De uitspraak van woensdag is de jongste in een lange reeks procedures in de zaak, waarin eerder naar voren kwam dat de dader ernstige psychische klachten had en er fouten werden gemaakt in de verstrekking van een wapenvergunning.
Op 9 april 2011 schoot Tristan van der Vlis vijf mensen dood
Dat gebeurde in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn. Er vielen ook zeventien gewonden. Na de schietpartij pleegde Van der Vlis (24) zelfmoord.
Van der Vlis had wapenvergunning ondanks psychische problemen
Na de dodelijke schietpartij werd uitvoerig onderzoek gedaan naar de dader. Uit een rapport van het Nederlands Instituut voor Forensische psychiatrie en psychologie (NIFP). Daaruit bleek dat Van der Vlis schizofreen was.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg publiceerde een rapport over het ziekteverloop van de 24-jarige. Van der Vlis werd meerdere dagen opgenomen in 2006 en deed in 2008 twee zelfmoordpogingen. Toch kreeg hij een wapenvergunning. Een "grote fout", oordeelde de korpschef van Alphen aan den Rijn over dat besluit.
De schietclub in Nieuwkoop waarvan Van der Vlis daarna lid werd, is meerdere keren afgeweken van de richtlijnen voor zulke verenigingen. Er werd bij hem geen schietvaardigheidsproef afgenomen.
Politie Alphen aan den Rijn wees aansprakelijkheid af
In het onderzoek naar de schietpartij in 2011 werden meerdere rechtszaken gevoerd, onder andere om psychologische rapporten openbaar te laten maken. Slachtoffers en gedupeerden begonnen ook civiele procedures om medeaansprakelijkheid te bepalen.
Zo werd de voormalig werkgever van Van der Vlis aansprakelijk gesteld. De werkgever wist dat de jongen een gevaar was voor zijn collega's, maar heeft nagelaten de politie en ouders te waarschuwen.
Ondanks de fouten in de beoordelingsprocedure voor Van der Vlis' wapenvergunning, wees de politie een schadeclaim van de hand. Dat Van der Vlis een bloedbad zou gaan aanrichten, kon de politie niet voorzien, betoogde de politie in december 2014. In 2015 bepaalde de richtbank in Den Haag niet verantwoordelijk was voor het schietdrama.
De ouders van Van der Vlis zijn niet aansprakelijk voor het schietdrama
Op 14 juni 2017 stonden de ouders van Van der Vlis terecht in de rechtbank van Den Haag. Zij werden door een groep van dertien slachtoffers medeaansprakelijk gesteld voor de dodelijke schietpartij. Ze hadden eerder moeten ingrijpen toen bleek dat hun zoon, ondanks zijn zware psychische klachten, tóch een wapenvergunning had gekregen, vonden de slachtoffers.
Maar volgens de rechter mochten de ouders Van der Vlis erop vertrouwen dat de politie op de hoogte was van die klachten en dat die kennis werd meegewogen in de toekenning van de vergunning.
Ook de verzekeringsmaatschappijen van de ouders worden gedaagd
De rechtbank is ervan uitgegaan dat Van der Vlis, die ten tijde van de schietpartij thuis woonde, via zijn ouders meeverzekerd was. Dat staat ook op het laatst beschikbare polisblad. Ten tijde van de schietpartij zou hij echter een eigen verzekering hebben afgesloten. De ouders leverden dat nieuwere polisblad echter niet aan in het dossier, omdat dat niet zou bestaan.
Als blijkt dat Van der Vlis met zijn ouders was meeverzekerd, moet, via een nieuwe procedure worden bepaald of de verzekeringsmaatschappijen dekking moeten verlenen. De verzekeraar moet de ontbrekende informatie binnen vier weken aanleveren.