Direct naar artikelinhoud

Agressief en gewetenloos geboren

Geboren criminelen bestaan niet, maar geboren psychopaten wel, blijkt uit Nijmeegs onderzoek waarbij tbsérs in de mri-scanner werden bekeken.

‘Afwijkende’ kwabjes, ‘verkeerde’ communicatie tussen neuronale netwerken, een gebrek aan bepaalde chemische stoffen in het brein, ze zouden feilloos de weg wijzen naar bepaald gedrag.Maar zo simpel is het niet. In het nature or nurture-debat ligt de waarheid in het midden. Biologische factoren zijn risicofactoren: ze verhogen iemands vatbaarheid voor bepaald gedrag, maar bepalen dat gedrag niet. Biologie, omgeving en sociale factoren samen maken ons, in voortdurende wisselwerking met elkaar, tot wie we zijn.Maar zijn álle afwijkingen in het brein zo omgevingsgevoelig? Is Hannibal Lecter zo geboren, of zo geworden?‘Niemand is een geboren crimineel’, zegt psychiater Robbert Jan Verkes, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Nijmegen. ‘Maar psychopathie is wel een hardnekkige hersenstoornis die al vanaf de geboorte aanwezig is. Een ziekte.’Verkes vertelt komende zondag over zijn onderzoeksresultaten tijdens de viering van het 85-jarig bestaan van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij bekeek de hersenfuncties van twintig tbs’ers die hoog scoren op de criteria voor psychopathie (zie kader). Met behulp van EEG (elektroden) en fMRI (neuro-imaging) onderzoekt hij hoe hun hersenen reageren op bepaalde tests, en vooral: hoe ze ánders reageren dan de hersenen van gezonde mensen.Verkes: ‘We zien dat deze mensen heel slecht leren van de fouten die ze maken. Daarnaast houden ze vast aan bepaalde regels, en zijn ze niet in staat die op basis van feedback te veranderen. Ze leren dus slechter regels, en ze leren foute regels ook slechter af.’Daarnaast is de hersenactiviteit van mensen met psychopathologie veel minder als ze een fout maken, dan die van gezonde mensen die iets fout doen. Verkes: ‘Psychopaten raken nauwelijks gealarmeerd. Dat spoort met ander onderzoek waaruit blijkt dat ze minder snel bang zijn dan normale mensen. ‘Ook herkennen ze specifiek angstige of verdrietige gelaatsuitdrukkingen bij anderen minder goed. Ze zien ze wel, maar het doet ze weinig.’ Bovendien: ze zijn zowel ongevoelig voor pijn bij anderen als voor pijn bij zichzelf. Verkes: ‘Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat het geen effect heeft wanneer psychopaten een stroomstootje krijgen als ze een fout maken.’ Dat komt doordat de amygdala, de amandelvormige kern in de hersenen die onder meer verantwoordelijk is voor de regulering van emoties, bij psychopaten nauwelijks actief is. Psychopaten kunnen hun daden plegen omdat ze ongevoelig zijn; ze gaan recht op hun doel af en plannen hun daad weloverwogen. Hun agressie is instrumenteel. De kans is groot dat psychopathie leidt tot gewelddadig crimineel gedrag; maar lang niet alle gewelddadige criminelen hebben psychopathie. ‘Het is belangrijk om niet alle gewelddadige criminelen op één hoop te gooien’, zegt Verkes. ‘Want er zijn er ook die reageren als een kat in het nauw. Zij zijn reactief- of impulsief-agressief en hebben juist last van een overactieve amygdala. Hun controle schiet tekort op het moment dat ze gestresst raken. ‘Ze hebben een kort lontje, maar in tegenstelling tot psychopaten kunnen zij wél leren van sociale situaties. Bovendien zien ze angst bij anderen en voelen ze zelf ook angst. Maar ze laten zich door die angst verblinden. Deze mensen kun je trainen om als het ware uit de situatie te stappen waarin ze zich bevinden.’Het onderscheid is zo belangrijk omdat de prognose voor de impulsief-agressieve crimineel veel gunstiger is dan voor de psychopaat, zegt Verkes. ‘Psychopaten zijn tot nu toe niet te behandelen, óók niet omdat ze zelf vinden dat het prima met hen gaat. Ze zien het