Direct naar artikelinhoud
beeldende kunstpeter struycken

Een beetje van de kunstenaar, een beetje van de computer: zo komt Peter Struycken (85) tot zijn explosies van kleur

Peter Struycken in het Gorcums Museum bij zijn dynamische kleurbeelden.Beeld Jan Mulders

Peter Struycken (85) maakte in de jaren zestig al kunst met behulp van computers, grote bakbeesten die op universiteiten stonden. Nog steeds helpen algoritmen hem bij de ordening van kleuren in zijn werk. Het Gorcums Museum eert hem met een tentoonstelling.

Sterrenstof, spattend staal, het noorderlicht, microscopisch onderwaterleven… eindeloos zijn de associaties bij de abstracte vlakken, bollen, lijnen en rasters die dansen en deinen op vijf scheefhangende schermen in het Gorcums Museum. Stippen en strepen doemen op en vervagen weer; licht en kleur veranderen voortdurend van intensiteit.

In een hoek van de verduisterde zaal zit Peter Struycken (85) op een krukje naar de dynamische kleurbeelden te kijken. Hij maakte ze alweer heel wat jaren terug op een experimentele symfonie van Alexander Skrjabin en op een compositie van Pierre Boulez. Wijzend naar het plafond: ‘De kleurveranderingen worden in realtime uitgerekend door de computertjes naast de projectoren.’

Bakbeesten met ponskaarten

Peter Struycken is in Nederland de pionier die vanaf de jaren zestig kunst maakte met behulp van de eerste computers op universiteiten, enorme bakbeesten met ponskaarten. In de nachtelijke uren, gedurende negen jaar, als de machines gedeeltelijk niet werden gebruikt, kon hij terecht in Delft en Utrecht. ‘Je kunt je toch niet meer voorstellen dat een universiteit me gewoon de sleutel gaf?’

Brede bekendheid kreeg hij in 1981 met zijn iconische pixel-postzegel van koningin Beatrix. Hij maakte bovendien tientallen werken in de openbare ruimte, zoals de Blauwe Golven, een glooiend landschap van vijfentwintigduizend vierkante meter met witte en blauwe banen als parkeerterrein op een verkeersplein in Arnhem. Hij ontwierp de dynamische plafondverlichting voor de Grote Zaal van de Stopera in Amsterdam en het kleurrijke lichtplan van Concertzaal Tilburg.

Werk van Peter Struycken in het Gorcums Museum.Beeld Jan Mulders

Ter ere van zijn 85ste verjaardag in januari heeft het Gorcums Museum een tentoonstelling met werk van Struycken samengesteld. Het museum, op een steenworp van zijn huis met atelier, kan slechts een fractie tonen van zijn omvangrijke oeuvre aan acrylschilderijen, geweven wandtapijten, plottertekeningen en computeranimaties, maar het geeft een mooie indruk.

Nog altijd helpen algoritmes hem bij de plaats van kleuren in zijn schilderijen. Toch lag het in zijn jeugd niet voor de hand dat hij zich zou toeleggen op abstract-geometrische kunst. ‘Op mijn 16de kon ik al een heel behoorlijk portret tekenen. Ik zat op het gymnasium, maar wilde naar de kunstacademie. Mijn pleegvader vroeg aan architect Oud (J.J.P. Oud, lid van kunstbeweging De Stijl en ontwerper van het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam, red.) of ik daar talent voor had. Hij gaf het advies: ja, doen.’

Hij maakte het gymnasium niet af en zo werd hij op zijn 17de de jongste student op de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag. Een jaar na afloop van de academie toonde hij Oud hoe hij zich had ontplooid. ‘Ik legde de kamer vol met mijn non-figuratieve zwart-wit tekeningen met systematisch bepaalde composities. Oud zei: is dat alles? Hij vond het niks, maar dat hinderde me niet. Later heeft hij trouwens nog een werk van me in zijn huis opgehangen, op de plek van een Mondriaan. Die was te waardevol geworden en verdween in de kluis.’

Slecht geheugen voor kleur

Zijn kunst draait niet zozeer om vorm, maar des te meer om kleur. Hij werkt vrijwel dagelijks aan een proefschrift over het gebruik van kleur in de klassieke Oudheid en de invloed daarvan op de Renaissance en de Barok. ‘Ons geheugen voor kleurveranderingen werkt totaal anders dan voor vorm of voor muziek’, legt hij uit. ‘Bij muziek herken je sneller een melodie of klank, dat kun je beter in je hoofd opslaan. De verfindustrie heeft natuurlijk wel kleurcodes bedacht om die visuele weelde hanteerbaar te maken.’

Werk van Peter Struycken in Gorcums Museum.Beeld Jan Mulders

Computers gebruikt hij vooral voor de ordening van kleuren. De verhouding van kleuren bepaalt hij op het oog, daarvoor bestaat nog geen bruikbaar algoritme. ‘Ik zoek een zo groot mogelijke afwisseling en complexiteit binnen de eigenschappen van kleur. Maar toen ik vond dat ik in mijn dynamische werken met verplaatsing en verandering van kleuren in een driedimensionale ruimte te veel effect cadeau kreeg van het algoritme en het eindresultaat te associatief werd met de echte wereld, ben ik teruggekeerd naar kleurverhoudingen in het platte vlak.

Dat is te zien op een metershoog wandtapijt in het Gorcums Museum, met slechts zeven kleurdraden gemaakt op een jacquard-weefgetouw. Elk vierkantje van nog geen halve centimeter heeft een eigen mix van draden en daarmee een eigen tint. Struycken mengde het kleurenpalet, de computer heeft het zinderende beeld bepaald. Het eindresultaat is een explosie van kleuren.

Boulez-04F, wandtapijt van Peter Struycken, 2,75 bij 1,60 meter.Beeld Jan Mulders

Bevriende werken

In de tentoonstelling wordt de kunst van Peter Struycken omringd door wat hij zelf ‘bevriende werken’ noemt: gemaakt door kunstenaars die hij bewondert of met wie hij bevriend is (geweest), onder wie Ger van Elk, Carel Visser, Charlotte van Pallandt, Marc Mulders, Charley Toorop en Willem Hussem.

Een van deze bevriende werken is gemaakt door schilder, beeldhouwer en keramist Rein Draijer, een van zijn docenten op de kunstacademie. ‘Bij zijn eerste les zei hij: we gaan een stilleven maken, haal allemaal maar wat potten en pannen uit de kast en zet ze neer. Daarna zei hij: beslis nu hoe je wil kijken, door je knieën, of juist van bovenaf. Dat gaf zo’n enorm inzicht, in die eerste vijf minuten van de les, daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor.’

Rondom PS, Peter Struycken en Bevriende Werken. Gorcums Museum, Gorinchem, t/m 8/9.

Dynamische kleurbeelden

In 1911 schreef Alexander Skrjabin de symfonie Prometheus. De Russische componist voorzag het destijds van een lichtplan voor twaalf lampen, die op bepaalde momenten moesten gaan branden. In 1997 maakte Struycken er ‘Dynamische Kleurbeelden’ bij voor een tv-uitzending, die hij later uitbreidde naar vijf schermen. In 2004-2007 maakte hij ook kleurbeelden voor het muziekstuk ...explosante-fixe… (‘gecontroleerde explosie’) van Pierre Boulez. Ze zijn nu te zien en te horen in het Gorcums Museum.