Direct naar artikelinhoud
InterviewAndrée van Es

Andrée van Es: ‘Ik zie kunst graag als een polsslag van de tijd’

Andrée van Es, voorzitter van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs, kreeg liefde voor kunst met de paplepel ingegoten.

Andrée van EsBeeld Hollandse Hoogte / Rink Hof

Het is ruim veertig jaar geleden, maar oud-politicus Andrée van Es (66), tegenwoordig voorzitter van de Nederlandse Nationale Unesco Commissie én voorzitter van de jury van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs, wordt er nog steeds zenuwachtig van. ‘Ik geloof niet dat we een teruggeefregeling met Tsjechië hebben, hè’, giechelt ze.

Grapje. Op de kast in haar woonkamer ligt het boek waarover ze zojuist verteld heeft: een grote uitgave uit 1928 met daarin alle etsen van Francisco Goya, de Spaanse kunstenaar die ze al heel lang bewondert. Van Es vond het in een antiquariaat in Praag, de stad die ze eind jaren zeventig bezocht, toen de Berlijnse Muur nog overeind stond en de grenzen goed werden bewaakt. Ze nam het boek mee in de auto, zenuwpezend bij elke grenscontrole, maar dat had ze ervoor over. Want ach, Goya – ‘helemaal wég’ was ze ervan.

‘Dat kwam door de bijzondere combinatie van schoonheid en de gruwelijkheid van de oorlog’, zegt Van Es. ‘Dat dat toen zo binnenkwam, had denk ik te maken met mijn eigen ontwikkeling: dat ik nadacht over hoe we in de maatschappij met elkaar omgaan en over de rol van geweld in de samenleving. Het engagement van Goya sprak me aan.’ Om er haastig aan toe te voegen: ‘Niet dat dat per se nódig is, hoor. Kunst is een individuele expressie, je kunt maatschappelijke betrokkenheid gelukkig niet afdwingen. Maar ik vind het fijn om kunst als een soort polsslag van de tijd te zien.’

Kunst is in haar leven altijd binnen handbereik geweest. Van Es groeide op in Den Haag, met ouders die hun kinderen geregeld meenamen naar het Haags Gemeentemuseum en bevriend waren met de kunstenaars die samen de groep Atol vormden. De werken van Hans van der Lek, Gerard Verdijk, Aat Verhoog en de Amsterdammer Roger Chailloux die haar ouders destijds kochten en kregen, hangen nu aan de muren van haar Amsterdamse woning, evenals de paardenschilderijen van haar Amsterdamse overgrootvader.

Natuurlijk, lacht ze: als kind vond ze die museumbezoeken weleens te lang duren. ‘Maar láter weet je dat het eraan heeft bijgedragen dat het nu zo gemakkelijk is om een museum binnen te stappen. Ik heb al vroeg geleerd dat kunst iets kan toevoegen en dat je kunt onderzoeken wat je ziet. Die nieuwsgierigheid werd in die vroege periode gewekt.’

Onlangs zag Van Es op de kunstmanifestatie Robot Love in Eindhoven het nieuwste werk van de tweelingzussen L.A. Raeven: een derde zus, gemaakt van siliconen en kersverse robottechnologie. ‘Dat greep me bij de strot.’

Ze wilde wegrennen, maar ook blijven, en uiteindelijk wilde ze er alles van weten. ‘Het is niet zo dat ik elk kunstwerk meteen begrijp. Dat hoeft ook niet. Maar als je moeite doet, is er altijd een draadje te vinden. Zo’n werk sleept me mee. Ik word ook ouder, soms wil ik de deuren dichtdoen en de krant niet openslaan. Deze tentoonstelling haalde me weer bij de tijd. Oja, dacht ik: dít is dus gaande.’

Op 18/4 maakt Andrée van Es de winnaar van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2019 bekend tijdens een liveuitzending van Opium op NPO Radio 4, 22.30-23.30 uur. Voor deze editie zijn genomineerd: Funda Gül Özcan, Neo Matloga en Lonneke van der Palen. Kunst van de genomineerden is te zien in het Stedelijk Museum Schiedam t/m 16/6. Lees hier alles over deze editie van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs.