Direct naar artikelinhoud

Ombudsvrouw: Met de oproep 'zou u haar doen' heeft Geenstijl een grens overschreden

Vrouwelijke journalisten zijn mikpunt van seksistische intimidatie en bedreiging op internet. Dat leidt in het ergste geval tot zelfcensuur.

Onlinehaat tegen vrouwelijke journalisten moet aangepakt worden

Een aantal voorbeelden van digitale aanranding die Volkskrantjournalist Loes Reijmer vorig weekeinde ten deel vielen, staan in het openingsstuk van dit weekend te lezen. Ze hoeven hier niet te worden herhaald, toch moet deze rubriek er wel over gaan. Ook al wilt u misschien verschoond blijven van vrouwonvriendelijk vullis, het raakt ook u - de lezer van de Volkskrant - rechtstreeks. Seksisme en seksuele bedreigingen tieren welig op internet, leiden wereldwijd tot uitwassen en zijn een maatschappelijk probleem. Maar stel dat u er niet over leest omdat journalisten er niet over durven te schrijven?

'Zelfcensuur als bron van zelfbescherming' is een van de gevolgen van bedreigingen van journalisten, concluderen voormalig ombudsman Alex Brenninkmeijer en criminoloog Marjolein Odekerken in hun eerder deze week gepresenteerde onderzoek Een dreigend klimaat. Liefst 61 procent van de journalisten heeft te maken met bedreigingen - fysiek, juridisch, op sociale media of anderszins. Dit heeft consequenties voor 'de mentaliteit van journalisten en de manier waarop zij hun werk uitoefenen', stellen ze. Uit angst voor bedreigingen past 16 procent van de journalisten de berichtgeving soms aan en publiceert 15 procent soms liever niet. Bijna een kwart is weleens angstig om nieuws naar buiten te brengen.

Journalisten van deze krant zijn ook bekend met het zelfcensuureffect, blijkt uit verscheidene reacties als ik ernaar vraag in relatie tot digitale intimidaties. 'Ik ben weleens bedreigd na een stuk, ik kreeg teksten als: we zoeken uit waar je woont', vertelt een redacteur. 'Zeker bij gevoelige onderwerpen als religie, Wilders en discriminatie merk ik dat ik soms voorzichtiger formuleer dan ik anders zou doen.'

Bijna een kwart is weleens angstig om nieuws naar buiten te brengen

Ook wanneer journalisten niet terughoudend opereren uit angst voor online-intimidaties, worden zij erdoor belemmerd in hun werk. Beschimpingen blijven online aan mensen kleven. Als ze op veelbezochte sites als GeenStijl zijn gedaan, duiken ze ook nog eens bovenaan bij de zoekresultaten op. 'Ik heb daar veel last van omdat ik zoveel 'gewone' mensen spreek die geen kranten meer lezen en al argwanend zijn gemaakt door onlinemedia', vertelt een verslaggever. 'Zij googelen eerst je naam om te zien of ze met je in zee willen.'

Meerdere journalisten hebben pesterijen - en erger - door GeenStijl en hun 'reaguurders' ervaren. 'Van elk medium kun je een tegenreactie verwachten, maar nergens zo op de man en haatdragend als bij GeenStijl', zegt er een. 'Daardoor denk je wel twee keer na of dat het waard is voordat je wat schrijft.'

Onlinehaat tegen vrouwelijke journalisten moet aangepakt worden
Beeld de Volkskrant

Reijmer doet niet aan zelfcensuur. Ze is een van de weinigen die kritische stukken schrijven over digitale vrouwonvriendelijkheid én GeenStijl - een giftige cocktail. Na een verhaal over naaktfotoschandalen eind maart werd ze al doelwit van een vernederingsactie op GeenStijl. De site van de Telegraaf Media Groep plaatste haar foto met de oproep: 'Dit is Loes Reijmer, zou u haar doen?' Die oproep werd dit weekend herhaald, ook op Facebook, met een extra uitnodiging aan reaguurders: 'Zo ja, hoe?' Een compilatie van verkrachtingsfantasieën staat in de open brief aan adverteerders op GeenStijl en zijn videosite Dumpert, die is ondertekend door ruim honderd vrouwelijke journalisten en ook in de NRC wordt gepubliceerd.

