Terug naar de krant

De zorgende vader rukt op, vooral onder hogere inkomens: ‘Als zorgen voor je kind heel duur is, doe je het niet’

Leeslijst achtergrond

Vaderschap Ooit liep Nederland voorop met geboorteverlof; nu haalt het een achterstand in. Partners mogen, dankzij de EU, bijna vier maanden verlof opnemen tegen 70 procent van het loon. Vooral ouders met hogere inkomens maken er gebruik van.

Leeslijst

De deur zwaait open en Frank Meijer wurmt zich er met twee maxicosi’s en een bigshopper doorheen. „Iedereen zit met smart op jou te wachten!” glimlacht locatiemanager Paul Kras.

Nog vijf minuten, dan begint de les.

Verderop in het zwembad gaan de ouders met hun baby’s alvast het water in, Meijer (38) is nog bezig met zijn schoenen en zijn sokken.

„Ze zijn alweer een week groter hè”, zegt Paul Kras lonkend naar de tweeling.

Geknik.

Twee minuten. Hup, omgekleed. Nu de baby’s. Eén voor één. Sok, broek, trui… Met een tweeling kost alles meer tijd, maar Frank Meijer is razendsnel. Hij kent het verschil tussen een gewone romper en een overslagromper en weet de drukknoopjes feilloos te vinden. Twee aan de zijkant, drie onderin. Sommige rompertjes hebben de drukknopen andersom, nét iets vervelender. „Maar na het eerste knoopje ben je er wel achter.”

„Heb je al gegeten deze ochtend, Frank”, vraagt Paul Kras.

Meestal lukt één boterham wel, vandaag niet. Zijn vrouw had een werkborrel dus stond Meijer er gisteravond alleen voor. Vier jonge kids. Desondanks heeft-ie alles voor het klasje babyzwemmen voorbereid. Twee stapeltjes schone kleding liggen klaar in de tas.

„Komt u maar”, roept de zwemdocent klokslag half tien, vrijdagochtend. Twee vaders in de kring stappen opzij als Frank Meijer het water in springt en één van zijn baby’s aanpakt. De andere neemt de zwemdocent in haar armen.

En daar gaan ze, zingend met hun kleintjes in het water.

Goe-de-morgen A-lice, blij je weer te zien
Wie zwemt er naast je, weet je dat mis-schien

Noem het een kleine revolutie. Toen locatiemanager Paul Kras zeven jaar geleden begon met babyzwemmen in R&A Sports & Swimming in Amersfoort-Vathorst, deed incidenteel een vader mee. Spartelend in z’n eentje in een bad vol moeders. En nu? Wacht. Kras telt de aanmeldingen vanachter zijn laptop. Eén, twee, drie, vier, vijf. Vijf vaders! En… zeven moeders! Het heeft de les niet veranderd. Alhoewel, de moeders zijn wat meer van de liedjes, de vaders van de actie. „Klimmen, klauteren, spetteren.”

De verhouding man-vrouw bij het babyzwemmen is nog niet half-half, en Amersfoort-Vathorst is een nieuwbouwwijk met relatief veel hoogopgeleide tweeverdieners. Maar toch, zou het een teken zijn? Zou het einde van de stalled (vastgelopen) genderrevolutie – het gegeven dat de emancipatie van de vrouw al die jaren beperkt is gebleven tot het werkdomein – in zicht zijn? Zou de (hetero)man nu ook zijn rol thuis, als verzorger en huisman, gaan pakken?

Als zorgen voor je kind heel duur is, doe je het niet

Er is sinds de uitbreiding van het geboorteverlof voor partners de afgelopen jaren zeker iets veranderd voor vaders. Lange tijd hadden mannen na de geboorte van hun kind recht op twee dagen verlof: één om bij de bevalling te zijn en één om het kind aan te geven bij de burgerlijke stand. Daarmee was de impliciete boodschap van de overheid: ‘Gaat u maar weer werken, uw vrouw regelt het thuis verder wel.’

Onder invloed van politiek en maatschappelijke organisaties is de verlofregeling vanaf 2019 stapsgewijs uitgebreid. Eerst tot vijf dagen betaald kraamverlof voor de partner, sinds 2020 heeft de partner daarnaast recht op vijf weken verlof tegen 70 procent van het salaris en sinds augustus vorig jaar is er onder druk van de Europese Unie bijkomend ook recht voor beide ouders op negen weken betaald ouderschapsverlof – eveneens tegen 70 procent salaris, op te nemen in het eerste jaar na geboorte.

