Direct naar artikelinhoud

Drs. Juf

De eerste lichting academisch geschoolde basisschoolleerkrachten is nu een paar jaar afgestudeerd. Waar werken ze, en verschillen ze van hun collega's?

Academische leerkracht
Beeld Io Cooman

Met lede ogen zag Theo Wubbels het aan. Al die meisjes - 'vooral meisjes' - die naar de open dagen van de universitaire opleidingen pedagogiek en onderwijskunde kwamen, terwijl ze eigenlijk het liefst in het basisonderwijs zouden werken. Maar ja, naar de pabo mochten ze niet. Hun ouders zagen hun dochter na het vwo liever naar de universiteit gaan.

'Dat vond ik zonde voor het basisonderwijs, waar ze zulke slimme mensen goed kunnen gebruiken', zegt Wubbels, hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht. 'En ik vond het ook zonde voor die meisjes zelf, die iets gingen doen waar hun hart niet lag.'

Dus begon Wubbels in 2008 de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs, kortweg alpo. Het enthousiasme was direct groot: er kwamen 150 aanmeldingen, waaruit 52 studenten werden geselecteerd. Inmiddels zijn ook in andere steden academische pabo's gestart.

Tijdens hun studie leren de studenten niet alleen hoe je een klas tot rust maant, hoe je een goede rekenles geeft of hoe je een leuke knutselopdracht verzint. Ook bestuderen ze wetenschappelijke publicaties en doen ze praktijkonderzoek op de scholen waar ze stage lopen.

In de zomer van 2012 studeerde de eerste lichting academische basisschoolleerkrachten af. In de Janskerk in Utrecht ontving elk van de 31 afgestudeerden een regulier pabo-diploma van de Hogeschool Utrecht én een bachelordiploma onderwijskunde van de Universiteit Utrecht.

Wubbels denkt dat de academische leerkracht van grote waarde kan zijn voor het onderwijs. 'Ze brengen recente wetenschappelijke inzichten een school binnen', zegt hij. 'En ze gaan anders om met problemen waarop ze stuiten. Ze verzamelen gegevens, halen de theorie erbij en kijken hoe ze de situatie kunnen verbeteren. Dat zal een leerkracht van de pabo minder snel doen.'

Jan Willem Hengeveld (25)

Waarom ben je naar de academische pabo gegaan?
'Huh, maar je doet toch vwo? Dat zeiden mensen tegen me toen ik ze vertelde dat ik naar de pabo wilde. Mijn ouders waren ook bezorgd: was er op de pabo wel genoeg uitdaging? De alpo was een mooi alternatief.'

Wat ben je daarna gaan doen?
'Na mijn opleiding heb ik een jaar voor de klas gestaan. Dat was best zwaar. Tijdens een stage moet je een geoliede machine aan de praat houden; als je een eigen klas hebt, moet je die machine eerst nog zelf in elkaar zetten. Na dat jaar ben ik aan een master pedagogische wetenschappen begonnen aan de Vrije Universiteit. Ook was ik voorzitter van de jongerenbeweging van vakbond de Algemene Onderwijsbond. Daar raakte ik geïnteresseerd in onderwijsbeleid en -politiek. Nu werk ik twee dagen per week op een school in Woudenberg en loop ik drie dagen stage bij het ministerie van Onderwijs, waar ik meedenk over beleid. In de toekomst hoop ik een baan op een school te kunnen combineren met een beleidsfunctie.'

Wat doe je als academisch geschoolde meester anders?
'Ik heb een kritische basishouding. Soms moet een school een nieuwe lesmethode kiezen. Ik heb geleerd waaraan je een goede methode herkent.'

Zijn er doorgaande leerlijnen, sluiten de lessen aan bij het ontwikkelings niveau van kinderen?
Daar let ik op, terwijl veel leraren vooral kijken of er leuke plaatjes in de boeken staan.' Nog meer? 'Ik merk dat sommige leraren de toetsresultaten vaak niet of nauwelijks proberen te interpreteren. Ze gaan na een toets gewoon door volgens de lesmethode. Ik doe dat anders, kijk na een toets welke fouten kinderen hebben gemaakt en ik besluit vervolgens hoe ik mijn lessen moet aanpassen. Zulk maatwerk mis ik soms bij anderen.'

