De uitkering voor de drie leden van het Koninklijk Huis stijgt van in totaal 7.216.000 euro naar 7.277.000 euro. Dat blijkt dinsdag uit de begroting van 'De Koning', die is opgenomen in de miljoenennota.
De lichte toename houdt verband met de stijging van de consumentenprijsindex. De uitkering bestaat uit een inkomen en een onkostenvergoeding.
Die onkostenvergoeding voor personele en materiële uitgaven valt iets hoger uit. Het inkomen blijft nagenoeg gelijk: 825.000 euro voor Beatrix en 245.000 euro voor zowel Willem-Alexander als Máxima.
Het hele koningshuis kost volgend jaar 39,9 miljoen euro. Dat is een kleine stijging: voor dit jaar staat het koningshuis voor 39,7 miljoen euro in de boeken.
Functioneel
Voor 'functionele uitgaven' is 27 miljoen euro bestemd, nipt minder dan dit jaar. Hieronder vallen onder meer personeelskosten, het gebruik van het regeringsvliegtuig, het in stand houden van het rijtuigenpark en faciliteiten als verwarming en verlichting van de paleizen.
Voor zaken als de Rijksvoorlichtingsdienst en het Kabinet der Koningin (dat onder andere het contact tussen het staatshoofd en de regering onderhoudt) is bijna 5,7 miljoen euro begroot.
Privévluchten
De kosten voor privévluchten voor leden van het Koninklijk Huis worden na 2015 niet meer vergoed.
Het budget wordt vanaf 2013 in 3 jaar afgebouwd. De versobering van de vliegregeling levert uiteindelijk in 2016 een besparing op van 292.000 euro.
Alleen prins Willem-Alexander en prinses Máxima mogen nu, tot een bepaald maximum, de kosten van hun privévluchten declareren. Het staatshoofd - koningin Beatrix - mag altijd gratis gebruikmaken van het regeringstoestel en militaire toestellen omdat bij haar werk en privé moeilijk te scheiden zijn.
Veiligheid
De komende jaren bekijkt de regering ''hoe veiligheid, vertrouwelijkheid en doelmatigheid bij vliegreizen van leden van het Koninklijk Huis optimaal gewaarborgd kunnen blijven''. Met name linkse partijen vroegen zich af waarom de belastingbetaler voor privévluchten van de Oranjes zou moeten betalen en dienden daarvoor een motie in.
Premier Mark Rutte zag eerder geen reden de vliegkosten van de Oranjes verder aan banden te leggen. Het budget voor privéreizen was per 2011 al gehalveerd nadat er in de Tweede Kamer ophef over was ontstaan.