Eén plus vijf plus negen weken, dat maakt bijna vier maanden verlof! Nodig, schreef de Sociaal-Economische Raad in aanloop naar de wet, want het eerste jaar is een „cruciale” fase. „Niet alleen voor de ontwikkeling van het kind, maar ook voor het arbeidsmarktperspectief van ouders. Zij maken in dat jaar keuzes voor werk- en zorgpatronen die ze veelal in het vervolg van hun loopbaan handhaven.”

Een gelijkere verdeling van betaalde arbeid en zorg tussen man en vrouw, dat is het streven.

En?

Uit een eerste evaluatie afgelopen zomer – dus nog vóór de laatste uitbreiding – concludeerde minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, CDA) dat bijna driekwart van de vaders of partners het aanvullend geboorteverlof van zes weken opnam. Het overige deel zei het verlof niet nodig te hebben of wel te willen, maar financieel niet te kunnen veroorloven. De partners die er wél gebruik van maakten, deden dat vooral om „meer tijd” met hun pasgeborene door te brengen.

Maar of de verlofregeling ook leidt tot een sterkere band tussen partner en kind, een evenwichtiger taakverdeling thuis en een grotere arbeidsparticipatie van de vrouw? Voor zulke conclusies, schreef Van Gennip, is het nog te vroeg. „Een cultuuromslag kost enige tijd.”

Heeeee-likóp-ter, heeeee-likóp-ter.
Mag-ik-met-jou-mee-omhoog

„Ken je die Netflix-documentaire over de Formule 1?” Vanaf de kant ziet Michael Jacobsz (37) glunderend hoe zijn vrouw met hun dochtertje door het water vliegt. „Pas toen ik die documentaire had gezien, snapte ik hoe het werkt, dat racen. En dan ga je ervan houden.” Zo voelde die zes weken verlof ook voor hem. Hij heeft zijn dochtertje echt leren kennen. „Ik weet nu wie ze is.” En ja, hij doet ook de nachtdiensten mee, want „je wordt samen ouder”. En zo ervaart zijn vrouw ook meer rust, en daar heeft hij weer plezier van. „Happy wife, happy life, toch? Wacht, ik ga even wisselen…”

Michael Jacobsz springt erin.

Vis-je vis-je, in de zee
Zwem jij lekker met me mee

De vaders deze ochtend doen vrijwel allemaal iets met computers. Software-engineer, data-consultant. Ze hebben vooruitstrevende werkgevers en maken meestal maximaal gebruik van de verlofregelingen. Slechts bij één van de vaders reageerden collega’s – de vijftigplussers – minder begripvol. ‘Oh, dus je hebt vier maanden vrij?’ ‘Nee, geen vrij. Ik ga mijn kind verzorgen.’ Sommige ouders zijn samen bij het babyzwemmen, ze hebben tegelijkertijd verlof opgenomen. „Heerlijk”, zegt Mirjam Jacobsz (30). „Samen de luier, samen het flesje, samen een grapje maken met de baby. En heel veel geld uitgeven aan lunches, wat moet je anders?”

Twéé dagen verlof? De ouders bij het babyzwemmen kunnen zich bij de oude regeling al niets meer voorstellen. Ja, sommigen hebben vrienden die het ooit zo deden. Dan zat de vrouw na twee dagen alleen thuis op de bank, „dat voelde wel echt alléén”. Maar eerlijk? De huidige verlofregeling mag van hen zelfs nog wel wat ruimer.

Mijn Zweedse man moest echt wel even slikken toen-ie hoorde wat hier de regelingen zijn

„Het ouderschap is echt wel wennen”, zegt Cindy Caljouw (28), die, terwijl haar partner hun kindje in het zwembad bewatert met een gieter, wat later is aangewaaid omdat ze een PowerPoint-presentatie moest afmaken op haar telefoon – „laptopprobleem”. Vooral de combinatie werk-gezin vindt ze pittig. De ene na de andere meeting, terwijl haar geest volgestopt met moederhormonen afdwaalt naar geprakte banaan. Oppas is niet zomaar geregeld. Ze werken allebei en hun beide ouders wonen niet in de buurt. „Heel Instagram staat vol met: it takes a village to raise a child. Nou, hoe dan?”

