Direct naar artikelinhoud
NatuurdagboekKoos Dijksterhuis

In het Nederlandse turbogras staan geen paardenbloemen meer

In het Nederlandse turbogras staan geen paardenbloemen meer

De paardenbloem is één van de vijf kandidaten voor de titel nationale bloem. Dat de paardenbloem de shortlist van die bloemenverkiezing heeft gehaald, is vast te danken aan het onstuitbare lobbywerk van Karst Meijer, plantenkenner in het algemeen en paardenbloemenkenner in het bijzonder. Ik heb al vaker over hem geschreven, dus u weet misschien alles al over de man en zijn bloem.

Toen Nederland nog niet als een spons volgezogen zat met drijfmest, ingestopt onder een deken van stikstof, stonden de weiden vol bloemen, waaronder orchideeën, pinksterbloemen, boterbloemen en paardenbloemen. Volgens Meijer waren er honderden, misschien wel duizend soorten paardenbloemen. Ze zijn man en vrouw in één en kunnen zich geslachtelijk zowel als ongeslachtelijk voortplanten. Als paardenbloemen op de ene plek niet meer kruisen met die op de andere plek, kan soortvorming snel gaan.

Al die paardenbloemsoorten verschillen soms in meer, soms in mindere mate van elkaar. Meijer is al jaren bezig de soorten en hun kenmerken in kaart te brengen en heeft onlangs een determinatiegids voor paardenbloemen uitgebracht.

PaardenbloemBeeld Koos Dijksterhuis

Duizend soorten paardenbloemen. Op Wikipedia lees ik dat er nog geen 1500 soorten wilde bloemen in Nederland voorkomen. Daar wordt de paardenbloem vast als slechts één soort geteld. De meeste paardenbloemsoorten zijn in Nederland trouwens verdwenen of zeldzaam geworden. De gevlekte paardenbloem bijvoorbeeld zou op maar één plek ter wereld voorkomen: een door zeewind en kalkrijk kwelwater tegen stikstof beschermde duinvallei op Schiermonnikoog. En nu lijkt zelfs de gewone huis-, tuin- en keukenpaardenbloem, die in de goorste stadssteegjes nog tussen de ondergepieste tegels doorglipt, uit de weilanden te verdwijnen.

Was een geel bespikkeld weiland 25 jaar geleden nog het toppunt van intensieve landbouw, tegenwoordig mag je blij zijn als er in het turbogras een paardenbloem groeit.

Drie keer per week schrijft bioloog Koos Dijksterhuis over iets wat groeit of bloeit. Lees hier zijn eerdere Natuurdagboeken.