Terug naar de krant

Architect Wim Quist, de magiër van de kubus

Leeslijst necrologie Architectuur

Wim Quist (1930-2022) Architect Wim Quist was wars van mode en trends. Hij sloot met zijn werk aan op het vooroorlogse Nieuwe Bouwen. Maar dit betekende niet dat hij de toverformule ‘form follows function’ gebruikte.

Leeslijst

De zaterdag op 91-jarige leeftijd overleden architect Wim Quist gold lange tijd als het geweten van de Nederlandse architectuur. „Architectuur is niet de allerindividueelste expressie van de architect”, zo hield Quist zijn vakgenoten eens voor. „Architectuur is kwetsbaar en kent geen concessies”, voegde hij hier later geheimzinnig aan toe.

Quist, die van 1975 tot 1979 Rijksbouwmeester was, toonde zich in zijn werk en opvattingen wars van modes en trends in de architectuur. Van het postmodernisme, dat in de jaren zeventig ook in Nederland voorzichtig opkwam, moest hij niets hebben. Ook in hightech-architectuur, zoals het Centre Pompidou in Parijs uit 1977, zag hij niets.

Met de architecten Carel Weeber (1937) en Jan Hoogstad (1930-2018) keerde Quist zich in de jaren zeventig ook tegen de toen heersende ‘nieuwe truttigheid’ in de Nederlandse architectuur, waarin knusheid en de menselijke maat voorop stonden. Architectuur, als het resultaat van langdurig denken en ontwerpen, moest niet door de gebruikers worden ingevuld, vond Quist. Hij gruwde van kasten, plantenbakken en andere toevoegingen van gebruikers die de orde van zijn weloverwogen architectuur verstoorden.

De watertoren van Eindhoven.
Foto Cees Mastenbroek

Vliegende start

Als architect bij de Gemeentewerken in Rotterdam had Quist een vliegende start, toen hij in 1959 op 29-jarige leeftijd de opdracht kreeg voor het ontwerp Drinkwaterproductiebedrijf Berenplaat in Rotterdam. Vooral het filtergebouw met zijn woud van trechtervormige betonconstructies is nog altijd indrukwekkend. Op zijn debuut volgde een stroom opdrachten, niet alleen voor utiliteitsgebouwen als de watertoren in Eindhoven uit 1970 en het dienstgebouw van de Stormvloedkering Oosterschelde uit 1986, maar ook voor een opmerkelijke reeks musea, waaronder de uitbreiding van het Rijksmuseum Kröller-Müller uit 1977, het Maritiem Museum in Rotterdam uit 1988 en het Museum Beelden aan Zee uit 1994 in Scheveningen. Quists zichtbaarste en daarom bekendste werk is het kantoorgebouw Willemswerf uit 1988, een ruim 90 meter hoge doos aan de Maas in Rotterdam die wordt doorkliefd door een diagonale wig.

Onveranderlijk bestaat Quists ‘neorationalistische’ architectuur uit configuraties van een beperkt aantal eenvoudige stereometrische vormen zoals kubussen en balken. Zo oogt Quists Schouwburg in Rotterdam vanaf het Schouwburgplein als een compleet gesloten doos op kolommen waaraan, als een ode aan de kubus, drie open kubussen zijn gehangen.

De Schouwburg in Rotterdam vanaf het Schouwburgplein met de drie open kubussen.
Foto Andreas Terlaak

Met hun ogenschijnlijk simpele geometrie en gemaakt van veelal beton, staal en glas, sluiten de gebouwen van Quist aan op de ‘functionalistische’ architectuur van het Nieuwe Bouwen uit het interbellum. Net als de vooroorlogse Nieuwe Bouwers geloofde Quist dan ook dat alleen een doelmatig gebouw mooi kon zijn. Maar dit betekende voor hem niet dat ontwerpen slechts een kwestie was van het gebruik van de functionalistische toverformule ‘form follows function’. Elk ontwerp was weer een moeizame zoektocht naar wat hij ‘de essentie van de architectuur’ noemde. Wat dit precies was, kon hij moeilijk onder woorden brengen, reden voor de criticus Hans van Dijk (1948-2021) om Quists ontwerpen in NRC Handelsblad te karakteriseren als ‘de magie van de kubus’.

Kantoorgebouw Willemswerf aan de Nieuwe Maas in Rotterdam.
Foto Tobias Kleuver/ANP/Hollandse Hoogte

Architect’s architect

De magische kubussen van Quist werden vooral gewaardeerd door fijnproevers en maakte hem tot een ‘architect’s architect’. Het grote publiek was niet altijd gecharmeerd van zijn werken. In de 21ste eeuw moest Quist dan ook meemaken dat zijn werk onder handen werd genomen. Zo werd in 2010 de foyer van de Rotterdamse Schouwburg gezelliger gemaakt door de kale betonnen wanden te bekleden met tapijt en de plafonds te betimmeren met houten latten. Met lede ogen zag Quist de ‘verburgerlijking’ van zijn kwetsbare architectuur aan.

Maar in 2021 liet hij het er niet bij zitten en dwong hij het Rotterdamse drinkwaterbedrijf Evides met een rechtszaak tot een bouwstop van de uitbreiding van het drinkwaterproductiebedrijf Kralingen in Rotterdam uit 1977. Dat zijn kantoorgebouw van de Morgan Trust Bank uit 1994 in Amsterdam vlak voor zijn dood alweer werd gesloopt, kon hij niet voorkomen.

Correctie 12 juli 2022: In een eerdere versie werd melding gemaakt van Museum aan Zee in Scheveningen. Dit moet zijn Museum Beelden aan Zee en is hierboven aangepast.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 12 juli 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in