„Je hebt langer nodig om te wennen aan je nieuwe rol in het gezin”, zegt Lisa Viktorsson (32), eveneens langs de kant. „Je kind leren kennen, de taakverdeling, je liefdesrelatie bijhouden.” Haar man is Zweeds en daar hebben beide partners een jáár verlof, waarna de kinderen bijna gratis (je betaalt max 3 procent van je bruto salaris) en voltijds naar de kinderopvang gaan. Het is opvallend, zegt Viktorsson, hoeveel mannen er in Zweden achter de kinderwagen lopen, en hoe vanzelfsprekend Zweedse mannen het vinden om zorg en huishouden gelijkwaardig te verdelen. „Mijn man moest echt wel even slikken toen-ie hoorde wat hier de regelingen zijn.”

Nederland komt van ver, dat moet gezegd. We zien onszelf graag als vooruitstrevend, maar wie worden gebeld door het consultatiebureau voor een afspraak, door de kinderopvang als het kind ziek is, door de basisschool als er een hoofdluis is aangetroffen? Moeders. Moeders, moeders, moeders.

En dat ligt niet per se aan de vaders, zegt Renske Keizer, hoogleraar familiesociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Nederland is nu eenmaal een land met een ‘moederschapsideologie’. „Veel meer dan de Scandinavische landen, en ook dan de Oost-Europese.”

Steeds meer vaders nemen verlof om voor hun baby te zorgen. Elke vrijdag is er baby zwemmen waar ook steeds meer vaders te zien zijn.
Fotografie Mona van den Berg
14-04-2023 Zwembad Amersfoort Mona van den BergSteeds meer vaders nemen verlof om voor hun baby te zorgen. Elke vrijdag is er baby zwemmen waar ook steeds meer vaders te zien zijn.
14-04-2023 Zwembad Amersfoort Mona van den BergSteeds meer vaders nemen verlof om voor hun baby te zorgen. Elke vrijdag is er baby zwemmen waar ook steeds meer vaders te zien zijn.
Steeds meer vaders nemen verlof om voor hun baby te zorgen. Elke vrijdag is er baby zwemmen waar ook steeds meer vaders te zien zijn.
Fotografie Mona van den Berg

Het heeft volgens Keizer alles te maken met beleid. Ooit, rond 1930, was Nederland een van de eerste landen dat het zwangerschapsverlof invoerde. Maar terwijl veel andere Europese landen ook de verlofregelingen voor vaders verruimden, koos Nederland in de jaren na de oorlog voor het deeltijdmodel. In plaats van faciliteren dat vrouwen fulltime gingen werken, haalde de overheid gastarbeiders hierheen om de samenleving weer op te bouwen. Deeltijd werd in wetgeving en cao’s aantrekkelijk gemaakt: goed voor de economie en fijn voor de werkgever, zo’n flexibele schil. Maar wel met het idee: deeltijd voor de vróúw.

De man als hoofdkostwinner en de vrouw als hoofd huishouden en gezin. Alles, van schoolroosters, tot partnerpensioenregelingen en de relatief dure kinderopvang, was op dit model gericht. Met als onderliggende overheidsboodschap: zorg vooral ook zélf voor uw kind. Een liberaal gedachtegoed – niet te veel overheidsbemoeienis – speelde mee, en het lang heersende idee – „wetenschappelijk achterhaald” – dat moeders beter dan vaders in staat zijn om te zorgen voor een kind.

En zo stokte in de jaren tachtig de genderrevolutie die twintig jaar eerder zo voortvarend was gestart. Vrouwen gingen deelnemen aan de arbeidsmarkt en aan de politiek en behalen inmiddels meer universitaire diploma’s dan mannen. Maar op het moment dat hun carrière stevig in de steigers staat raken ze zwanger en besluiten zij, en niet de mannen, om minder te gaan werken. Het gevolg: een inkomensverlies op lange termijn van zo’n 40 procent, volgens het CPB. Terwijl de man er slechts 5 procent op achteruitgaat. Een ‘kinderboete’ die vrouwen nooit meer inhalen.

Beleid beïnvloedt cultuur - en andersom-, is de overtuiging van hoogleraar Renske Keizer. Dus je kunt wel evenveel willen zorgen voor je kind, „maar als dat heel duur is, doe je het niet”. Daarom is de verruiming van de verlofregelingen voor vaders volgens haar een belangrijke stap naar gelijkwaardigheid. Het kan ertoe leiden dat de normen veranderen. Maar niet gelijk. Zoiets gaat sluimerend. „Cultuur is hardnekkig.”

Even een uitstapje, om te zien hoe het sluimert. Op naar de Prénatal, pal aan de overkant van het zwembad in Amersfoort-Vathorst. Daar, aan de A1, in zowat de grootste baby-megastore van Nederland, ziet de 61-jarige Ellen Beerthuizen, al twintig jaar verkoopmedewerker, hoe de gestokte gender revolutie weer langzaam vaart begint te maken.

