Direct naar artikelinhoud
Sanatorium Zonnestraal op de Hilversumse hei is een icoon van licht, lucht en beton
WandelenHilversum

Sanatorium Zonnestraal op de Hilversumse hei is een icoon van licht, lucht en beton

Beeld HH

Neem tijdens de Open Monumentendagen dit weekend een kijkje in voormalig Sanatorium Zonnestraal, toonbeeld van het nieuwe bouwen.

1. HET LANDGOED - Tussen bos en heide

Lichtvlekken dansen op het bospad, mul zand heeft zich opgehoopt bij het witte ­hekje aan de rand van het Hilversumse landgoed ­Zonnestraal. Hier namen tuberculosepatiënten tot ­halverwege de vorige eeuw afscheid van hun ­geliefden voordat ze verder liepen naar het sanatorium.

Rond 1900 was een op de drie sterfgevallen in Nederland te wijten aan tuberculose. Wie de infectieziekte opliep, werd direct ontslagen door zijn werkgever. Dat overkwam ook veel diamantarbeiders. Jan van Zutphen, vakbondsleider van de diamantbewerkersbond, richtte daarom een fonds op en kocht in 1919 een landgoed van 116 hectare voor een sanatorium. In 1928 werd Zonnestraal geopend.

Open Monumentendagen

Op 10 en 11 september vinden de Open Monumentendagen plaats, met dit jaar als thema duurzaamheid. Kijk voor activiteiten en open monumenten in de buurt op openmonumentendag.nl.

Zonnestraal (Loosdrechtse Bos 19, Hilversum) organiseert dit weekend tussen 11.00 en 16.00 gratis rondleidingen. Aanmelden is niet nodig. Andere keer aanhaken? Kijk op zonnestraal.nl. Ook de wijngaard is open (Rading 105, Loosdrecht).

Duizenden patiënten ­wandelden sindsdien vanaf station Hilversum zuidwaarts, door een bos met dennengeur en vogelgezang, naar de gebouwen met witgepleisterde muren en kozijnen van staal. “Een cultuurschok”, zegt gids Jan Schriefer, geboren, getogen en woonachtig op het terrein. “In die tijd werden huizen gebouwd van hout en baksteen. En dan verrijst daar ineens een schip van glas en beton, midden op de heide.”

Het hoofdgebouw.Beeld Esther te Lindert

2. HET HOOFDGEBOUW – Toonbeeld van het Nieuwe Bouwen

Jan Duiker en Bernard Bijvoet ontwierpen samen met constructeur Jan Gerko Wiebenga het sanatorium: een beton­skelet met grote puien van glas, lichtblauwe kozijnen die wegvallen tegen een wolkeloze hemel. “Artsen vroegen de architecten om een gebouw met veel licht en lucht”, zegt Schriefer. “Destijds de enige behandeling ­tegen tuberculose.” Van een­ ­afstand kijk je dwars door het gebouw. “Alsof het gewapend beton, die nieuwe uitvinding, de zwaartekracht zou kunnen tarten.”

2. HET HOOFDGEBOUW – Toonbeeld van het Nieuwe Bouwen
Beeld Esther te Lindert

Duiker, zelf fervent automobilist, liet een weg onder het hoofdgebouw door lopen en verdeelde daarmee meteen de functies. Badhuis en onderzoekskamers aan de ene kant, ernstig zieke patiënten aan de andere kant. In de multifunctionele zaal boven de weg konden bewoners onderuitzakken voor een filmavond of theatervoorstelling. De ingang beneden was, net als de rest van het gebouw, functioneel tot in ­detail: de natte jas kon bij binnenkomst worden opgehangen aan de kledinghaakjes boven de verwarmingsbuizen van de cv, die andere noviteit.

Met de komst van antibiotica als behandeling tegen tbc verloor het gebouw zijn functie. Het complex is in de jaren vijftig omgebouwd tot algemeen ziekenhuis. Nu is het onder meer een congrescentrum.

