Over de oorsprong van veel gebaren is nauwelijks iets bekend. Het zwaaien om iemand te groeten bij het aankomen en het weggaan, doen mensen bijna over de hele wereld. Het gebaar is dan waarschijnlijk ook al heel oud.

Wellicht is het voortgekomen uit een kijk-ik-heb-geen-wapen-in-mijn-handen-gebaar, waarbij iemand de beide handen open laat zien aan degene die hij ontmoet. Op deze manier kun je iemand dus ‘veilig’ verwelkomen.

Zwaaien werkt over grote afstand

Volgens een theorie van Linda Drijvers, onderzoeker aan de Radboud Universiteit, was zwaaien vooral een handig communicatiemiddel. Als je zwaait, maak je een vrij grote beweging. Dat kan zo zijn voordelen hebben gehad. Vooral vroeger, toen contact over grote afstanden lastig was.

giphyView full post on Giphy

Kon je elkaar niet horen? Dan kon je door te zwaaien toch communiceren. Als verbaal contact onmogelijk is, kun je met een zwaaibeweging je aanwezigheid laten opmerken. Het voordeel van zwaaien is dat je de beweging niet eens echt met je ogen hoeft te volgen. Zo'n beweging is ook in de periferie van je gezichtsveld nog zichtbaar.

Een gebaar is volgens ons brein ook taal

Vandaar dat je mensen nooit groots en uitbundig ziet zwaaien op een hele korte afstand. Iets wat je wel ziet gebeuren als mensen elkaar in de verte zien, bijvoorbeeld op een ander perron van het station.

Het is de vraag of we ooit de precieze oorsprong van het gebaar zullen achterhalen. Het is wel duidelijk dat gebaren een belangrijk deel van de communicatie tussen mensen vormen. Ze worden ook in hetzelfde hersengedeelte verwerkt als gesproken taal. In de frontale cortex komen gebaren en woorden samen.

Gebaren maken een boodschap duidelijker

Door woorden met gebaren te ondersteunen, komt er meer informatie de frontale cortex binnen. Dat maakt een bericht in veel gevallen begrijpelijker.