Terug naar de krant

De dwarse ambtenaar die altijd gelijk meende te hebben

Leeslijst recensie

Arthur Docters van Leeuwen In zijn postuum verschenen memoires laat deze eigenzinnige en markante topambtenaar van niemand iets heel.

Leeslijst

Een ‘hork’ werd hij door sommigen genoemd. Het was slechts één van de vele typeringen die aan hem zaten vastgeklonken. Toen Arthur Docters van Leeuwen deze zomer op 75-jarige leeftijd overleed kreeg dat veel aandacht. Bijzonder voor een man die in zijn werkzame leven vooral ambtenaar was. Maar hij was dan ook een opvallend dwarse ambtenaar en daarmee een ‘Bekende ambtenaar’, die niet te bescheiden was om zijn ervaringen op schrift te laten stellen. Gelukkig maar.

De toon wordt al direct gezet als hij verhaalt over het jongensclubje dat hij en een aantal vrienden van de lagere school in de jaren vijftig in Zeist hadden opgericht. TV, heette het: Trouwe Vrienden, een afkorting waarvan de betekenis pas werd onthuld nadat iemand was toegelaten. Docters van Leeuwen: ‘Iedereen vond het doodnormaal dat ik voorzitter was van TV, ikzelf ook. Het hield niks in, behalve dat ik zei wat we gingen doen. Er kwamen wel beraadslagingen, maar ik nam het besluit.’

Volgens dat patroon verliep het hele verdere leven van één van de meest markante ambtenaren die Nederland de afgelopen decennia heeft gekend. Docters van Leeuwen was de baas. Althans dat vond hij zelf. Anderen vonden dat niet altijd. En dan ging het mis. Er ging dan ook het nodige mis in de carrière van de man wiens door Lars Kuipers opgetekende memoires nu zijn verschenen. Een spoor van vernieuwing luidt de meer dan toepasselijke titel. Want inderdaad, ongemerkt gebeurde er haast nooit iets bij Docters van Leeuwen, die alleen al opviel door zijn intimiderende, gedrongen lichaam zonder nek, en bril met ‘jampotglazen’.

Verandermanager

Zijn zwakke gestel en uiterlijk maakten het kind Arthur weerbaar. ‘Ik was ziekelijk. Ik was dik, ik droeg een bril. Als je niet dood gepest wil worden moet je van geen wijken weten. Ik ben strijdbaar groot geworden’, zegt hij in het boek. En groot werd hij in ambtelijk Den Haag: als reorganisator van de politie, als reorganisator van de inlichtingendienst, als reorganisator bij het Openbaar Ministerie en aan het slot van zijn werkzame leven als toezichthouder bij de financiële sector.

Docters van Leeuwen was een verandermanager voordat het woord bestond. Uitgesproken over niet functionerende collega’s – dat waren er veel in zijn ogen – en weinig subtiel in zijn handelen. Docters van Leeuwen praat er openhartig en met humor over in het boek. Kritische zelfreflectie ontbreekt, maar daardoor is het wel authentiek. Het boek had ook ‘Ik had altijd gelijk’ kunnen heten.

De jongen die zo moest vechten in zijn jeugd (‘Eén keer, toen de leraar wat later was, heb ik alle jongetjes een pak slaag gegeven, de leider eerst en vervolgens de een na de ander.’) zette zich na zijn rechtenstudie in 1969 aan een klassieke ambtelijke departementale carrière die hem binnen enkele jaren bij de ministeries van Binnenlandse Zaken, Landbouw en Financiën bracht. Bij Financiën leerde hij de wereld van het slim begroten kennen. Als hoofd van de directie politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken – waar hij na een paar snelle promoties in 1980 belandde – maakte hij dankbaar gebruik van die kennis. Hij goochelde met aantallen politiemensen en kon daarmee klagende burgemeesters tevreden stellen.

Panty’s bij de HEMA

Bij zijn vaak dodelijke beschrijving van het Haagse kantoorleven resoneert soms Voskuils Het Bureau. Het levert soms pareltjes op. ‘Niet zichtbaar zijn als ambtenaar, onmerkbare vooruitgang. Dat was de cultuur bij Binnenlandse Zaken. Dat gold zeker ook voor secretaris-generaal Vis, die werkelijk helemaal niets deed. Hij vertelde me een keer dat hij het gelukkigst was als hij in Zuid-Frankrijk in een meertje lag en naar de zon keek. Roerloos in een meertje liggen, dat was het grootste geluk voor de secretaris-generaal en zo gedroeg hij zich ook. Tussen de middag troffen we hem geregeld aan bij de HEMA in de Grote Marktstraat als hij panty’s stond uit te zoeken voor zijn secretaresse.’

Zelfverzekerdheid gecombineerd met een flinke dosis venijn waarbij niets en niemand wordt ontzien – behalve Docters van Leeuwen zelf dan – is de constante in het boek. Het leest soms als een cursus ‘hoe-overleef-ik-de-krochten-in-Den Haag’, hoewel Docters van Leeuwen Den Haag zelf uiteindelijk niet heeft overleefd. Hij was eind jaren negentig als hoofd van het College van procureurs-generaal het middelpunt in een conflict met zijn ‘baas’ minister Winnie Sorgdrager van Justitie. Over dat baas zijn, oftewel de zeggenschap van de minister over de procureurs-generaal en de loyaliteit die zij van hen eiste, ging de ruzie die tot zijn ontslag leidde.

Zijn beschrijving van binnenuit van de gang van zaken laat twintig jaar later nog altijd een ontluisterend beeld zien over de botsing tussen staande magistratuur, ambtenarij, politiek en ego’s. Geen twijfels over zijn eigen rol. Aan het slot van het boek waar hij de balans van zijn loopbaan opmaakt komt hij niet verder dan: ‘Ik ben slecht behandeld en ik blijf zitten met de vraag waarom.’ Het ontslag is hem blijven achtervolgen.

Een spoor van vernieuwing is een woest boek, niet rancuneus maar wel met talloze harde oordelen. Zelfs koningin Beatrix moet het ontgelden: ‘ze houdt geen moment haar mond’. De ongeduldige dwarsligger neemt geen blad voor de mond en toont daarmee zijn kwetsbaarheid. Maar het boek laat ook haarfijn zien hoe nodig figuren als Docters van Leeuwen voor in zichzelf gekeerde organisaties kunnen zijn. Tenminste: voor even dan. Hij was een eigenwijs iemand, beschikkend over de nodige zelfspot. Een zeldzame combinatie. Geweldig dat dit nu allemaal valt terug te lezen.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 6 november 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in