Het Dresselhuyspaviljoen.Beeld Esther te Lindert

3. DE PAVILJOENS – Lichte kamers om te kuren

Patiënten verbleven in het Ter Meulen- of het Dresselhuyspaviljoen. Iedere zieke had er een eigen kamer en een terras om te kuren, met de neus in de wind en het gezicht in de zon. “Het beste kamertje bestond niet”, zegt Schriefer. “Elke kamer kreeg evenveel licht.”

Voor de verplegers was er een trap die als een slakkenhuis naar boven draait, patiënten werden met een beddenlift naar de eerste verdieping ­gebracht. Zelfs in de schacht valt door een raam een straal licht. De natuur is nergens ver weg; aan de andere kant van het glas wuiven boomtoppen en stuift zand op in een bries.

Was in 1928 het ketelhuis je-van-het, nu is duurzaamheid het devies. Bij de renovatie twee jaar geleden kreeg het Dresselhuyspaviljoen monumentaal dubbelglas én een warmtepomp. In de kantoren en de brasserie zit je er warmpjes (of koel) bij door leidingen in vloer en plafond.

De werkplaatsen.Beeld Esther te Lindert

4. WERKPLAATSEN – Terugkeer naar de maatschappij

Zonnestraal was niet alleen een sanatorium, maar ook een arbeidskolonie voor herstellende tbc-patiënten. Vlakbij de paviljoens zijn daarom werkplaatsen gebouwd, met schuifpuien voor frisse lucht. Ze staan in een halve zonne­cirkel en hebben geel geschilderde kozijnen. “Hier konden patiënten hun eigen vak uitoefenen, van metaalbewerker tot instrument­maker, voordat ze terugkeerden naar de maatschappij.” De producten werden verkocht, de patiënt kreeg een dubbeltje reductie op de verpleegprijs van ƒ4,50 per dag.

In de laatste fase van het genezingsproces verhuisden patiënten naar een van de boshutten, geïnspireerd op de Engelse shelters. Barakken van hout, gericht op het zuiden. “In de winter trok je een slaapmuts over je oren en kreeg je een kruik en vijf ­dekens mee tegen de vrieskou en de sneeuw”, zegt Schriefer. “De hutten werden richting de uitgang neergezet. Je was immers al bijna thuis.”

4. WERKPLAATSEN  – Terugkeer naar de maatschappij
Beeld Esther te Lindert

5. DE OUDE MOESTUIN - Duurzaam wijndomein

Wie door het bos westwaarts wandelt, stuit op een ander hek. Daar waar vroeger tuberculosepatiënten schoffelden in de moestuin, klimmen nu druivenranken langs draden omhoog. “We verbouwen ­rassen die zijn gekweekt voor dit noordelijke klimaat en die het goed doen op deze zand- en veengrond”, zegt Rob Matthijssen. Met vier andere ­ondernemers pacht hij dit wijndomein. “Tussen de ­bossen blijft de warmte goed hangen, een prima plekje voor de druif.”

Waar mogelijk, kiezen de ondernemers voor duurzaam. Ze gebruiken geen onkruidverdelger, maar maaien het gras tussen de stokken vandaan. Binnenkort helpen vrijwilligers met de druivenoogst. Omdat de opbrengst van 0,7 hectare beperkt is, wordt de 1200 liter met een Italiaanse wijn geblend. Op de stamtafel staat een Chardonnay met de naam Zonnestraal. Fruitig en, hoe kan het anders, helder geel van kleur.

De wandeling

Zonnestraal (Loosdrechtse Bos 19, Hilversum) is vanaf station Hilversum of Hilversum Sportpark te voet of met ov-fiets (3,5 km) bereikbaar. Het landgoed is vrij toegankelijk. Volg de lichtblauwe palen voor een rondwandeling (4,5 km) over het terrein en langs de gebouwen.

Bij de brasserie in het Dresselhuys-­paviljoen is een wandelgids met achtergrondinformatie verkrijgbaar.