probleem niet. Dat is geen onwil; dat is nou juist hun handicap. We zouden moeten proberen hun amygdala wat gevoeliger te maken. Maar hoe?’Misschien helpt oxytocine, een hormoon dat vrijkomt als moeders bevallen en dat een belangrijke rol speelt bij verliefdheid en knuffelen. Bij mensen die xtc gebruiken, gaan de oxytocine-niveaus omhoog. Ze vinden zichzelf en andere mensen veel aardiger. Verkes: ‘Wellicht werkt het bij psychopaten ook zo, maar dat is een hypothese. Er is nu nog geen therapie of medicatie die effect heeft.’Omdat psychopathie bij volwassenen vooralsnog onbehandelbaar is, zet forensisch psycholoog Maaike Cima (Universiteit Maastricht) haar kaarten op preventie: het vroegtijdig signaleren van psychopathie bij kinderen. Cima, die de biologische correlaten van agressief gedrag onderzoekt: ‘Kinderen met deze stoornis vertonen al op heel jonge leeftijd gestoord gedrag. Een kind van twee, drie jaar kan al medeleven voelen, iemand troosten die verdrietig is. Dat kunnen deze kinderen niet. Ze blijven extreem lang in de peuterpuberteit hangen. Ze zijn ongevoelig voor straf en de negatieve gevolgen daarvan. Wat ze ook doen, is dieren kwellen. Ze zijn sadistisch.’Meestal komen – wanhopige – ouders pas met onhandelbare kinderen bij de ggz als ze een jaar of acht zijn, zegt Cima, die ook als cognitief gedragstherapeut werkzaam is. ‘Dat is eigenlijk te laat. Je zou ze al veel eerder moeten kunnen opsporen. Het zou het mooiste zijn als je ze er, met behulp van een vragenlijst, bij het consultatiebureau al kunt uitvissen.’ Dan kan een therapeut misschien nog iets doen, denkt ze. ‘Structurele defecten als een kleinere amygdala krijg je niet goed. Maar ik denk wel dat je met behulp van therapie bepaalde hersenverbindingen kunt versterken. Hoe eerder je daarmee kunt beginnen, hoe beter. Want hoe jonger iemand is, hoe plastischer zijn brein.’Momenteel worden ouders ondersteund met een cursus opvoedingsvaardigheden die hun leert hoe ze kinderen op de juiste wijze kunnen straffen en belonen. Voor hun kinderen zijn er agressietrainingen waarbij ze leren omgaan met hun impulsieve gedrag.Maar, zegt Cima, ‘de vraag is of die therapieën alleen werken bij reactief-agressieve kinderen, die zich makkelijk snel boos laten maken en gediagnosticeerd zijn als ODD’ers (oppositionele gedragsstoornis), of ook bij kinderen met CD (antisociale gedragsstoornis), die geen angst kennen en ongevoelig zijn voor de negatieve consequenties van hun gedrag. ‘Uit die laatste groep komen de toekomstige psychopaten. Misschien moet je bij hen, parallel aan zo’n cognitieve behandeling, ook inzetten op medicijnen of biologische interventies. ‘Hoe, dat weet ik niet. Daarvoor moeten we eerst weten wat er precies aan de hand is; dat onderzoeken we nu. ‘De vraag is of de antisociale gedragsstoornis hardnekkiger is doordat biologische factoren daarbij een grotere rol spelen dan bij de oppositionele gedragsstoornis. Als dat inderdaad zo blijkt te zijn, moet je ook op een andere manier ingrijpen.’Als je cognitief behandelt, doe je sowieso iets aan de biologie, is Cima’s overtuiging. ‘De hardware is niet onveranderbaar. Je maakt andere hersensporen aan door bepaald gedrag te trainen. Hersenen veranderen onder invloed van cognitieve interventies. Maar ik kan me voorstellen dat die CD zo hardnekkig is, dat je nog wat extra’s moet doen.’Conclusie: psychopaten hebben inderdaad een aangeboren breindefect. Maar, zegt Verkes, ‘je hebt psychopaten in soorten en maten. Ze worden lang niet allemaal een Hannibal Lecter. In zekere zin heeft een psychopaat kwaliteiten die, in een wat mildere vorm, bij bijvoorbeeld bestuurders van grote bedrijven goed van pas kunnen komen. Ook die gaan over lijken als het moet, al is het niet letterlijk.’

Antony Hopkins als Hannibal Lecter in The Silence of the Lambs (Universal)