Direct naar artikelinhoud
Mensenrechten dreigen te verkommeren tot machteloze symboolpolitiek
OpinieLeiderschap

Mensenrechten dreigen te verkommeren tot machteloze symboolpolitiek

Op 10 december vieren we de Dag van de Mensenrechten. Maar die mensenrechten verwateren door gebrek aan leiderschap, ook in Nederland. Dat schrijven Simone Filippini en Benjamin Duerr, voorzitter en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN).

en

Mensenrechten staan onder druk, ook in ­Europa. Regeringen beperken de vrijheid van meningsuiting, ondermijnen de rechtsstaat en voeren aan hun grenzen beleid dat fundamentele rechten van migranten schendt. Ongelijkheid en armoede, ook in Nederland, tasten onder meer het recht aan op gezondheid en op een behoorlijke levensstandaard, met onder meer genoeg voeding, kleding en huisvesting.

Sommige schendingen zijn het gevolg van bewuste politieke keuzes, andere het effect van een zwakke of zich terugtrekkende overheid. De paradox van mensenrechten is dat zij burgers tegen een dominante overheid moeten beschermen die haar grenzen overschrijdt, terwijl die burgers tegelijk een sterke overheid nodig hebben om hun kracht en potentieel ten volle te kunnen ontplooien.

Dilemma’s benoemen

Om mensenrechten daadwerkelijk te realiseren, is competent, effectief en integer politiek leiderschap nodig. Moedig leiderschap ook, dat bereid en in staat is om dilemma’s te benoemen, lastige keuzes te maken en aan principes vast te houden. Gebrek aan duidelijkheid wordt door burgers ervaren als vlees noch vis.

Dat zagen we bij het onduidelijke kabinetsstandpunt over deelname aan het wereldkampioenschap voetbal in Qatar. De keuze van minister Helder om erheen te reizen en een – vrijwel onzichtbaar en dus betekenisloos – OneLove-speldje te dragen, oogde ongeloofwaardig. Zonder morele onderbouwing en het vasthouden aan principes, juist wanneer dat lastig is, verkommeren mensenrechten tot holle symbolen, tot een huis zonder fundament.

Rijke landen als Nederland beschikken in beginsel over de juiste instituties en een goed functionerend maatschappelijk middenveld, dat tegenmacht biedt. Maar ook in Nederland blijken leiders onvoldoende in staat over de eigen schaduw heen te stappen en heldere keuzes te maken voor de bescherming van de eigen burgers en die elders in de wereld.

Mensenrechten beschermen ons tegen de overheid, maar hebben ook en sterke overheid nodig

De geschiedenis van de strijd voor mensenrechten laat zien wat echt leiderschap betekent en 10 december is daarin een dag die we moeten koesteren. Zaterdag 74 jaar geleden nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens aan: een document dat voor het eerst de meest fundamentele rechten op internationaal niveau heeft verankerd en de basis vormde voor de ontwikkeling van ruim zeventig andere mensenrechtenverdragen. De visie, vastberadenheid en geloofwaardigheid van de mannen en vrouwen die toen de verklaring ontwikkelden, hebben ervoor gezorgd dat mensenrechten tot uni­versele normen konden groeien die bijdragen aan bescherming van de ­levens van burgers overal in de wereld.

Verplichting voor multinationals

Net zoals 74 jaar geleden vraagt de wereld van vandaag nog steeds om leiderschap, zeker op mondiaal niveau. In een geglobaliseerde wereld waarin de invloed van natiestaten minder wordt, spelen internationale instituties een belangrijke rol bij de bescherming en verwezenlijking van mensenrechten. De Verenigde Naties zijn bij uitstek geschikt om verschillende visies bijeen te brengen, mondiale vraagstukken aan te pakken en als onafhankelijke toezichthouder op te treden.

Een voorbeeld van de noodzaak tot internationale samenwerking zijn grensoverschrijdende kwesties die alleen op internationaal niveau kunnen worden aangepakt, zoals de verantwoordelijkheden van multinationale bedrijven. Een VN-werkgroep onderhandelt nu over een bindend verdrag waarmee multinationals tot de bescherming van mensenrechten zouden worden verplicht. Het verdedigen van mensenrechten vraagt nog altijd standvastigheid, geloofwaardigheid en moed.

Lees ook:

Minister Helder verbergt haar protest achter een oranje sjaal

Minister Conny Helder ging naar Qatar, maar sprak zich publiekelijk niet uit over de mensenrechten in het land.

‘Nederland zwicht voor Marokkaanse druk over mensenrechten’

Afspraken tussen Den Haag en Rabat zijn na ruim een jaar openbaar gemaakt. Daarin zegt Nederland toe zich niet te bemoeien met binnenlandse aangelegenheden.