Zien

Zien

Dat wij kunnen zien, danken we aan een bijzondere samenwerking tussen onze ogen en hersenen. Het beeld waar we naar kijken wordt in onze ogen omgezet in elektrische signalen. Via de oogzenuw gaan deze signalen naar onze hersenen. Daar worden we ons bewust van wat we zien.
 

Het oog

De werking van het oog is te vergelijken met een fototoestel. Het oog heeft een lenzenstelsel (hoornvlies en ooglens), een diafragma (pupil) en een lichtgevoelige filmplaat (netvlies). Het hoornvlies en de lens breken de binnenkomende lichtstralen zó dat ze precies samenvallen op het netvlies. Op het netvlies wordt het licht geregistreerd door miljoenen lichtgevoelige cellen en omgezet in elektrische signalen.
 

Oogzenuw

Deze elektrische signalen gaan via de oogzenuw van het netvlies naar de hersenen. De oogzenuw is te vergelijken met een elektrische verbindingskabel tussen de ogen en het ziencentrum in de hersenen, dat in het achterhoofd ligt.
 

Hersenen

In de hersenen worden de beelden uit beide ogen gecombineerd tot één beeld. Doordat er vanuit twee ogen een signaal naar de hersenen gestuurd wordt, kunnen we diepte zien en afstanden inschatten. De hersenen krijgen eigenlijk twee opnames binnen die een beetje van elkaar verschillen. Mede door dit verschil kunnen de hersenen de positie van een voorwerp bepalen en 3D zien.