Direct naar artikelinhoud

Gevangenis Peru: Goedkoopste ticket naar hel

In de Peruaanse gevangenis Sarita Colonia is slechts twee keer per dag een uur water beschikbaar. Foto ANP

Het aantal Nederlanders in buitenlandse gevangenissen neemt toe. Peru is met 115 gedetineerden één van de koplopers. De meesten zijn veroordeeld voor drugssmokkel. Bezoek aan de gevangenis in Lima. 'Ik had niks meer te verliezen, behalve mijn vrijheid.'

Noem in Lima de naam Callao en wenkbrauwen fronsen, gevolgd door een diepe zucht. ''Ai, Callao...'' Daar waar de huizen van de miljoenenhoofdstad van Peru eindigen en de Stille Oceaan begint, bevindt zich het afvoerputje van het land.

Na de havens en de fabrieken, in de uiterste hoek van Callao, volgt de sloppenwijk. Daarna gaat het asfalt over in een zandweg.

De gevangenis en rechtbank Sarita Colonia had symbolisch gezien niet op een betere plek kunnen staan.

In twee rechtszaaltjes hebben hier de laatste tien jaar dik tweehonderd Nederlanders een gevangenisstraf gekregen wegens drugssmokkel.

De smokkelaars liepen vrijwel allemaal tegen de lamp op het vliegveld van Lima, op weg naar Europa. De één slikte twee kilo cocaïne in bolletjes, een ander had vier kilo verstopt in zijn kleding en weer een ander reisde met vijftien kilo in zijn koffer. Het record staat op 57 kilo, met in Nederland een straatwaarde van bijna drie miljoen euro.

Dat de 27-jarige Elles deze dinsdagochtend voor rechter Gustavo López Mejía staat, tussen de Peruanen die worden beschuldigd van gewelddadige berovingen of mishandeling van hun vrouw, wekt in Sarita Colonia daarom al lang geen bevreemding meer. Dat één dag later de 21-jarige Fiona volgt evenmin. De één had 13,5 kilo cocaïne in haar tas, de ander vijftien.

Nu onderwerpen ze zich gelaten aan de routine waarmee zoveel Nederlanders voor hen werden geconfronteerd. Die routine bestaat vooral uit uren wachten op het betonnen bankje in de kooi van de rechtbank. Als het hun tijd is, staan de verdachten op om het vonnis te horen op basis van artikel 296 (minder dan tien kilo) of 297 (vanaf tien kilo) van het Peruaanse wetboek van strafrecht.

Niemand hoeft op de clementie te rekenen van rechter López Mejía. ''Dit is een ernstig delict! De straf zal zwaar zijn,'' zegt hij met stemverheffing tegen Elles. Een dag later, in een bar in het chique district Miraflores, zal López Mejía zeggen dat hij drugs beschouwt als 'één van de ruiters van de apocalyps'.

In 2004 zaten in Peru 45 Nederlanders vast. In 2007 waren dat er 77 en hun aantal is gegroeid tot 115 op dit moment. Alleen Spanje heeft meer gevangenen in Peru.

Wereldwijd is een vergelijkbaar beeld te zien, blijkt uit informatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1988 zaten 579 Nederlanders vast in het buitenland, nu is dat aantal gegroeid tot 2590. Daarmee heeft Nederland opvallend meer gevangenen in het buitenland (15 per 100.000 inwoners) dan landen als Groot-Brittannië (4,3) of de Verenigde Staten (0,8).

Volgens het rapport Vast(gelopen) in den vreemde - in 2007 geschreven in opdracht van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie - zit 83 procent van de Nederlandse gevangenen in het buitenland vast voor 'een drugsgerelateerd delict'. In Latijns-Amerika is dat percentage bijna honderd, met de Dominicaanse Republiek (179 gevangenen) en Peru als koplopers.

Cocaïne is in deze landen gemakkelijk te krijgen. De status van Nederland als één van de doorvoerlanden naar Europa, doet de rest.

''Ik moet er niet aan denken dat ik hier nog elf jaar zit,'' zegt Harry (39) vanuit de kooi in één van de rechtszalen in Sarita Colonia. Hij reisde met zijn vrouw en twee kinderen naar Nederland, met in totaal achttien kilo cocaïne bij zich. Daarna kwam hij hard in aanraking met het Peruaanse antidrugsbeleid: hij kreeg vijftien jaar.

De omstandigheden van de 115 Nederlanders in de gevangenissen van Peru zijn slecht. Straffen zijn lang, de gevangenissen overvol en slecht onderhouden. In Sarita Colonia is slechts twee keer per dag een uur water beschikbaar. Het paviljoen waar Harry opgesloten zit, werd gebouwd voor tachtig gevangenen, maar telt er 272.

