Tickets
Shop
Nieuws 05 jun 2020

Hoe is het met Gianni Romme? 'Blij dat ik die olympische dip heb meegemaakt'

In de serie 'hoe is het met' gaan we langs bij oud-schaatsers om te kijken wat ze tegenwoordig doen en hoe ze terugkijken op hun schaatscarrière. Voor het negende verhaal in deze serie spreken we Gianni Romme, die sinds twee jaar werkzaam is als operationeel manager bij de IJsbaan Twente. "Ik vind het fijn om mensen plezier te geven."

Foto : Martin de Jong

Naam: Gianni Romme
Geboorteplaats: Lage Zwaluwe
Geboortedatum: 12-02-1973
Hoogtepunten: Twee keer olympisch kampioen, twee keer wereldkampioen allround en zeven keer wereldkampioen afstanden
Stopte met schaatsen in: 2006
Burgerlijke staat: Woont samen met vriendin en oud-schaatsster Jorien Voorhuis in Hengelo. Heeft drie kinderen uit een vorig huwelijk.

We bevinden ons midden in het coronatijdperk. Ondervind jij er veel last van in het dagelijks leven?
"Het zijn bijzondere tijden, zeker! Als operationeel manager van de IJsbaan Twente is dit de derde zomer die ik meemaak en de ijsbaan ligt stil, maar wij werken door. We zijn met allerlei zaken bezig waar we in het seizoen niet aan toekomen en verwerken de administratieve dingen. Verder zijn we met nieuwe concepten bezig om het schaatsen aantrekkelijker te maken, maken we afspraken met de huurders en zijn we met het onderhoud van het gebouw bezig. Een ijsbaan was voor mij natuurlijk wel bekend, maar bij het operationeel managen van een ijsbaan komt wel wat meer kijken. Ik denk dat het wel een jaar heeft geduurd voordat ik alles een beetje wist."

Hoe ben je hier terechtgekomen?
"Nadat iSkate in 2018 ophield te bestaan, vroeg ik mezelf af: blijf ik in de topsport of is het nu tijd om een andere stap te maken? De drang om een keer iets anders te doen was namelijk best groot. Ik wilde niet in hetzelfde wereldje blijven hangen, ik ben nieuwsgierig en weet dat er meer in mij zit. Bij de IJsbaan Twente hadden ze mijn vriendin (Jorien Voorhuis) een keer gevraagd of ze de prijsuitreiking wilde doen voor het scholenkampioenschap. Omdat ze net was begonnen met haar nieuwe baan vroeg ze of ik het wilde doen. Eenmaal daar raakte ik met de coördinator van de ijsbaan aan de praat en vertelde ze dat ze een andere manager zochten. Ik had er nooit over nagedacht, maar het klonk heel interessant. Ik zei tegen haar dat het misschien wel wat voor mij zou zijn. Vervolgens belde ze de directeur op en binnen een paar weken was het rond."

Foto : Martin de Jong

Wat maakt deze job zo leuk?
"Ik vind het fijn om mensen plezier te geven. Natuurlijk gaat mijn hart sneller kloppen als we een Junioren World Cup mogen organiseren, maar ik geniet net zoveel van een familiefundag, een concept dat ik afgelopen seizoen heb bedacht. Als ik iemand in een rolstoel op het ijs zie of een vader of moeder met een kind op een sleetje over het ijs zie lopen, krijg ik spontaan een glimlach op m'n gezicht. Dat heeft allemaal met plezier te maken. Wij zijn een dienstverlenende omgeving die mensen plezier moeten geven. Het schaatsen is cultuurerfgoed en dat moeten we in leven houden, vooral bij de jongere generaties. Voor ons is het belangrijk om kinderen plezier te geven zodat ze nóg een keer naar de ijsbaan willen of lid willen worden van een vereniging. Daarin zijn we, samen met de KNSB en IJSTIJD!, goed bezig."

