"Dat is een gevoel dat je als advocaat niet kunt hebben", vertelt Hiddema aan de Telegraaf.
"Tenminste, het past niet bij mij omdat ik nogal gedij bij eigendunk. Ik vind altijd dat ik gelijk heb."
Zijn vrouw Gerrie kwam op 10 april te overlijden. "Nu ik Gerries schild kwijt ben, vrees ik niet meer onbekommerd vooruit te kunnen. Ik loop rond in een onzichtbare wolk van neerdrukkend verdriet, smart, waarvan ik niet weet waar die vandaan komt. Het zit kennelijk zo diep dat ik er geen grip op heb."
Bed
De strafpleiter kan het moment dat zijn echtgenote kwam te overlijden goed voor de geest halen. Ze werd 62 jaar. "Ik lag toevallig net in mijn bed en werd wakker gemaakt door mijn dochter uit mijn eerste huwelijk. Op de laatste dag heb ik haar er, een beetje in paniek, bij gehaald. Toen Gerrie stierf was ze al, door de morfine, in een soort coma."
"En dan ontstaat er een hectiek, dat wil je niet weten. Ik leefde in een roes. Ik wist niet waar ik was, wat ik dacht, wat ik deed."
Alles ging voor Hiddema daarna heel snel. "Er staan op zo'n moment twee dokters en een begrafenis voor je neus en 's avonds zit je de begrafenis te plannen en benader je de pastoor. Op de dag zelf zit je als versteend in de kerk."