Direct naar artikelinhoud
reportageL'arc de Triomphe, Wrapped

Dat de Arc de Triomphe toch werd ingepakt past bij de overtuiging van Christo: kunst wint het van bureaucratie

De Arc de Triomphe werd ingepakt in 25 duizend vierkante meter polypropyleen.Beeld Natascha Libbert

Christo en zijn vrouw Jeanne-Claude droomden al zestig jaar geleden van een ingepakte Arc de Triomphe. Dat het project postuum toch werkelijkheid wordt, past bij hun overtuiging dat kunst hoort te winnen van bureaucratie. Sarah van Binsbergen was bij de laatste voorbereidingen en was diep onder de indruk.

Tientallen keren gezien, en toch drong het nooit tot me door hoe reusachtig groot die Arc de Triomphe is. Tot nu, nu het 50 meter hoge bouwwerk in zilverblauwe stof gehuld is en vijf bouwvakkers aan touwen hoog in de façade hangen. Mieren lijken ze, zo klein.

De bouwvakkers zijn geen onderdeel van de megalomane tijdelijke kunstinstallatie L’Arc de Triomphe, Wrapped, dit schouwspel speelt zich twee dagen voor de opening af. Toch heeft het kunstwerk bij mij nu al het effect bereikt dat de kunstenaars voor ogen hadden. Christo en Jeanne-Claude, die wereldberoemd werden met het inpakken van monumentale bouwwerken, wilden verrassen en ontregelen. Hun tijdelijke interventies in de openbare ruimte laten je anders kijken naar de alledaagse werkelijkheid die je dacht te kennen.

L’Arc de Triomphe, Wrapped bestaat als idee al ruim zestig jaar. Als jonge man, gevlucht uit communistisch Bulgarije, huurde Christo een klein appartement in Parijs met uitzicht op de monumentale boog. In 1962 maakte hij een fotomontage waarin het gebouw als een pakketje is ingepakt. Het beeld groeide uit tot een droom die hij en zijn vrouw en artistieke partner Jeanne-Claude hun leven lang koesterden.

Christo and Jeanne-Claude bij de ingepakte Pont Neuf.

Nu is die droom werkelijkheid, ruim een jaar nadat Christo op 84-jarige leeftijd overleed en bijna twaalf jaar na de dood van Jeanne-Claude in 2009. Twee dagen voor de opening is al goed te zien hoe spectaculair het eindresultaat zal zijn. Als een gebouw uit een sciencefictionfilm doemt de boog op aan het einde van Champs-Élysées. Vreemd en herkenbaar tegelijk. De geplooide stof glinstert in het veranderende ochtendlicht. Het effect is visueel overweldigend.

Het mag een triomf heten dat dit kunstwerk er is. Voor veel kunstliefhebbers is het een laatste kans om een kunstwerk van het beroemde duo in het echt te zien. De ingepakte triomfboog is een van twee grote kunstwerken die postuum worden uitgevoerd. Het andere project, een reusachtige sculptuur van 410 duizend olievaten, komt (waarschijnlijk pas over een jaar of tien) op een veel minder toegankelijke plek: in de woestijn van Abu Dhabi. Bovendien had het niet veel gescheeld of L’Arc de Triomphe, Wrapped was er niet gekomen. Ondanks hun aanhoudende droom over het project deden Christo en Jeanne-Claude jarenlang niets om het uit te voeren.

Dat is opmerkelijk, want normaal gesproken schrok het duo niet bepaald terug voor grote, ambitieuze projecten. Nadat ze in 1964 vanuit Frankrijk naar New York verhuisden, ondernamen Christo en Jeanne-Claude verwoede pogingen om een wolkenkrabber op Times Square in te pakken. Helaas: de eigenaar durfde het niet aan. Wel volgden veel andere grootschalige ingrepen waarmee de kunstenaars hun plek in de kunstgeschiedenis veroverden. Een van de bekendste is de ingepakte Reichstag, het parlementsgebouw in Berlijn (1995). Ook in Parijs voerden ze al eerder een indrukwekkend kunstwerk uit: in 1985 hulden ze de 238 meter lange Pont Neuf in glanzende zandkleurige stof.

Plannen uit 2019 voor het inpakken van de triomfboog.

Hoewel ze in de volksmond bekend staan als ‘de inpakkunstenaars’, deden ze veel meer. Voor het Central Park in New York maakten ze in 2005 een ‘erehaag’ van zevenduizend oranje poorten. Onvergetelijk was ook Floating Piers (2015), waarbij het leek alsof je als bezoeker op het Italiaanse Iseomeer kon lopen, met enkel een stuk goudgele stof tussen je voeten en het water.

