Direct naar artikelinhoud
Opinie

'We vertrouwen onze leerkrachten niet meer'

Leerkrachten bezwijken onder administratieve rompslomp.

Gelukkig is er op dit moment aandacht voor de veel te hoge werkdruk in het onderwijs, zegt basisschooldirecteur Herman Brunen. Volgens hem wordt de te grote werkdruk veroorzaakt door de belachelijke hoeveelheid administratie, de te grote groepen en het passend onderwijs.

Met bijna veertig jaar onderwijservaring meen ik te kunnen aangeven dat het gebrek aan vertrouwen in de deskundigheid van de leerkracht echter de grootste oorzaak is van dit alles.

Dit administratieve monster is niet gecreëerd om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen

Alle administratieve activiteiten zoals het minutieus bijhouden van dossiers is totaal overbodig maar wordt als noodzakelijk geacht door de inspectie van het onderwijs, de samenwerkingsverbanden, de zorgverzekeraars, directies en zo meer. Ook het onderwijs zelf, directies voorop, hebben hieraan bijgedragen. Dit administratieve monster is gecreëerd om de kwaliteit van het onderwijs te bewijzen en als dekmantel voor de leerkracht, en niet om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.

Tientallen jaren geleden was de situatie als volgt. De leerkracht had eenvoudig de tijd voor een goede lesvoorbereiding en was hierdoor dus ook in staat om goed en gedifferentieerd les te geven. Er werden regelmatig toetsen afgenomen om na de analyses op de toets inzicht te krijgen in wat wel en niet goed begrepen was door de leerlingen. Op grond daarvan kon de leerkracht extra uitleg of verdieping geven, maar ook individueel leerlingen met problemen helpen. 

Noodzakelijke aantekeningen

De leerkracht maakte hierbij alleen de echt noodzakelijke aantekeningen. Het lesgeven stond hierbij centraal en niet het schriftelijke dossier. Soms was het dan zo dat een kind ondanks alle speciale hulp door de leerkracht onvoldoende vorderingen maakte. Dan werd er deskundige hulp ingeschakeld in de vorm van bijvoorbeeld een orthopedagoog. In een gesprek verduidelijkte de leerkracht het probleem en werd ook aangegeven welke hulp er al was ingezet. 

Hierbij hoefde men deze hulp niet te bewijzen met vuistdikke dossiers maar de mondelinge toelichting was voldoende. Men vertrouwde op de deskundigheid van de leerkracht. De orthopedagoog deed vervolgens nader onderzoek en kwam met een voorstel. Soms betekende dit een plan waarbij het kind met speciale hulp op de basisschool extra werd geholpen, soms betekende dit een verwijzing naar een andere vorm van onderwijs. Zo 'eenvoudig' was het.

Waar vroeger vertrouwd werd op de deskundigheid van de leerkracht en hij redelijk autonoom zijn werk kon doen, is er nu een systeem gecreëerd waarbij de docent elke dag weer het liefst schriftelijk aan moet tonen dat hij verantwoord bezig is. 

Enkele jaren geleden volgde de leerkracht nascholing omdat hij of zij dit zelf wenselijk vond. Soms gebeurde dit individueel, soms in teamverband. Nu moet de nascholing opeens worden vastgelegd in een lerarenregister en moet de nascholing voldoen aan allerlei eisen. 

Het is alleen maar een uiting van ons wantrouwen in de leerkracht

Wat is het nut hiervan? Niets! Het is alleen maar een uiting van ons wantrouwen in de leerkracht. Alsof deze mensen zonder het lerarenregister niet bereid zouden zijn om zich jaarlijks bij te scholen! Alsof deze uiterst gemotiveerde mensen luie donders zijn die het liefst elke dag om kwart over drie op de fiets stappen om zich zo weer voor te kunnen bereiden op de volgende vakantie.

De oplossingen

De werkdruk en het werkplezier in het onderwijs zijn snel en redelijk eenvoudig op te lossen:

• Weg met alle onzinnige administratie; vertrouw op de deskundigheid van de leerkracht!

• Laat de directies en de besturen van de scholen stoppen met de opgetuigde gesprekscyclus en laten we weer gewoon in gesprek gaan met de collega’s. Ondersteun hen juist in wat ze nodig hebben.

• Kleine groepen van 25 kinderen. De school kan ook de keuze maken voor iets grotere groepen en bijvoorbeeld meer handen in de klas.

• Meer ondersteuning in de groep.

• Maak het passend onderwijs weer redelijk; soms is het beter dat na uitvoerig overleg en onderzoek een kind naar een speciale vorm van onderwijs gaat.

• Stop met de toetsterreur. Reken de school niet af op toetsresultaten. Het is een perverse prikkel die leidt tot onnodig veel stress bij kinderen, ouders en leerkrachten en het zorgt ervoor dat de leerkracht oefent voor de toets, te weinig tijd vrijmaakt voor zaken als bewegingsonderwijs, tekenen of muziek of zich alleen nog richt op alle leerstof die getoetst wordt in de landelijke toetsen.

• Zorg voor een goed salaris en maak een eind aan de verschillen in salaris tussen de basisschoolleerkracht en die van de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

• Maak een eind aan het lerarenregister.

• Zorg ervoor dat de lesgevende leerkracht het meest gewaardeerd wordt; te vaak zien we dat door de grote werkdruk collega’s ervoor kiezen om maar iets te gaan buiten de groep te gaan doen.

• Zorg voor goede vervanging in geval van ziekte en laten we meteen stoppen met de zeer kwalijke gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid.

De nood is hoog. Het ziekteverzuim is aan het stijgen, de ontevredenheid onder de leraren is groeiende, de terugloop van het aantal PABO-studenten is schrikbarend en het aantal docenten dat het onderwijs verlaat, groeit met de dag met als gevolg een schrijnend lerarentekort. De gevolgen hiervan zullen voor de maatschappij vele malen duurder zijn dan alle bovenstaande maatregelen bij elkaar.

Herman Brunen, Directeur basisschool ’t Zonnewiel in Almere. 

Lees ook: Hoe ik mislukte als leraar.