden. De VVD’er was commissaris van de koning geweest, vicepremier, minister, staatssecretaris. Hij was Tweede Kamerlid geweest, gedeputeerde in Groningen, Statenlid, gemeenteraadslid. Na een carrière van meer dan veertig jaar in het openbaar bestuur vond Remkes het welletjes.

Maar toen kwamen er onverwacht wéér twee functies op zijn pad. Na het aftreden van partijgenoot Pauline Krikke werd hij waarnemend burgemeester van Den Haag. En hij was voorzitter van het Adviescollege Stikstof, dat het kabinet over dit thema moest adviseren.

Nu neemt Remkes opnieuw afscheid van politiek en bestuur. Al gaat hij niet achter de geraniums zitten. „Dan word ik een hele chagrijnige meneer.”

Over beide functies is „thuis wel vrij stevig gepraat”, vertelt hij op een van zijn laatste werkdagen op zijn kamer in het Haagse stadhuis. Wat meespeelde bij het ‘ja’ zeggen tegen het waarnemend burgemeesterschap, was dat hij zelf Jozias van Aartsen had gevraagd om waarnemer te worden in Amsterdam, na het overlijden van burgemeester Eberhard van der Laan. „Daar stond-ie ook niet bij te trappelen. Als je jezelf dan nog een beetje recht in de spiegel aan wilt kunnen kijken, dan weet je dat je niet nee kunt zeggen.”

Toen minister Carola Schouten (Landbouw, ChristenUnie) hem sms’te met het verzoek ‘Kan ik je bellen?’, waren zijn vrouw Nicolette en hij in Portugal met vakantie. „We zaten te eten. Dus mijn vrouw zei: ‘Eigenlijk niet.’ Maar zo werkt dat natuurlijk niet helemaal.”

Lees ook ‘Oliemannetje’ Remkes moet orde scheppen in Den Haag
Johan Remkes tijdens een coalitieoverleg over stikstof.

U wordt vaak ingevlogen om problemen op te lossen. Ziet u uzelf ook zo?

„Jaaa, dan verhef je jezelf tot een soort probleemoplosser. Tja, er ís een probleem…”

En u komt het oplossen.

„Het stikstofprobleem was voor mij niet helemaal verrassend. Ik had als commissaris van de koning steeds van die ingewikkelde berekeningswijzen langs zien komen en iedere keer veranderde de berekeningswijze weer. Dan voel je toch aan dat er een wat structureler probleem is, ook los van de uitspraak van de Raad van State [dat de staat meer moet doen tegen de uitstoot van stikstof].”

Voor de VVD kwam de stikstofcommissie met een lastige boodschap. De maximumsnelheid omlaag, beperkingen aan de groei van Schiphol. Houdt u daar rekening mee?

„Nee. Ik zit daar als onafhankelijk voorzitter. Als je je eigen politieke voorkeur in zo’n rol op de voorgrond plaatst en je eigen opvattingen erdoor wil drukken, dan wordt het een hopeloze mislukking. Dat was bij de staatscommissie [parlementair stelsel] zo en dat was bij het college stikstof niet anders. Dat is wel iets wat je op grond van je ervaring even heel goed tussen de oren moet hebben. Daar moet je dus ook niet voor weglopen.”

Voor Remkes gaat het om het dienen van de publieke zaak.

Waar kwam die keuze vandaan? Uw ouders wilden dolgraag dat u hun tuindersbedrijf zou overnemen.

„Ik heb verschillende periodes gehad. Als klein jongetje wilde ik brandweerman worden. Ik heb ook nog een notarisambitie gehad. En ik heb inderdaad, en die periode heeft langer geduurd, de ambitie gehad om mijn ouders op te volgen. Toen ik economie ging studeren, had ik in mijn achterhoofd: dan kun je altijd nog het bedrijf overnemen.”

Hij zucht. „En dan kom je op een gegeven ogenblik nauwer in aanraking met de politiek. Je wordt lid van de JOVD, lid van het hoofdbestuur. Dan gaat je dat steeds meer interesseren. En dan zie je ook steeds meer het belang in van een goed functionerende overheid, van een ordentelijk acterende politiek. Dat grijpt je dan.”

Waren uw ouders teleurgesteld of vooral trots?

„In het begin teleurgesteld, later trots.”

Wat is er met het bedrijf gebeurd?

„Het stopte. Nou ja, zo gaan dingen in het leven. Ik heb het wel een heel lastig dilemma gevonden. Maar achteraf heb ik geen moment spijt gehad.”

Terugblikkend heeft hij sowieso weinig spijt. Niet van keuzes, niet van functies, niet van opmerkingen waarmee hij in opspraak raakte. „Ik ben niet van de afdeling spijt. Natuurlijk, iedereen maakt in zijn leven fouten. Ik ongetwijfeld ook, dat moeten anderen maar zeggen. Maar om voortdurend sorry te zeggen, dat ligt niet zo in mijn aard.”

Lees ook ‘Je moet donders uitkijken dat je zelf geen tik van de LPF krijgt’

U had hele slechte pers door uw houding, soms omschreven als onbehouwen of...

„Nurks. Dat ben ik soms ook wel. Dat hangt van mijn stemming af.”

... maar recent heeft u heel goede pers.

Hij valt even stil. „Het zij zo. In de loop van de jaren ga je inhoudelijk meer relativeren. Maar in de kern is de persoonlijkheid Remkes altijd hetzelfde gebleven. Ik ben ook nooit van plan geweest om dat te veranderen.”

