In Het Parool liet de directeur van de Nederlandse Bank Henk Brouwer twee weken geleden weten dat de gulden is ondergewaardeerd bij de omschakeling naar de euro. Door de opmerking van Brouwer leek het gevoel bevestigd dat Nederland de gulden te goedkoop had ingeruild.
CPB
De gevolgen van een lagere instapkoers van de gulden naar de euro zijn positief voor Nederland. Dat zegt het Centraal Plan Bureau (CPB) dat exclusief voor Het Parool heeft uitgezocht wat er is gebeurd bij de invoering van de euro.
Duitse Mark
Zowel de minister als het CPB zijn van mening dat Nederland er niet op achteruit is gegaan sinds de invoering van de euro in 2002. Zalm geeft toe dat de gulden een lagere waarde had toen hij omgezet werd in de euro. Maar dit is te wijten aan de koppeling aan de Duitse Mark. "Daar was de Nederlandse economie het meest mee gediend, wij importeerden de lage inflatie en lage rente die in Duitsland heersten", legt Zalm in zijn brief uit.
Zalm schrijft dat de koppeling aan de Mark Nederland altijd goed is bevallen en dat het revalueren van de gulden - afzonderlijk van de Mark - eerder tot een verhoging van de prijs van de gulden had geleid. Alleen producten in het buitenland zouden daardoor goedkoper worden. Hierdoor zou de import stijgen maar de export dalen, en dat levert uiteindelijk een negatief saldo op, legt Zalm uit. Daarom heeft Zalm er in 2002 voor gekozen om de gulden niet los te koppelen van de Mark.
Export
Het CPB vult Zalm zijn redenering aan. Volgens het bureau had het geen verschil gemaakt of de euro nog omgezet was in twee of drie euro. Het boodschappenlijstje of een verbouwing kost nog steeds hetzelfde deel van het inkomen", legt het CPB uit. Volgens het bureau zijn de alle prijzen, lonen en vermogens lager geworden, wat per saldo geen verschil oplevert. Wel is Nederland interessanter geworden om naar toe te exporteren, zegt ook Planbureau. De huidige omrekeningskoers voor de euro is 2,20371 gulden.