Het aantal handtekeningen illustreert de omvang van digitale haat jegens vrouwelijke journalisten in Nederland. Wereldwijd tast het de persvrijheid aan, blijkt uit onderzoeken. Zelfcensuur is een kwalijke ontwikkeling, maar vanuit menselijk oogpunt zeer begrijpelijk. De impact van onlinevrouwenhaat is de afgelopen jaren rijkelijk gedocumenteerd door Amerikaanse journalisten als Amanda Hess (Why women aren't welcome on the internet). De overeenkomst: al heb je een dikke huid en zijn de afzenders overwegend leeghoofdige pestkoppen, het raakt het je toch.

Mannelijke journalisten vallen ook ten prooi aan digitale haat, maar hun vrouwelijke collega's worden disproportioneel hard getroffen op grond van hun geslacht, constateerde Dunja Mijatovic, verantwoordelijk voor Mediavrijheid bij de OVSE (Organisatie voor Vrijheid en Samenwerking in Europa) in 2015. Zij bracht vorig jaar een rapport uit met aanbevelingen hoe misbruik van vrouwelijke journalisten kan worden tegengegaan. Allereerst moeten politie en justitie in de circa 55 lidstaten toegerust zijn om vrouwendiscriminatie online aan te pakken.

Nieuwsorganisaties kunnen zelf ook stappen zetten, adviseert de OVSE-vertegenwoordiger. Gelijkwaardigheid op de redactievloer en opstaan tegen bedreigingen en intimidaties van werknemers moeten hoog in het vaandel staan. Bovendien doet een redactie er goed aan een protocol op te stellen waarin is geregeld dat journalisten (ook freelancers) kunnen rekenen op psychische en juridische ondersteuning als zij digitaal worden aangevallen.

Zo'n protocol bestaat nog niet op de redactie, maar de hoofdredactie is voornemens er werk van te maken. Voorheen heerste er een tamelijk gelaten houding: ga er niet op in, geef de trollen geen voeding. Maar met een oproep tot digitale aanranding is een grens overschreden. Daar lijkt de redactie zich van bewust, vanuit goed werkgeverschap en vanwege een abstracter belang: de persvrijheid.

Andersom vindt GeenStijl dat de Volkskrant en NRC de vrijheid van meningsuiting beknotten omdat de kranten de mening van bedrijven peilden over de oproep tot een adverteerdersboycot van twee columnisten en vervolgens ook van twitteraars. Diverse adverteerders trokken zich daarop terug van GeenStijl en Dumpert wegens hun vrouwonvriendelijke karakter. Het 'sterkste zwaktebod' als je het met de inhoud oneens bent, reageerde een GeenStijl voorman. Een paar lezers spreken ook van 'campagnejournalistiek'. Onder het mom van berichtgeving zou de krant 'adverteerders opstoken' weg te gaan.

Twitter bericht wordt geladen...

Journalisten doen niet alleen afwachtend verslag van gebeurtenissen, maar proberen ook zelf misstanden te agenderen. Regelmatig komen politici, bedrijven en machthebbers pas in beweging nadat verslaggevers iets aan de orde stellen. Daarmee beïnvloeden zij vanzelfsprekend de werkelijkheid. De vraag over de advertentieboycot hing na de columns zwaar in de lucht. Het was een journalistiek legitieme vraag. Angst te worden beticht van actiejournalistiek lijkt de enige reden om hem niet te stellen. Dit keer was in elk geval geen sprake van zelfcensuur.

De open brief aan adverteerders heeft natuurlijk wel een aanmoedigend karakter, maar dat mag in het opiniekatern.

De Ombudsvrouw behandelt vragen, klachten en opmerkingen over de inhoud van redactionelepagina's en journalistieke aanpak. ombudsvrouw@volkskrant.nl, volkskrant.nl/ombudsvrouw

Lees ook:

'Laat de site rotten in zijn eigen vuiligheid.' Bert Wagendorp is het niet eens met de GeenStijl-boycot.

Na ophef afgelopen week trekken adverteerders zich terug van website Geenstijl. Een béétje hypocriet is dat wel, vindt Jean-Pierre Geelen.

De betrouwbare mannetjes kijken wel link uit voor ze kritiek leveren op GeenStijl. 'Wij beschikken niet over ballen van Reijmer, Mees en Hertzberger.'

'Beste adverteerders op GeenStijl en Dumpert, u betaalt mee aan vrouwenvernedering.' Ruim honderd vrouwen uit de media keren zich in dit opiniestuk tegen de online- intimidatie door Geenstijl en de reaguurders op die site.