Direct naar artikelinhoud

‘Echt, liefde op late leeftijd is haalbaar’

Wat betekent het om nu vrouw te zijn? Oud-politicus Andrée van Es (65): ‘Nuchterheid zit diep in mij.’

Andrée van Es: ‘Heel lang wist ik niet dat er zoiets als ‘de grote liefde’ bestond.’ Haar en make-up: Emmy Klomp Blouse: Josephine van MastrigtBeeld Imke Panhuijzen

Andrée van Es, voormalig actief politicus voor GroenLinks – vroeger voor de PSP, de Pacifistisch Socialistische Partij – laat na het interview per sms weten: ‘Inmiddels ben ik gevraagd als verkenner voor collegevorming in Utrecht.’ En dat terwijl ze tijdens ons gesprek nog vertelde het kalmer aan te willen te doen: ‘Ik ben net 65 geworden en ik merk aan leeftijdgenoten dat ze zich nog enorm willen laten gelden, zo van: ik ga gewoon door, hoor! Zelf bekijk ik juist hoe ik werk kan minderen. Nee, ambities voor het Amsterdamse burgemeesterschap heb ik niet. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar tegenwoordig ga ik graag golfen.’

Waarom durft u dat ‘bijna niet te zeggen’?

Ze lacht. ‘Nou ja, golfen en links, dat is wel ’n ding, daar moet je mee uitkijken. Maar ik vind het heel leuk, ik blijf in beweging en ben veel buiten.’

Hoe kwam u ooit in de politiek terecht?

‘Ik was 22, studeerde rechten in Utrecht. Een van de docenten was Geert Mak, toen al fractiemedewerker bij de PSP, en hij heeft me als medewerker getipt bij de partij.’

Geert Mak had u bij de fractie aanbevolen met de tekst: ‘Andrée is op een rustige manier een wilde meid.’ Wat kan hij daarmee hebben bedoeld?

‘Vraag het Geert, ik was in ieder geval geen heel wilde meid. Maar misschien heeft zo’n kwalificatie te maken met het feit dat ik voor anderen soms moeilijk te plaatsen ben. Ik kon het vroeger wel eens zijn met de idealen van de PSP, maar ik wilde me niet altijd op dezelfde manier gedragen als de rest. Ik hoor niet thuis in een hokje. Ik denk dat ik dat van mijn ouders heb.’

Wat stemden uw ouders?

‘VVD. Ik kom uit een keurig liberaal gezin en ben opgegroeid in het Haagse indo-milieu. Mijn vader kwam uit Nederlands-Indië en is later nog teruggegaan als militair tijdens de politionele acties van Nederland tegen de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging. Maar ik ging niet bij de PSP om te revolteren tegen mijn ouders. Ik had wel hoogoplopende discussies met mijn vader over het kolonialisme, maar er was nooit een diep generatieconflict. Toen ik het huis uitging om te studeren, ontmoette ik leeftijdgenoten die vanwege hun maatschappijopvattingen gebroken hadden met hun ouders. Daar was bij mij geen sprake van.’

Was uw vader trots op u toen u in de Tweede Kamer zat?

‘Hij was erbij toen ik in 1990 afscheid nam als Kamerlid. Iedereen mocht een briefje schrijven met een herinnering aan mij. Mijn vader schreef: 'Dank je wel Andrée, dat je mijn wereld hebt vergroot. Mijn vader was een nieuwsgierig mens, die openstond voor andere werelden. Hij was handelsagent in rijwielonderdelen, maar begaf zich samen met mijn moeder graag in het Haagse kunstenaarsmilieu. Die twee hadden het geweldig. Mijn moeder werkte niet, daar moest ze ook niet aan denken, zei ze altijd. Ze voelde zich niet financieel afhankelijk van mijn vader. Ze waren volstrekt gelijkwaardig aan elkaar. Heel mooi om te zien.’

Wat heeft u van uw vader geleerd?

‘Niets voor zoete koek aannemen, relativeren. Als ik vroeger te hoog van de toren blies, zei mijn vader: 'Relativeren, Andrée... relativeren.' Daar kon ik dan heel boos over worden, maar vaak had hij gelijk.’

Wat heeft u van uw moeder geleerd?