Allereerst: veel meer vaders in de winkel. Twintig jaar geleden was de man in de Prénatal helemaal niet in beeld, „of hij sjokte achter zijn vrouw aan”. En nu? Vaders komen naar Beerthuizen toe en vragen: ‘joh, wat is nou het verschil tussen de ene en de andere fles’. Vaak hebben ze zich al online ingelezen, „vooral over de technische dingen”. Ze komen samen, maar ook alleen. Op papadagen, of tijdens hun verlof. Lijstje in de hand: dit wil ik hebben. „Ze zijn wat doelgerichter dan vrouwen.”

Ellen Beerthuizen staat steevast op de afdeling ‘hardware’: flesjes, kinderwagens, autostoelen. Dat zijn de producten die het meest op mannelijke interesse kunnen rekenen – „meer dan fashion”. En wat de mannen helemaal geweldig vinden, vertelt ze, zijn de volautomatische wiegjes. „Hier, kijk…” Beerthuizen zet er eentje aan. Een op afstand bestuurbaar zitje met vijf standen, bluetooth, white noise, mp3… Er zitten knopjes op, daar wordt de man door getriggerd. „En je kunt er ook Rammstein op laten horen.” Een zoethoudertje, zegt Beerthuizen, die haar arm erop legt. „De man ziet het gemak ervan. Maar voor de vrouw is de prijs vaak nog een struikelblok.” 400 euro kost-ie.

Nog zo’n verschil met vroeger: „Het lijkt alsof man en vrouw nu sámen zwanger zijn”. Boven de Prénatal zit een echocentrum en ooit kreeg de vrouw alleen een medische echo. Nu zijn het er vier, vijf, zes, deels pretecho’s, en de toekomstig vader zit erbij. „De man heeft nu veel meer een beeld van de baby, letterlijk.” Na afloop ziet Beerthuizen de stelletjes met echofoto in de hand afdalen naar de winkel en, als het hun eerste is, verbijsterd om zich heen kijken – ‘in wat voor wereld zijn we beland?!’ Daarna kopen ze alvast iets kneuterigs. Een sokje, een rompertje, „wennen aan het idee”.

In de wereld van Prénatal is het succes van de man niet meer gedefinieerd door zijn prestaties in de zakenwereld of op het voetbalveld, maar ook als vader. Vitale vaders komen je lachend tegemoet in online reclame-uitingen en op billboards in de winkel. Vaders die met een draagzak om genieten in het park, verliefd kijkend terwijl ze hun baby in de lucht houden. Niet voor niets heeft Prénatal de term ‘Mama Mazzeldagen’ – de halfjaarlijkse kortingsweek – drie jaar geleden verruild voor ‘Mega Mazzeldagen’.

 

Wensdenken of realiteit? Pak de Emancipatiemonitor van het SCP erbij en je ziet over de tijd vooral grafieken met licht hellende lijnen. In de richting van gelijkwaardigheid, dat wel. Maar cultuur is, zoals hoogleraar Renske Keizer al zei, hardnekkig.

Het aandeel vrouwen dat werkt neemt jaarlijks toe, net als hun gemiddelde arbeidsduur. Maar het is nog altijd ruim tien uren in de week minder dan de man, en hun bruto uurloon is 15 procent lager. En al zijn mannen sinds de jaren zeventig iets meer tijd aan huishouden en kinderen gaan besteden, hun aandeel is nog altijd lager. En al zijn vaders er minder van overtuigd geraakt dat een vrouw geschikter is om kleine kinderen op te voeden dan een man (in de jaren tachtig dacht 60 procent er nog zo over, nu 30 procent), slechts één op de zes ouders met minderjarige kinderen heeft werk en zorg gelijk verdeeld. Terwijl een meerderheid van de ouders dat wél zou willen.

Slechts één op de zes ouders met minderjarige kinderen heeft werk en zorg gelijk verdeeld

Wie een gelijkwaardige samenleving wil, zal er hard aan moeten trekken. Zelfs in Scandinavische landen, waar de overheid al sinds de jaren zestig aan de emancipatieknoppen draait, gaat het volgens Renske Keizer niet vanzelf. En dus helpt het niet dat de Nederlandse overheid, tegen de wens van de Europese Unie in, heeft bepaald dat volgens de nieuwe verlofregeling partners tot 70 procent van hun loon van de overheid krijgen vergoed – en niet 100 procent.