Jan Willem Hengeveld.Beeld Io Cooman

Andrea Steenhuis (26)

Waarom de alpo?
'Het was een meisjesdroom om juf te worden, dus begon ik aan de gewone pabo. De stages vond ik heel leuk, maar de hogeschool was te schools voor me. Ik wilde de diepte in, ik wilde de theoretische achtergronden kennen. Dus toen de alpo van start ging heb ik me direct aangemeld.'

Meteen een baan gevonden?
'Na de alpo kreeg ik een baan aangeboden bij OBS De Klim in Utrecht, waar ik ook mijn laatste stage had gedaan. Daar werkte ik twee dagen, terwijl ik ondertussen een master onderwijspedagogiek deed aan de Vrije Universiteit. Die heb ik afgerond en nu werk ik vier dagen als leerkracht van groep 5.'

Waarin verschil je van collega's?
'Ik denk vooral dat ik andere kennis de school in breng. Op de alpo heb ik vakken als psychologie, pedagogiek, orthopedagogiek en filosofie gevolgd. Daardoor kijk ik anders naar het onderwijs.'

Waarbij gebruik je je academische vaardigheden?
'Op mijn school probeer ik het 'onderzoekend leren' te verbeteren. Wij gebruiken voor het schrijven van teksten, wereldoriëntatie en de creatieve vakken geen lesmethodes, maar themaonderwijs.

'We werken met wisselende thema's en het idee is dat kinderen bij een nieuw thema zelf onderzoeksvragen formuleren. Die verzamelen we op een vragenwand. Nu hebben we bijvoorbeeld het thema 'groeien en bloeien'. Eén van de vragen die we gaan beantwoorden is: wat is goede grond om plantjes op te laten groeien?

'Zo'n vraag komt niet zomaar bij kinderen op. Leerkrachten moeten een beetje sturen, ze moeten ze helpen om goede vragen te formuleren.

'We zijn daarom aan het kijken hoe leerkrachten dat het best kunnen aanpakken. Ik wil de leerkrachten handvatten geven om tot geschikte onderzoeksvragen te komen.'

Andrea  Steenhuis (26)
Beeld Io Cooman

Kirsten Houweling (24)

Waar ben je na de academische pabo terechtgekomen?
'Direct na mijn afstuderen heb ik een paar maanden invalwerk gedaan op een reguliere basisschool. Vervolgens ben ik aan de slag gegaan op SBO Wending in Amstelveen, een school voor speciaal onderwijs, waar ik tijdens mijn opleiding stage heb gelopen. Daar werk ik fulltime. Het verschil met een reguliere school is dat ik hier geen dertig maar slechts vijftien leerlingen in de klas heb. Ik heb te maken met adhd, leerachterstanden of een laag IQ. Dat is best pittig. Soms ben ik vijftien verschillende balletjes aan het hooghouden.'

Wat doe je als academische juf anders?
'In het dagelijks werk niet zo veel. Op de opleiding werd gedacht dat we een voortrekkersrol konden opeisen op de scholen waar we zouden gaan werken. Zo ver ben ik nog niet, ik ben als startende leerkracht nog vooral bezig mijn klas draaiend te houden. 'Soms merk ik wel dat ik dingen anders aanpak. Ik ben misschien wat onderzoekender ingesteld, ik wil dingen uitproberen.

Een voorbeeld?
Als een kind een leerachterstand heeft, zoek ik naar verklaringen en kijk vervolgens hoe ik dat zou kunnen oplossen. Desnoods duik ik daarvoor de wetenschappelijke literatuur in.'

Verdien je als alpo-juf beter dan de rest?
'Nee, ik ben gewoon begonnen waar anderen in het speciaal onderwijs ook beginnen. Ik heb niet gezegd: 'Ik heb een academische opleiding, wat schuift dat?''

Hoe zie je je toekomst?
'Goede vraag. Misschien ga ik ooit nog een vervolgopleiding doen, maar voorlopig wil ik lekker voor de klas blijven staan.'

Kirsten  Houweling (24)
Beeld Io Cooman