‘Optimisme, niet zeuren. Mijn moeder was iets harder dan mijn vader. En heel direct. Ze kon snel tegen mensen zeggen: ‘Ik heb er genoeg van.’ Soms betrap ik me wel eens op dat drastische trekje van haar, dat vind ik dan niet leuk van mezelf.

‘Mijn moeder vond dat mijn oudere zus en ik elegant en charmant moesten zijn. Een van haar adviezen aan mij was: pas vooral op dat je niet lijkt op een operazangeres; zo iemand staat vaak met haar mond wijd open en dat is een heel lelijk gezicht.’

Toen u in 1981 in de Tweede Kamer kwam, werd er al gauw gesproken over ‘het mooiste Kamerlid ooit’. Heeft u van dat soort aandacht genoten?

‘Nee, ik droeg colberts van mijn vader, zodat ik me stoerder voelde, er sekslozer uitzag. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat politiek een old boys network was en dat je als vrouw moest zorgen dat je het altijd beter wist dan een man. Er zaten veel middelmatige mannen in de politiek, maar een vrouw kon het zich niet permitteren om middelmatig te zijn. Je moest er als vrouw bovenuit steken.’

‘Maar als ik op mijn Tweede Kamertijd terugkijk denk ik ook: Andrée, zeur niet zo, want je hebt er soms ook baat bij gehad dat ze je aantrekkelijk vonden. Het is oneerlijk verdeeld in de wereld, maar als vrouw met een mooi uiterlijk wordt er beter naar je geluisterd, maak je sneller contact met iemand en krijg je eerder iets gedaan. Ik denk dat ik daar wel eens van heb geprofiteerd.’

Dus u hoefde vroeger ook niet veel moeite te doen om een vriendje te krijgen?

‘Mijn zus en ik zijn opgegroeid met een sterk zelfbewustzijn. Mijn oma zei altijd al over haar kleindochters: goede wijn behoeft geen krans.’

Schoonheid en arrogantie kunnen soms hand en hand gaan.

‘Absoluut, op de middelbare school vonden leraren al dat ik arrogant was. Ik besef dat ik van nature een koele, ongenaakbare indruk kan maken. Adelheid Roosen heeft ooit over me gezegd: Andrée is cool and beautiful. Dat is misschien wel een juiste typering.’

Kon u in de liefde krijgen wie u wilde?

‘Laat ik het zo zeggen: de droom die andere meisjes hadden, dat ze een jongen voor eeuwig wilden, die kende ik niet. En heel lang wist ik niet dat er zoiets als ‘de grote liefde’ bestond. Misschien stond ik er ook niet voor open, omdat ik opging in mijn politieke werk.’

De man van wie u op uw 35ste een zoon kreeg, was dat een grote liefde?

‘Zo begon het wel, maar het liep verdrietig af. Daar zit nog steeds een pijnpunt. Door mijn beslissing de relatie te beëindigen, is mijn zoon minder onbezorgd opgegroeid dan ik. Zijn vader overleed bovendien toen hij 15 was.’

U heeft weleens gezegd dat u de ware liefde tegenkwam in de persoon van PvdA-politicus Maarten van Traa. Hij verongelukte in 1997. Wat een vreselijk noodlot.

‘We waren pas getrouwd en nog maar zeven jaar bij elkaar. Onze liefde was heel hecht. Het had natuurlijk niet zo gemoeten, maar een leven houdt op als het ophoudt. Dat heeft niets met het noodlot te maken. Ik zie het als botte pech, als onderdeel van het leven. Het overkomt je.’

Dat klinkt nuchter.

‘Ja, nuchterheid zit diep in mij. Maar het verdriet is groot geweest. En het slijt niet, het went wel. Ik weet nog goed dat meteen na Maartens ongeluk mijn ouders kwamen logeren. Mijn moeder zorgde als een tijgerin voor haar jong en mijn vader maakte grote pannen nasi goreng. Na drie weken stond hij aan mijn bed, hij had de situatie eens aangekeken en zei: ‘Andrée, als ik jou was, zou ik weer gaan werken.’ Dat heeft mijn vader heel goed doorgehad, dat dat het beste was voor zijn jongste dochter. En ik moest verder, ik had een zoon van 9, dat houdt je ook bij de les.’