Volgens een recenter onderzoek maakt 85 procent van de huishoudens met een netto-inkomen boven de 4.000 euro gebruik van de regeling, onder die inkomensgrens is het 63 procent. Keizer: „De overheid heeft een financiële barrière opgeworpen, die zit gelijkwaardigheid in de weg.”

Oké, nog één uitstapje dan. Het schoolplein op de Wiekslag, Amersfoort-Schothorst aan de overzijde van de A1. Hemelsbreed drie kilometer van het babyzwemmen.

„Vaders?” Een moeder met kinderwagen kijkt glazig. Ze heeft zojuist haar drie kinderen opgehaald van de naschoolse activiteiten. Wacht. „Waar is Mayun?” Ze steekt de weg over, haar kroost met bal onder de arm erachteraan. „Opletten!”

Ze komt uit Somalië en woont in een flat verderop. Buren, kennissen, vriendinnen, familie; allemaal helpen ze als het nodig is. Heeft ze een afspraak, dan brengt de ene moeder haar kinderen naar school en de andere haalt ze op. Maar, vaders? Nee. Die werken, de moeders regelen het onderling. En zelf is ze alleenstaand.

Het is woensdagmiddag en het hele schoolplein zit vol met wachtende ouders. Moeders. Ze komen uit Somalië, Syrië, Libanon, Marokko, Turkije. De twee scholen hier aan het plein hebben veel leerlingen met een migratie-achtergrond, ouders hebben veelal laagbetaald werk.

„Alles is hier al zóveel beter geregeld”, zegt Perkdar Ghazal (36) die met een kinderwagen het schoolplein verlaat. Ze woonde in Syrië en Libanon en was daar docent Engels voordat ze met haar gezin naar Nederland kwam. Verlof? „Daar is niks.” Met de komst van de baby heeft haar man, die bij de post werkt, een week vrij genomen. Langer was mooi geweest. „Had hij kunnen helpen met de kinderen en kon ik Nederlands leren in de tussentijd.” Maar was dat mogelijk dan?

„Fijn, ja, tuurlijk!”, zegt Ashwaaq (29, „geen achternaam”) over de uitgebreide verlofmogelijkheden voor vaders. Ze heeft vijf kinderen en na de geboorte van de jongste heeft haar man ook een week vrij genomen. In Somalië is de man niet gewend om te zorgen voor kinderen, maar in Europa móét hij wel. „Geen familie.” En eigenlijk, zegt ze, is dat veel beter. „Meer tijd voor mij, meer tijd voor de taal.” Maar langer verlof hebben ze niet overwogen. „Wie gaat dat alles betalen?”

„Ik denk dat de meeste ouders hier niet eens wéten van de verlofregelingen”, zegt Marloes van Mourik, die in de lerarenkamer aan het plein haar mail bijwerkt. Ze is gymdocent en buurtsportcoach. De naschoolse activiteiten zoals sport, dans en knutselen kostten de ouders voorheen een tientje per jaar en zijn nu gratis. Maar zelfs dán doet niet iedereen mee. Want in een buurt als deze, weet ze, kunnen regelingen niet laagdrempelig genóég zijn, ook vanwege de taalachterstand.

En vaders? Van Mourik kijkt uit het raam. „Nee, die zie ik eigenlijk nooit.”

 

Tot volgende week!

Terwijl Frank Meijer de herbruikbare zwemluiers van zijn tweeling uitwringt boven het putje, geeft Lisa Viktorsson verderop haar baby de fles. Ze wil over het vaderschapsverlof nog één ding kwijt.

Want het is mooi, die 70 procent, maar ook zij, hoogopgeleide tweeverdieners, hebben getwijfeld of ze er wel gebruik van konden maken. Het leven is duur. Ze hebben net een huis gekocht en een kind is ook niet gratis. Viktorsson had het geluk dat haar werkgever de verlofuitkering aanvulde tot 100 procent, maar wat te denken van al die mensen zonder goeie cao?

De vastgelopen genderrevolutie maakt weer stilaan vaart en de uitbreiding van het vaderschapsverlof helpt daarbij. „Maar laten we wel scherp blijven”, zegt Viktorsson. De huidige verlofregeling verkleint misschien afstand tussen man en vrouw, maar tussen inkomensgroepen wordt-ie op deze manier alleen maar groter. „We zijn er in Nederland nog lang niet.”

Klik op het vinkje naast 'Ik ben geen robot'

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 20 mei 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in