Direct naar artikelinhoud
Opinie

Opinie: ‘De Bijlmer dreigt opnieuw te mislukken nu bewoners en bezoekers langs elkaar heen leven’

Luchtfoto van een deel van de Bijlmermeer, metrostations Kraaiennest en Ganzenhoef, in Amsterdam-Zuidoost, met de kenmerkende flats in honingraatstructuur.Beeld JOHN GUNDLACH/ANP

Historicus Puck Aben heeft op veel plekken in Amsterdam gewoond, nu ook in de Bijlmer. Ze is van mening dat het nog altijd niet lukt om de Bijlmer aan te laten sluiten op de rest van de stad. ‘Amsterdam-Zuidoost zal altijd een lastiger te bereiken eiland zijn.’

Opnieuw dreigt de Amsterdamse Bijlmer een mislukking te worden. Toen het nieuwe modernistische project werd gebouwd voor de witte middenklasse leek de toekomst van de stad binnen handbereik. Het duurde echter niet lang voordat de nieuwe stad ontaardde in een getto. De Bijlmermeer kreeg gelukkig al snel een tweede kans met de start van grootschalige vernieuwingen en renovaties in de jaren negentig. En op het eerste gezicht lijkt dit zijn vruchten af te werpen als je door Zuidoost struint. Het stadsdeel heeft tegenwoordig wel wat weg van de Vinex- en nieuwbouwwijken die je ook elders in het land vindt.

Je zou van sommige delen zelfs zeggen dat ze ‘mooi’ zijn, een begrip dat lang alleen voor gebouwen binnen de Ring beschikbaar was. En met die wijsheid verruilde ik vorig jaar mijn ‘mooie’ 19de-eeuwse woning voor de Arenapoort. Uiteraard met de belofte aan mijzelf om niet de witte yup uit te hangen en juist wel de typische Bijlmercultuur te appreciëren.

File op de Bijlmerdreef

Maar schijn bedriegt. Mooie façades maken een stad niet van binnen mooi. De Bijlmer lééft ook niet. Op het Anton de Komplein is meerdere keren per week een markt en het levendige Kwaku Summer Festival mag van mij in elk jaargetijde plaatsvinden. En toch voelt Zuidoost dood aan.

Het is een woonwijk waar mensen thuiskomen en tegelijkertijd is het een werk- en uitgaansgebied waar mensen ’s avonds uit vertrekken. Op veel weekendavonden staat er een file op de Bijlmerdreef van bezoekers van de Arena of Ziggo Dome die zo snel mogelijk na hun concert de Bijlmer weer willen ontvluchten. Ook de massale exodus van kantoorpersoneel van ING na 17.00 uur is typisch. Ze reizen liever naar de Zuidas voor de vrijdagmiddagborrel dan dat ze in de Bims blijven hangen.

Gescheiden wonen en werken

Dat functies als wonen en werken gescheiden waren, nekte de eerste Bijlmermeer. Mensen ervoeren het wonen in de functionele stad daardoor als onprettig. Nu lijken de functies wel samen te zijn gekomen, maar voor elk een ander publiek. Bewoners en bezoekers leven langs elkaar heen.

Amsterdam-Zuidoost is gewoonweg te groot om alleen als woongebied te fungeren. Momenteel telt het stadsdeel meer dan 90.000 inwoners, ongeveer evenveel als steden als Deventer en Hilversum. Terwijl het nachtleven bruist in de rest van de stad én in andere middelgrote steden met een vergelijkbaar aantal inwoners, lukt het nog steeds niet om één nachtclub in Zuidoost te openen.

Hoewel de gemeente verder wil gaan met de verdichting en bebouwing van deze Amsterdamse exclave, lijken andere stadsgebieden meer aandacht te krijgen. De toekomst ligt in Noord, Haven-Stad en Nieuw-West. Amsterdam-Zuidoost zal altijd een lastiger te bereiken eiland zijn met een steeds schraler wordende ov-verbinding.

Angst voor kwaadaardige gentrificatiegolf

Natuurlijk is het niet alleen maar kommer en kwel. Ik zie in de Amsterdamse Poort leuke tentjes als paddenstoelen uit de grond rijzen en in het Zandkasteel zit sinds kort ook de Bijlmerbios: een filmhuis met een artistieker filmaanbod in tegenstelling tot de Hollywoodspektakels van Pathé Arena.

Maar misschien is dit juist de yup in mij die dit soort ‘hoge cultuur’ aanmoedigt. Daarnaast blijf ik me onzeker afvragen wat ik in hemelsnaam heb te zeggen over Zuidoost. Het voelt namelijk niet als mijn stadsdeel, deels uit angst onderdeel te zijn van een kwaadaardige gentrificatiegolf. Ondertussen wordt er in dit stadsdeel doorgebouwd, maar blijven de voorzieningen achter. Net als toen de metrolijn pas bijna tien jaar na de eerste inwoner van de Bijlmer werd geopend, vrees ik voor de ov-verbinding tussen de nieuwe stad en de oude stad.

Kortdurend experiment

Inmiddels vertrek ik later dit jaar weer uit de Bijlmer. Het was een kortdurend experiment, mijn geluk heb ik er niet gevonden. Met enige schaamte zal ik binnenkort weer als yup tussen de yuppen in een yuppenbuurt gaan wonen, met een veelvoud aan koffietentjes in de buurt, meer dan één filmhuis en keuze uit een groot aantal nachtclubs in de omgeving. Qua ov-verbinding zit het wel snor. Maar al zal het openbaar vervoer er verschralen, dan zou het toch niets uitmaken. Alles is er immers op fietsafstand, in tegenstelling tot in Zuidoost, waar de autocultuur nog steeds hoogtij viert. Desondanks zie ik mij ooit wel weer in de Bijlmermeer wonen: maar dan huisje, boompje, beestje in een later stadium van mijn leven. Tenzij mijn voorspelling uitkomt en de nieuwe Bijlmer opnieuw mislukt.

Luister hier naar de aflevering van onze podcast Amsterdam Wereldstad over hoe ‘stad van de toekomst’ Bijlmermeer zo anders werd dan gepland.

Video wordt geladen...

Puck Aben is historicus.