Wie geen eigen cel kan betalen - in de informele gevangeniseconomie kost die 1500 dollar - slaapt op een matras in de gang. Harry: ''Het is alsof je 24 uur per dag in een volle metro bent. Ik sta altijd in de weg.''

Hij knikt naar López Mejía. De rechter die ook zijn vonnis uitsprak, heeft een meter verderop een gesprek met drugssmokkelaars uit Spanje, Colombia, Zuid-Afrika en Zwitserland. Harry: ''Die man heeft mijn leven kapotgemaakt.''

Voor drugssmokkel veroordeelde Nederlanders zetten zichzelf doorgaans neer als slachtoffers.

''Ik was verslaafd aan heroïne,'' zegt Harry. Hij had schulden bij zijn dealer en werd voor het blok gezet. ''Anders had ik het nooit gedaan.''

Mike (23), sinds drie maanden in voorlopige vrijheid in Lima, had in Nederland een vriendin en een zoontje van vier. En een schuld van zo'n dertig-, veertigduizend euro. Hij was wanhopig. ''Wat had ik nog te verliezen? Ja, mijn vrijheid. Maar daar ging ik achteraf pas over nadenken.''

Fiona vertelt tijdens de zitting dat ze is gedwongen. Ze was naar Peru gereisd voor een vakantie met haar vriend, die later zou komen. Toen ze hem met twee 'kennissen' ging ophalen op het vliegveld, werd ze bedreigd. Ze moest op het vliegtuig terug naar Nederland stappen met een koffer drugs.

''De organisatoren van de transporten hebben een enorme greep op de smokkelaars,'' zegt advocaat Carmen Huidobro. Elk verhaal staat op zich, zegt ze, maar ze ziet veel overeenkomsten in de achtergrond van haar cliënten, vooral sociaal en economisch.

Huidobro heeft de laatste jaren ongeveer veertig Nederlanders verdedigd, waarbij ze die factoren doorgaans aanvoert ter verdediging. Ze voegt er dan niet aan toe wat ze zelf denkt over de vermeende onschuld van de smokkelaars. ''Ze weten allemaal dat ze iets slechts doen, als ze die tas op de bagageband zetten.''

Iemand met de juiste connecties, bevestigen verschillende bronnen, kan in Peru een kilo cocaïne kopen voor duizend dollar. Advocaten, (ex-)gevangenen, rechters en vrijwilligers bevestigen dat hier de voornaamste oorzaak ligt van het gegeven voor de niet aflatende stroom Nederlandse drugssmokkelaars.

Want diezelfde kilo cocaïne is, eenmaal aangekomen in Nederland, dertigduizend euro waard. In de tussenhandel dan. Op straat levert een kilo coke ongeveer veertigduizend euro op. De smokkelaars, die ongeveer 6500 euro verdienen aan een geslaagd transport, fungeren als kleine en goedkope verbindingen in deze uiterst lucratieve keten. Worden ze gepakt, dan raakt de gevangenis in Peru weer iets voller en gaat de organisator op zoek naar zijn volgende slachtoffer. Altijd is er wel weer iemand te vinden.

Rechter López Mejía - tevens voorzitter van een onlangs in het leven geroepen Commissie voor hulp aan buitenlandse gedetineerden - zegt dat Peru en Nederland een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. Zijn land is als productieland verantwoordelijk, maar López Mejía is van mening dat de groei van het aantal smokkelaars zou kunnen worden geremd door beter beleid in Nederland.

Van achter de tralies stelt Harry hetzelfde voor: informatie over lange straffen en erbarmelijke omstandigheden in buitenlandse gevangenissen zou mensen kunnen afschrikken. ''Naar Thailand zou ik nooit hebben gesmokkeld. Iedereen weet hoe het daar is. Maar van Peru had ik dit niet verwacht.''

Het ministerie van Buitenlandse Zaken subsidieerde in 2007 voor 100.000 euro de campagne Drugs, het goedkoopste ticket naar de hel. Het effect was slechts tijdelijk: na een aanvankelijke daling is het aantal gevangenen inmiddels weer toegenomen.

De aantrekkingskracht van het snelle geld blijft groot.

Een dag na het gesprek met Harry wordt een 26-jarige Nederlander opgepakt op het vliegveld van Lima. Hij probeerde ruim drie kilo drugs mee te smokkelen in een vliegtuig naar Madrid. Kort daarop wordt een 38-jarige Nederlandse vrouw gearresteerd met twaalf kilo cocaïne. Sarita Colonia kan Nederlandse gedetineerden nummer 116 en 117 tegemoet zien. (ROBERT-JAN FRIELE)

Om privacyredenen zijn de namen van de gevangenen veranderd.