Het duo had een ijzeren uithoudingsvermogen. Zo kwam de toestemming voor het inpakken van de Reichstag pas na twintig jaar aan gesprekken met Duitse autoriteiten. De ‘software-fase’, noemden ze dat diplomatieke spel. Het was een belangrijk onderdeel van hun kunst. In eindeloze gesprekken verdedigden Christo en Jeanne-Claude keer op keer de vrijheid van kunst. ‘Ons werk is een schreeuw om vrijheid’, zoals ze zelf graag zeiden. De voltooide installaties hebben iets triomfantelijks. Kijk: kunst wint het van bureaucratie. Dat wat tien, twintig jaar onmogelijk lijkt, blijkt na lang aanhouden toch te kunnen.

De hang naar vrijheid zit ook in het financieringsmodel. Subsidies namen ze niet aan, alle kunstwerken werden gefinancierd met opbrengsten. Schetsen en fotocollages, boeken, documentaires: op slimme wijze produceerden de kunstenaars tijdens de lange aanloopfase van ieder project hun eigen merchandise.

‘Zelfs Christo en Jeanne-Claude vonden de De Arc de Triomphe inpakken te utopisch’, zegt Laure Martin-Poulet. ‘De boog is zo’n belangrijk symbool voor Frankrijk, daar kom je niet zomaar aan.’ Samen met Vladimir Javacheff, de neef van Christo, leidde Martin-Poulet het Arc de Triomphe-inpakteam. De in New York wonende Javacheff bewaakte de artistieke kant, de Parijse Martin-Poulet hield zich bezig met de ‘software’: het regelen van vergunningen en het warm houden van relaties. We spreken elkaar in het rumoerige kantoor van het inpakteam, op een steenworp afstand van de triomfboog. Ze is onberispelijk gekleed: kort grijs haar, zijden blouse, zwarte kokerrok. Na ons gesprek zal ze president Macron ontvangen, die het kunstwerk komt inhuldigen.

De Arc de Triomphe bij het inpakken.Beeld Wolfgang Volz

De bal voor L’Arc de Triomphe, Wrapped begon in 2017 te rollen, tijdens de voorbereidingen voor een tentoonstelling over het kunstenaarsduo in het Parijse museum Centre Pompidou. Toen het museum vroeg of Christo (Jeanne-Claude was al overleden) nog een idee had voor een interventie in de openbare ruimte, noemde hij de nooit verwezenlijkte droom voor de Arc de Triomphe.’ Vanaf dat moment ging het snel. Anne Hidalgo, burgemeester van Parijs, ging akkoord met het plan voor het tijdelijke kunstwerk. Toestemming van de Franse president Macron volgde een paar maanden later.

‘Christo kon zijn geluk niet op’, zegt Martin-Poulet. ‘Voor de Pont Neuf duurde het tien jaar om toestemming te krijgen, niemand had durven hopen dat het dit keer zo snel zou gaan.’

Het inpakken en tentoonstellen heeft in een krap tijdvenster: tussen de jaarlijkse ceremonies op 14 juli (Quatorze Juillet) en 11 november (Dodenherdenking) die traditiegetrouw bij de triomfboog plaatsvinden. Drie maanden lang werd er dag en nacht gewerkt, door zo’n twaalfhonderd mensen.

De ingepakte boog doemt op aan het einde van Champs-Élysées.Beeld Natascha Libbert

Donderdag 16 september, twee dagen voor de opening, valt nog een glimp van dat werk op te vangen. Een tiental mannen in oranje veiligheidspakken is bezig met de laatste ingreep: het ingepakte gebouw wordt ingesnoerd met rood touw. Vanaf het dak van het 50 meter hoge gebouw dringt het pas echt tot je door wat een onderneming dit is. Een bouwvakker zit op de rand, terwijl een groepje journalisten toekijkt. Zijn collega helpt hem om het andere eind van het touw dat om zijn middel zit, vast te gespen aan de stalen stellage die onder de stof verborgen zit. Dan, in een soepele beweging, springt de man over de rand. Niet voor bangeriken, dit.

De grootste uitdaging was niet het inpakken zelf. In een timelapsevideo op de website van de kunstenaars is te zien hoe de stof,  25 duizend vierkante meter polypropyleen (en soort dik dekzeil), in een dag werd bevestigd en uitgerold. Het voorwerk stelde de ingenieurs en bouwers voor uitdagingen. Hoe konden ze het monumentale gebouw met al haar sculpturen en reliëfs zo goed mogelijk beschermen en tegelijkertijd zorgen dat in de ingepakte versie de originele vorm zichtbaar bleef? Er werd een ingewikkeld stalen geraamte gebouwd, met ronde ‘kooien’ op de plekken waar de beeldhouwwerken uitsteken.

De Arc de Triomphe werd gebouwd in opdracht van Napoleon, als een glorieus monument voor zijn grote militaire overwinningen. Na de eerste wereldoorlog, in 1920, werd onder de boog de tombe van de onbekende soldaat geplaatst. ‘Een Franse soldaat gestorven voor het vaderland 1914-1918’, staat er op het graf. De vlam die op het graf brandt, wordt elke avond om half 7 ceremonieel aangestoken ter nagedachtenis aan omgekomen soldaten en burgers. Belangrijke nationale momenten worden hier gevierd, van Quatorze Juilliet tot voetbaloverwinningen. Het is ook een van de plekken waar de gele hesjes demonstreerden. De triomfboog is, kortom, een even belangrijk als tegenstrijdig Frans symbool.