Het verliezen van zo’n dierbare liefde maakt het misschien moeilijker om aan een nieuwe liefde te beginnen?

‘Klopt. Een goede vriendin zei ooit tegen me: ‘Andrée, je moet je opener opstellen. Heel lang was ik ongenaakbaar.’

Omdat er geen tweede Maarten was?

‘Zoiets ja. Iemand die iets met mij zou willen, moest wel heel goede papieren hebben. Ik dacht: ik kan beter alleen zijn met de herinnering aan Maarten, ik neem geen genoegen met surrogaat. En ik hoefde ook geen onzekere man, iemand die zichzelf zou gaan vergelijken met Maarten. Mijn zoon Julien zei weleens: ‘Mam, als je een man neemt, is dat toch ook veel leuker voor mij. Maar helaas, zo werkte het niet.’

Had u geen behoefte aan intimiteit?

‘Ik verloor Maarten op mijn 45ste en heb sindsdien wel gedacht: ik kan me niet voorstellen, dat ik, als ik straks 80 ben, nooit meer iemand heb aangeraakt.’

Hoe is het nu met de liefde?

‘Sinds drie jaar heb ik een warme en ontroerende relatie met een man uit mijn jeugd, mijn vriendje toen ik 17 was. Onze levens gingen elk hun weg, we maakten andere keuzen. Nu klopt het helemaal. Stephan Sanders, een vriend van me, zei: ‘Andrée, een nieuwe liefde kon eigenlijk alleen maar met iemand die er al was.’’

Wat bedoelde hij daarmee?

‘Nou, iemand die ik niet te veel hoefde uit te leggen, met wie ik al een achtergrond deelde en die begrijpt dat Maarten nog steeds deel uitmaakt van mijn leven. Als hij er niet geweest was, zou ik nu nog alleen zijn.’

Dat klinkt als een happy end?

‘Ja, het voelt als extra tijd, een bonus, een heerlijke herkansing. In de liefde, in een relatie moet je je volkomen op je gemak kunnen voelen, je onzekerheden kunnen laten varen en ondanks elkaars onhebbelijkheden kunnen zeggen: ‘Kom hier!’ Het ontroert me regelmatig, dat dat nu allemaal zo is. Ik heb iemand gevonden bij wie ik sterk en zacht kan zijn. Echt, liefde op late leeftijd is haalbaar.’

Valt er nog iets te bevechten voor vrouwen?

‘Veel beter kun je het als vrouw niet hebben als je in deze tijd, in dit land leeft. Maar kijk ik naar mijn stad Amsterdam, dan zie ik gesloten gemeenschappen waar vrouwen geen zeggenschap over zichzelf hebben, waar gedwongen huwelijken bestaan. Het kan een vrouw haar kop kosten als ze anders denkt. Onvoorstelbaar.’

Wat vindt u niet leuk aan vrouwen?

‘Ik erger me aan vrouwen die hun gedrag aanpassen aan de blik, het oordeel van mannen, aan de male gaze. Zoiets vind ik onsolidair. Gelukkig zie ik steeds meer jonge vrouwen die soeverein zijn.’

CV Andrée van Es 

-1953 geboren in Den Haag
-1970 Gymnasium A
-1971-1979 Bestuurswetenschappen, Rijksuniversiteit Utrecht
-1975-1979 fractiemedewerker PSP
-1981-1989 Tweede Kamerlid en later fractieleider PSP
-1988 geboorte zoon Julien, vader Joe Simmons (1951-2003)
-1989-1990 Tweede Kamerlid GroenLinks (fusiepartij van PSP, CPN, PPR en EVP)
-1996 huwelijk met PvdA-politicus Maarten van Traa (1945-1997)
-1998-2001 Programmamaker bij VPRO en directeur politiek-cultureel centrum De Balie te Amsterdam
-2001-2007 Voorzitter van GGZ Nederland.
-2007-2010 Directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties van het ministerie van Binnenlandse Zaken
-2010-2014, Amsterdams wethouder Werk, Inkomen en Participatie voor GroenLinks
-Sinds 2014 voorzitter van de Nederlandse Nationale Unesco Commissie