Direct naar artikelinhoud

Fotograaf Cas Oorthuys was de chroniqueur van de hoop

Vlaglegging op het Weteringplantsoen op de plaats waar de Duitsers op 12 maart 1945 tweeëndertig mensen hadden gefusilleerd, Amsterdam 1945.Beeld Cas Oorthuys

Van de Hongerwinter tot het vertrek van Neil Armstrong naar de maan, Cas Oorthuys (1908-1975) maakte er foto’s van. In Rotterdam is nu een selectie te zien van zijn levenswerk.

"Hij hield niet van foto’s aan de wand”, vertelde zijn weduwe Lydia in 1998  aan Trouw. In zijn eigen huis was maar één foto te zien, een portret van Lydia en Cas Oorthuys samen. Oorthuys maakte zijn foto’s voor boeken en kranten, niet voor de sier. Ook het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam deed er lang over een tentoonstelling te maken van de collectie-Oorthuys. De weduwe droeg de vijfhonderd albums met bijna een half miljoen foto’s over aan het museum. Waar te beginnen?

Het museum start bij de foto’s zelf. Zo’n driehonderd originele afdrukken die Oorthuys voor eigen gebruik maakte, hangen in eenvoudige lijstjes aan witte muren, geordend naar thema. Foto’s van Amsterdam tijdens de oorlog en van Nederland erna. Van fietsen op het ijs, koeien in de wei, maar ook van de vooruitgang: landbouw (romantisch met de hand of met de nieuwste traktoren), industrie en de eerste snelwegen. 

Voor de oudere bezoeker zijn de foto’s een feest van herkenning, jongeren verbazen zich over hoe anders de wereld toen was

Beelden van Nederlands-Indië in 1946 (Oorthuys was uitgesproken vóór onafhankelijkheid) en van Congo, toen nog een Belgische kolonie. En van toeristische excursies naar Frankrijk, Joegoslavië en Griekenland voordat het massatoerisme losbrak. Alles in zwart-wit.

Een bruiloft in Parijs, 1948Beeld Cas Oorthuys

Voor de oudere bezoeker zijn de foto’s waarschijnlijk een feest van herkenning, de jongere generatie verbaast zich over hoe anders de wereld toen was. Alleen die ene foto van de Hongerwinter, van een vrouw met een stuk brood aan haar mond, zou bekend kunnen zijn.

Het was de foto die in 1952 de wereld rond ging toen die werd opgenomen in de rondreizende tentoonstelling ‘The Family of Man’. Dat was een Amerikaans project met ideologische grondslag, waarbij foto’s van fotografen uit alle hoeken van de wereld en van mensen van alle soorten en maten de eenheid én diversiteit van de wereldbevolking moesten bejubelen. De tentoonstelling trok door tientallen landen, van de bewust goedkoop gehouden catalogus werden miljoenen exemplaren verkocht.

Oorthuys kwam uit een streng gereformeerd gezin, maar hij verdiepte zich liever in het communisme

Voor Oorthuys zorgde de compleetheid van die tentoonstelling lange tijd voor een blokkade. “Wat moet je nog na die tentoonstelling en dat boek? Alles staat daar in”, verzuchtte hij later. Het idealistische concept paste inderdaad precies in Oorthuys’ straatje.

Spelende kinderen in het Oosterdok bij de Prins Hendrikkade, Amsterdam (ca. 1946)Beeld Cas Oorthuys

Fototekten

Hij kwam uit een streng gereformeerd gezin, vader was predikant. Maar Oorthuys verdiepte zich liever in het communisme. Werkloos stond hij als 24-jarige bouwkundig tekenaar op straat. Voor diverse tijdschriften deed hij de vormgeving en begon hij te fotograferen, geïnspireerd door de artistieke experimenten in de Sovjet-Unie. In Rotterdam liggen veelzeggende titels als ‘Feiten uit de Sowjet-Unie’, ‘links front’ en ‘Wat doet gij voor Spanje?’, waarvoor Oorthuys de foto’s maakte.

De fotograaf kreeg les van Paul Schuitema, aanhanger van de Nieuwe Fotografie die, net als het Duitse Bauhaus en het Russische Constructivisme, zou moeten bijdragen aan een betere wereld. Ze noemden zichzelf foto-tekten, zozeer zagen ze de montage als een constructie, net als bij architecten.

Ook toen de oorlog uitbrak gebruikte Oorthuys zijn fotocamera om vast te leggen wat er om hem heen gebeurde. Eerst de onderduik en de illegale straathandel, later ook de gevolgen van de honger in Amsterdam. Samen met onder anderen Emmy Andriesse en Ad Windig zat hij bij de verzetsgroep ‘De ondergedoken camera’. Zijn werk werd na de oorlog in vele boeken en tentoonstellingen opgenomen.

Geen vreemde taal

In Rotterdam is aan die beginjaren van Oorthuys terecht maar een klein deel van de tentoonstelling gewijd. Hij zou nog zo veel meer foto’s maken. Reisboeken waren een van zijn specialiteiten. Het hele gezin Oorthuys ging mee naar Europese bestemmingen, alleen op stap vond de fotograaf ongezellig en, niet onbelangrijk, hij sprak geen enkele vreemde taal. Het lijkt hem in zijn werk niet te hebben gehinderd, overal lachen de mensen hem toe.

Manokwari, West-Irian (1956)Beeld Cas Oorthuys

De reikwijdte van de foto’s is overweldigend. In het boek dat bij de tentoonstelling is verschenen, met daarin een brede selectie van de archieffoto’s, wordt dat nog duidelijker. De foto’s tonen ellende en onrecht, maar vooral hoop en vooruitgang in een wereld die al ver achter ons lijkt te liggen. Vol enthousiasme fotografeerde Oorthuys in 1960 de nieuwe automatische halve-overwegbomen voor de Nederlandse Spoorwegen, in kleur dit keer.

Het meest bekeken werden zijn foto’s waarschijnlijk in de trein, waar zijn werk jarenlang aan de wand hing. Ook daar waren zijn foto’s vensters op een betere wereld.

‘Dit is Cas. Vintage fotografie van Cas Oorthuys’, tot 13 januari 2019 in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Het boek kost 49,95 euro.

Via velehanden.nl kunnen alle foto’s van Oorthuys worden bekeken en beschreven.

Lees ook:

Hulp gezocht: Wie staan er op Oorthuys' foto's van de wederopbouw in Rotterdam?

Cas Oorthuys bracht de wederopbouw van Rotterdam met passie in beeld, maar hij noteerde weinig bij de foto's die hij maakte. Het Fotomuseum roept nu de hulp van de Rotterdammers in.