Tijdens het openingsweekend kwamen 300.000 mensen kijken.Beeld Natascha Libbert

Tijdens het inpakken ging de dagelijkse herdenkingsceremonie bij de vlam gewoon door. De bouwers stopten elke dag om 6 uur met werken, zodat de ceremonie in alle rust kon beginnen. Pas na afloop pakten ze het werk weer op. In ruil voor dit respect zouden de veteranenorganisaties voor wie de Arc en de dagelijkse ceremonie belangrijk zijn, niet tegensputteren.

Bij de officiële opening op zaterdag 18 september zijn tientallen veteranen aanwezig. In uniformen vol blinkende insignes staan ze bezoekers te woord. Het is natuurlijk een mooi moment om over hun eigen activiteiten te vertellen. Maar ook om hun steun voor hun kunstwerk uit te spreken. ‘Dit is kunst’, zegt veteraan Daniel Cerdan met een gewichtig gebaar naar het ingepakte gebouw. ‘Het maakt niet uit wat je er persoonlijk van vindt, voor kunst heb je respect.’

‘Christo’ of ‘Christo en Jeanne-Claude’?

Op hun officiële website staat een lijstje met de dingen die Christo en Jeanne-Claude nooit samen deden:

- In hetzelfde vliegtuig vliegen.
- Tekenen. (Jeanne-Claude was hier niet voor opgeleid,  Christo zette hun ideeën op papier.)
- Met de boekhouder praten. (Dit deed alleen Jeanne-Claude.)

De rest, is de implicatie, deed het duo allemaal samen. Toch ondertekenden ze tot 1994 al hun projecten alleen met ‘Christo’, de voornaam van Christo Vladimirov Javacheff. Vanaf 1994 ondertekenden zij al hun projecten met ‘Christo en Jeanne-Claude’, toch wordt de naam Jeanne-Claude (Denat de Guillebon) nog vaak weggelaten. Hoe zit dat?

‘Het was een strategische beslissing om alleen met Christo te ondertekenen,’ zegt Laure Martin-Poulet. ‘Het was moeilijk genoeg om mensen te overtuigen van het belang van hun grootse plannen. Christo was opgeleid tot kunstenaar en had al naam gemaakt, daarom kozen ze zijn voornaam.’

Vaak wordt aangenomen dat Christo het artistieke genie was en Jeanne-Claude vooral de projectmanager. Dat klopt volgens Martin-Poulet niet: ‘De ideeën kwamen van hen allebei, dat hebben ze vanaf 1994 ook steeds benadrukt.’

Het zal geen verrassing zijn dat niet iedereen in Frankrijk er zo over denkt. Op Twitter noemde Florian Philippot, voormalige rechterhand van Marine Le Pen, de installatie ‘een vuilniszak die over een van onze meest glorieuze monumenten is getrokken’. Anderen maakten zich kwaad over het geld dat in het project werd gestoken: ruim 14 miljoen euro. In de Franse krant Le Monde vroeg de architect Carlo Ratti zich hardop af hoe duurzaam het is om enorme hoeveelheden stof te gebruiken om een monument in te pakken.

Bij de persconferentie weerlegde Vladimir Javacheff die laatste twee kritiekpunten. ‘Alle stof, en vijftig procent van het gebruikte staal, wordt hergebruikt’, zei hij. Wat het geld betreft: ‘Net als hun andere kunstprojecten werd ook deze installatie gefinancierd door Christo en Jeanne-Claude zelf. Ze verdienden geld door de schetsen en tekeningen te verkopen die Christo in voorbereiding maakte’.

Dat er ook genoeg mensen zijn die de komst van het kunstwerk omarmen, blijkt als zaterdag het plein rondom de triomfboog volstroomt met bezoekers. Normaal gesproken ziet het op de beruchte rotonde op het Place Charles de Gaulle zwart van de uitlaatgassen. Nu is speciaal voor deze gelegenheid het plein voor even voetgangersgebied. In plaats van een voetgangerstunnel te nemen loop je vanaf de Champs-Élysées recht op de triomfboog af. Het is ongelofelijk wat zo’n ingreep doet. Niet alleen de Arc de Triomphe heeft een metamorfose ondergaan, het hele plein is compleet veranderd. Precies zoals de kunstenaars het voor ogen hadden.

Dat de Arc de Triomphe toch werd ingepakt past bij de overtuiging van Christo: kunst wint het van bureaucratie
Beeld Natascha Libbert

L’Arc de Triomphe, Wrapped. Place Charles de Gaulle, Parijs. Gratis te bezoeken t/m 3 oktober. In de weekenden is het plein autovrij.