Direct naar artikelinhoud

Fotograaf Cas Oorthuys, humanist met een camera

Dit is Cas Oorthuys toont een dwarsdoorsnede uit het oeuvre van de Amsterdamse wederopbouwfotograaf, dat vijftig jaar en bijna een half miljoen afbeeldingen omvat.

Vlaglegging op het Weteringplantsoen op de plaats waar de Duitsers op 12 maart 1945 tweeëndertig mensen hadden gefusilleerd, Amsterdam (1945)Beeld Cas Oorthuys / Nederlands Fotomuseum

Edward Steichen was hem voor en daar baalde Cas Oorthuys enorm van. De Amerikaanse fotograaf stelde in 1955 The Family of Man samen, een megatentoonstelling met boek die een jaar later ook het Stedelijk zouden aandoen.

Hij toonde de mens in al zijn emotionele, professionele en sociale gedaanten: het Oorthuys-onderwerp bij uitstek. "The Family of Man heeft, eerlijk gezegd, voor jaren bij mij de deur dichtgeslagen. Wat moet je nog na die tentoonstelling en dat boek?" liet hij zich later eens ontvallen.

Hij deed het toch. Eerst tijdens Expo '67 in het Canadese Montreal, waar hij een voor die tijd baanbrekende foto-installatie maakte met zwart-witportretten die aaneensluitend tot hoog op de wanden hingen of plat op lage zuilen lagen.

Twee jaar later toonde hij zijn mensbeeld in het Stedelijk met 'mensen people'.

Oorthuys' Canadese 3D-experiment is nagebouwd in de overzichtstentoonstelling Dit is Cas Oorthuys in het Nederlands Fotomuseum.

Ook is op een uitvergrote persfoto te zien hoe zijn werk hing in Amsterdam: op lullige voorzetwandjes waar het publiek langs schuifelde.

Rigoureus en vervreemdend
Blijkbaar vonden de samenstellers van het huidige overzicht die conventionele opstelling het meest geschikt, want ook in Rotterdam hangen de foto's netjes op een rij, keurige tekstjes ernaast. In die opzet wordt alles gelijk geschakeld.

Het geheel is een beeldenstroom waarin de ene foto evenveel aandacht vraagt als de volgende, en dus wegzakt in een algemene indruk. Dat doet geen recht aan Oorthuys' foto's, die hijzelf weliswaar altijd in series en boeken presenteerde, maar die wel degelijk individuele zeggingskracht hebben.

Oorthuys noemde zijn werk geen kunst maar communicatie. Kunstzinnig is het echter zeker wel te noemen. De rigoureuze uitsneden en vervreemdende perspectieven verraden constructivistische invloeden. Zijn stalen skeletten van bruggen maar ook een gezelschap hoeden en haar van bovenaf gezien hadden zo door Alexander Rodchenko gemaakt kunnen zijn. 

Maar Oorthuys' zeggingskracht zit niet alleen in het formele. De vrouw met broodhomp, vastgelegd in de hongerwinter, doet je maag krimpen van verdriet, schaamte en woede.

Waren een paar van die beelden maar uitvergroot. Of, als de puristische wetten van de vintage fotografie dat niet toelaten, alleen op een wand gehangen met veel wit eromheen.

Centraal Station Amsterdam, 1949-'50.Beeld Cas Oorthuys / Nederlands Fotomuseum

Dan kon je je als kijker veel beter concentreren op zo'n enkel beeld. Nu is de tentoonstelling toch vooral een illustratie bij Oorthuys' levensverhaal en de grote historische gebeurtenissen in de twintigste eeuw.

Oorthuys (1908-1975) groeide op in Amsterdam als zoon van een dominee. Dat verklaart een deel van zijn idealisme, dat later een bedding vond bij het communisme en antikolonialisme. Hij werd aanvankelijk architect maar kon door de crisis niet aan de bak komen en werd grafisch vormgever. 

Wederopbouwfotograaf
Fotograferen deed hij al regelmatig toen hij tijdens de Tweede Wereldoorlog lid werd van De Ondergedoken Camera, dat portretfoto's maakte voor valse identiteitsbewijzen maar ook het alledaagse leven in bezet Nederland vastlegde.

In de oorlog maakte hij als lid van De Ondergedoken Camera pasfoto¿s voor valse identiteitsbewijzen

Na de oorlog ontpopte Oorthuys zich als wederopbouwfotograaf. De nieuwe buitenwijken van Amsterdam legde hij bij voorkeur vast bij licht bewolkt weer, het smetteloze beton mooi afgezet tegen de wolken. 

Het optimisme spat ervan af. De donkere jaren waren voorbij, Nederland keek weer vooruit. Ook Indonesië verdiende zo'n nieuw begin, vond Oorthuys, die rijstvelden en dorpelingen vastlegde voor zijn boek Een staat in wording (1947).

In een tijd dat toerisme nog in de kinderschoenen stond, reisde Oorthuys half Europa af en soms ook verder: Marokko, Libanon en zelfs Congo. Vaak in opdracht van bladen of uitgeverij Contact, waar hij ruim dertig reisboekjes voor maakte. 

Twee of drie camera's droeg hij permanent om zijn nek, soms meer. Hij schoot met zijn Rolleiflex zo snel foto's achter elkaar dat collega Eva Besnyö het 'mitrailleren' noemde.

Naturel
Thuisgekomen ontwikkelde Oorthuys zijn tientallen rolletjes. Zijn vrouw Lydia knipte de contactafdrukken uit en plakte ze op. Dochter Hansje deed de typografie en lay-out van publicaties. 'Oorthuys Fotografie' was een geolied familie­bedrijf dat bijna een half miljoen afbeeldingen naliet.

Speelplaats in het Vondelpark, Amsterdam 1967Beeld Cas Oorthuys / Nederlands Fotomuseum

Meer dan locaties fotografeerde Oorthuys mensen. Ze ogen naturel op een manier die in het ultrazelfbewuste selfietijdperk niet meer mogelijk is. Oorthuys zelf was zich juist zeer bewust van zijn status als indringer en ging daar consciëntieus mee om. 

Hij vereeuwigde zijn onderwerpen nooit in gênante houdingen of compromitterende situaties maar altijd respectvol. Ook een Brabantse keuterboer staat er bij hem goed op. 

Boven alles was Oorthuys een humanist met een camera.

Dit is Cas Oorthuys: t/m 13 januari 2019 in ­Nederlands Fotomuseum, Rotterdam.

'De Oranje', NDSM 1959.Beeld Cas Oorthuys / Nederlands Fotomuseum
Spelend meisje (Maryla Nienhuis), 1950-'59, met op de achtergrond nieuwbouw aanBeeld Cas Oorthuys / Nederlands Fotomuseum
Sociale woningbouw in Amsterdam Nieuw-West, 'De Sloterhof', 1958-'59.Beeld Cas Oorthuys / Nederlands Fotomuseum