Naar schatting lopen er rond de 26.000 ijsberen op aarde rond, verdeeld over negentien populaties. Het overgrote merendeel (rond de 60 procent) van hen woont in Canada. Andere plekken waar je ze kunt tegenkomen zijn Rusland, Groenland, de Verenigde Staten en de Noorse eilandengroep Spitsbergen.

IJsberen wonen alleen op de Noordpool

IJsberen leven dus alleen boven de noordelijke poolcirkel, waar ze zich tegoed doen aan zeehonden en andere lekkere vette dieren. Als het maar ijs- en ijskoud is, dan voelen ze zich als een vis in het water. En dat is nu juist het probleem, want door hogere temperaturen dreigen steeds meer ijsberen te verhongeren.

IJsbeer en zijn jongen eten een zeehond
PeterZwitser//Getty Images
IJsberen zijn dol op zeehonden

Maar wacht even. Een poolklimaat hebben we op twee plekken op aarde. Op de Zuidpool is het ook goed fris. Sterker nog, daar is het kouder dan op de Noordpool. En aan voedsel is eveneens geen gebrek: zeehonden zat. Perfecte plek voor een ijsbeer, zou je denken. Als de ijskappen op de Noordpool te hard smelten, waarom zouden we de beren dan niet naar het diepe zuiden sturen?

Wat als je ijsberen naar de Zuidpool verplaatst?

In die nieuwe omgeving zouden ze prima overleven, verwachten wetenschappers. Maar of het ook een goed plan is, is de vraag. Dat heeft met name te maken met de pinguïn. Die heeft nog nooit van zijn leven een ijsbeer gezien. Hoewel ze geregeld samen optreden in kinderboeken en televisiereclames, wonen ze letterlijk aan de andere kant van de wereld.

In het water zijn pinguïns op hun hoede voor zeeleeuwen, orka’s en haaien. Maar eenmaal op het ijs van Antarctica hebben ze geen natuurlijke vijanden. Ze kunnen dus ongestoord elkaar pesten en kleintjes grootbrengen. Introduceer je daar een ijsbeer, dan is de kans dat de pinguïns uitsterven ontzettend groot. En dat willen we ook niet op ons geweten hebben.