In die twee jaar dat je de operatie leidt, heb je al een aantal mooie evenementen mogen organiseren, waaronder het NK Marathon en een World Cup voor junioren. Ambiëren jullie in de toekomst meer van dit soort evenementen?
"Absoluut! Het NK Marathon en de World Cup voor junioren waren een groot succes, dus waarom zou het niet mogelijk zijn om een keer een WK voor junioren te organiseren? Of stel dat er een keer de vraag komt of wij het World Cup kwalificatietoernooi (WCKT) willen houden, dan behoort dat ook zeker tot de mogelijkheden. Nee, ik heb niet de illusie om een World Cup voor senioren te organiseren, want wij kunnen geen stadion vullen met 10.000 man. Wij zijn een kleine ijsbaan en weten precies wat wel en niet kan."

Houd je door je drukke baan nog wel tijd over om zelf te sporten?
"Mensen die mij op Instagram volgen, kunnen zien wat ik dagelijks doe. Ik sport vier tot vijf keer per week, meestal een uurtje. Of het nou fietsen, skeeleren of schaatsen is, ik vind het heerlijk om actief bezig te zijn. De beweging van het schaatsen pakte me toen ik een jaar of 12 was en is nooit meer weggegaan. Als we hier ijs hebben, ben ik de eerste die erop staat. Vaak schaats ik tussen onze gasten; ik vind het fijn om te ervaren hoe ze plezier met elkaar beleven. Daar beleef ik zelf ook weer plezier aan."

Foto : Martin de Jong

Mis je het topsportleven?
"Nee, al vond ik het prachtig om twee keer per dag bezig te zijn met jezelf en je lijf. Je was voortdurend bezig met: hoe kan ik deze machine tot in de perfectie tunen en hoe kan ik mijn techniek zo vervolmaken dat ik daar maximaal profijt van heb? Dat heeft mij al die jaren intensief bezig kunnen houden en tevens door de moeilijke momenten heen getrokken."

In 2006 zette je een punt achter je carrière. Wat was de reden daarvoor?
"Het vuurtje ging langzaam doven. Mijn rugzak zat zo vol dat de drang om me te bewijzen elk jaar minder werd. Wat mij verder aan het eind van mijn carrière heel erg tegen ging staan, was het 'moeten'. Natuurlijk deed je dat jezelf aan, maar dat kwam doordat je heel goed wist wat je allemaal had gepresteerd. Nadat ik de beslissing had genomen om te stoppen, viel er een enorme last van mijn schouders."

In die 'rugzak' waar je het over hebt, zaten heel wat topprestaties. Welke prestatie staat bovenaan jouw lijstje?
"De meeste mensen zullen denken dat ik mijn twee olympische titels ga zeggen. Natuurlijk herinner ik me die joekel van een medaille nog heel goed. Olympisch goud is voor een sporter het hoogst haalbare en die titels zullen me mijn hele leven bijblijven. Toch is er bij mij nog iets anders waar ik erg trots op ben. Ik ben opgegroeid met het allroundschaatsen, dat was van jongs af aan mijn grote droom. Ik keek op tegen grootheden als Ard Schenk en Eric Heiden, ik wilde net zo'n goede allrounder worden als zij.

Helaas was dat in mijn beginjaren niet haalbaar, omdat ik geen goede 500 en 1500 meter kon rijden. Tot mijn frustratie kwam ik daardoor nooit in Jong Oranje. Toen er in 1996 eindelijk een plekje vrijkwam in de kernploeg van Henk Gemser richtte ik me in eerste instantie op de 5 en 10 kilometer, maar het allrounden bleef in mijn gedachten spelen. In 2000 deed ik voor het eerst mee aan een WK Allround en slaagde ik erin om hem meteen te winnen. Dat gaf mij de bevestiging dat ik de allerbeste van de wereld kon zijn over vier afstanden en dat ik iets voor elkaar kreeg wat ik vroeger nooit voor mogelijk had gehouden."

Foto : Martin de Jong

Wat is het dieptepunt?
"Dat is toch wel de olympische dip die ik in het seizoen 1998/1999 heb gehad. Bob de Jong en ik hadden de SpaarSelect-ploeg opgezet, maar dat was achteraf gewoon te veel voor mij."