Heeft u ooit geleden onder uw imago?

Hij lacht. „Nee.”

U zei bij aanvang als burgemeester in Den Haag: ik zit hier niet om aan mijn populariteit te werken.

„Dat is altijd mijn houding geweest. Als je kiest voor het openbaar bestuur, dan weet je dat je niet de populariteitsprijs krijgt. Daarvoor ben je ook niet ingehuurd. Je moet beslissingen nemen die vervelend zijn, dat hoort erbij. Dat is dan het bijzondere aan het openbaar bestuur: dat doe je in het volle licht van de media en de samenleving. Zo hoort dat ook.”

Bent u wel aan het terugblikken, zo aan het einde van uw carrière?

„Ja... Maar dan denk je primair toch terug aan wat ik hier in Den Haag heb meegemaakt. Of als commissaris in Noord-Holland. Het meer fundamentele reflecteren op wat er in de loop van de jaren allemaal gebeurd is, daar komt wel een andere gelegenheid voor.”

Memoires gaat hij niet schrijven. Dat past ook niet bij Remkes. In al die jaren dat hij publieke functies bekleedde, heeft hij maar een handvol persoonlijke interviews gegeven. Als hij met de pers sprak, ging het altijd over zijn werk. Niet over zichzelf.

Dat is een bewuste keuze geweest, legt hij uit. „Ik heb met mijzelf afgesproken: je gaat bij de televisie niet in spelletjesprogramma’s zitten. Je houdt privé en zaken gescheiden. Ik vind dat de zakelijkheid in de discussie daarmee gediend is. En ik wilde absoluut niet met mijn gezicht in de roddelbladen, daar heb ik ongelukken van zien gebeuren. Het leidt af van waar je voor staat.”

Er komt dus geen boek waarin Remkes terugblikt op zijn leven en carrière. Dat vindt hij te vaak een „poging om recht te praten wat in de ogen van sommigen krom is”. Maar, zegt hij schalks, hij overweegt nog wel om een boek te schrijven „met een aantal wijze lessen, waar de samenleving zijn voordeel mee kan doen”. Wat voor lessen dat zijn, wil Remkes niet zeggen. „Daar heb ik nog onvoldoende over nagedacht.”

Hij belooft in elk geval dat hij niet ‘het orakel uit Groningen’ wordt, zoals VVD’er Hans Wiegel in Friesland. „Ik zal zo af en toe nog weleens mensen tegenkomen. Die zal ik vertellen wat ik van dingen vind. Maar ik was niet van plan om in de publieke sfeer nog allemaal wijsheden uit te storten. Daar schiet niemand iets mee op. Noch degene tot wie de boodschap gericht is, noch ikzelf.”

Zou u zichzelf nog als VVD’er bestempelen?

„Ja. Ik ben ook nog steeds vol overtuiging lid van de VVD. Het liberalisme is wat mij betreft wel iets meer dan alleen vrijheid. Ik heb altijd heel sterk de koppeling van verantwoordelijkheid en sociale rechtvaardigheid gevoeld... Als je mensen uit de goot kunt halen, dan moet je ze d’r uit halen.”

Op het terrein van buitenlandse politiek is hij altijd vrij rechts geweest, zegt hij. „Als het gaat om het echte economische beleid, ook. Bij het sociale beleid heb ik altijd iets meer aan de linkerkant gezeten. En qua vrijheidsrechten ook. Abortus, homohuwelijk, euthanasie – de individuele vrijheid. Dat is bij de VVD bij heel veel mensen zo. Je bent het nooit voor de volle honderd procent met iemand of met een partij eens.”

Hij had nog wel senator willen worden. „Ik ben daarover benaderd. En toen heb ik tegen de VVD gezegd: als jullie een Eerste Kamerlid willen dat Johan Remkes heet, dan ben ik daartoe bereid.”

Het ging niet door. Mede omdat er, zo zegt Remkes zelf, een „lastige situatie” had kunnen ontstaan omdat hij ook voorzitter van de staatscommissie was die onderzoek deed naar het parlementair stelsel – inclusief het bestaansrecht van de Eerste Kamer. „Achteraf spijt het mij helemáál niet dat ik niet de Eerste Kamer in ben gegaan. Want dan had ik geen burgemeester in Den Haag kunnen worden en had ik zeker niet voorzitter van het Adviescollege kunnen zijn. En die ervaringen had ik niet willen missen.”

Niet dat het burgemeesterschap ‘leuk’ was. Hij noemt het eerder „weer een verrijking voor mijn leven”. „Ik viel in een situatie die allerminst aanleiding gaf om daar heel opgewekt naar te kijken. En corona legt natuurlijk beperkingen op aan het contact dat je hebt met de bevolking.” Al die demonstraties, „van boeren tot bouwers tot klimaatactivisten”, vond hij wel mooi. „Daar zat een aantal heel boeiende ervaringen bij.”

Nu gaat hij dan toch eindelijk minder werken. „Ik zal ongetwijfeld weer meer gaan lezen. Met vrienden zo af en toe een borreltje drinken. Dat soort dingen. Gewoon, een beetje reláxter in het leven staan.” En hij gaat dus eindelijk die fietstochten maken. Maar verwacht geen snelheidsrecords, zegt hij. „Ik heb absoluut niet de ambitie om daar onevenredig veel inspanning bij te verrichten.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 3 juli 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in