Waarom?
"Dat zat hem in meerdere dingen. Voor mij was het de eerste keer dat ik in een commerciële ploeg terecht kwam, dus ik had geen idee wat zo'n commercieel avontuur inhield. Ik werd ineens gezien als professioneel topsporter, terwijl ik in mijn gedachten nog een amateur was. Daarnaast vond ik het lastig om na mijn behaalde olympische successen nieuwe doelen te stellen. Al die dingen bij elkaar zorgden ervoor dat ik een heel lastig jaar met veel negativiteit tegemoet ging.

Zeven maanden na de Spelen reed ik belabberd en werd ik tijdens het EK in Thialf uitgefloten en gooiden mensen muntjes naar mij, omdat ze vonden dat ik een geldwolf was. Daar was ik totaal niet mee bezig! Bij de World Cup daarna in Innsbruck werd ik laatste, ik kon gewoon niet meer hard schaatsen en was het spoor volledig kwijt. Ik ging naar de zon om me op te laden en aan het eind van dat seizoen won ik in Thialf de wereldtitel op de 5 kilometer met een minimaal verschil. Dat was een mooie omslag."

Foto : Martin de Jong

Wat heb je van die periode geleerd?
"Ik ben erachter gekomen welke invloed je omgeving heeft op je prestaties en dat je niet alles in je eentje kan doen. De SpaarSelect-ploeg was gewoon te klein, ik had meer mensen om me heen nodig. Toch ben ik heel blij dat ik dit dieptepunt heb meegemaakt, want anders had ik nooit geweten waarom het zo goed ging in 1998. Al die minder leuke dingen van toen heb ik leren te waarderen. Ik ben van nature heel nieuwsgierig aangelegd en probeer overal van te leren."

Heb je nog contact met andere schaatsers uit jouw periode?
"Soms krijg je op Instagram een reactie en soms kom je iemand toevallig een keer op de ijsbaan tegen, maar echt afspreken gebeurt eigenlijk niet. Ik ben sowieso niet zo bindend met mensen, ik heb het druk genoeg met mijn job. Anni (Friesinger) en Ids (Postma) kan ik bijvoorbeeld een jaar niet zien, maar als we elkaar dan weer zien is het net alsof het gisteren was. Ids was mijn maat in de groep en met Anni heb ik een aantal jaar heel intensief samengewerkt. Als we elkaar zien, voelt het meteen weer vertrouwd."

Behalve van Anni Friesinger was je ook coach van onder meer Enrico Fabris, Ireen Wüst en vele andere toppers. Zien we je ooit nog terug als coach?
"Ik zal niet zeggen dat ik nooit meer coach word, maar dan moet je er wel eerst afstand van genomen hebben. Als je tien jaar in dat wereldje ronddraait, verandert er gewoon niet zo veel. Ik snap dus ook heel goed dat er tegenwoordig veel wisselingen zijn van rijders naar andere coaches."

Wat is het mooiste wat je aan het schaatsen hebt overgehouden?
"De passie. Als je een passie hebt, krijg je energie en beleving. Als ik dat glijden over het water niet had ontdekt, had ik echt iets gemist. Die passie heeft me zó veel gebracht en nog steeds brengt het me wat. Het 'ijs' is de rode draad die altijd door mijn leven loopt en waar ik zeker een glimlach van krijg. Ik gun alle mensen in het leven zo'n passie!"

Bekijk hier de andere verhalen van oud-schaatsers:
1. Hoe is het met Beorn Nijenhuis? 'Onderzoek naar de zwabbervoet intrigeert me'

2. Hoe is het met Gretha Smit? 'Heb het prachtig gehad als topsporter'
3. Hoe is het met Jochem Uytdehaage? 'Het is een voorrecht om te mogen sporten'
4. Hoe is het met Annamarie Thomas? 'De sportdiscipline van toen is helemaal weg'
5. Hoe is het met Simon Kuipers? 'Het waakvlammetje is een grote vlam geworden'
6. Hoe is het met Natasja Bruintjes? 'Ik had tijd nodig om tot mezelf te komen'
7. Hoe is het met Hilbert van der Duim? 'Ik hield wel van een lolletje'
8. Hoe is het met Tonny de Jong? 'Ik wist dat ik hier niet van mijn naam kon leven'


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan