Direct naar artikelinhoud

Onschuldig, maar steeds in de boeien

Ron Kowsoleea..

HOOFDDORP ‘Mijn naam komt al vijftien jaar ten onrechte voor in de informatiesystemen van politie en justitie. Een harddrugscrimineel heeft in 1994 bij een aanhouding mijn naam opgegeven. Sindsdien zit ik in de systemen. De identiteitsfraude is al vanaf het begin bekend bij de overheid, maar ze hebben er niets mee gedaan. Ik heb ontzettend veel brieven geschreven naar allerlei instanties. Politie en justitie beloofden steeds dat mijn naam zou worden gezuiverd, maar dat gebeurde niet. ‘Ik ben diverse keren aangehouden en in de boeien geslagen, op straat door de politie of op Schiphol door de marechaussee. Ik word gezien als een drugscrimineel, met gevarenclassificatiecode 2. Ik ben aangehouden als ongewenst vreemdeling, terwijl ik toch gewoon een Nederlands paspoort heb. De FIOD is met de politie bij me binnengevallen, met 35 man, omdat ik drugsgeld zou hebben witgewassen. Het is om gek van te worden. ‘Ten tijde van die inval zat de crimineel die zich voor mij uitgaf in de gevangenis. Dan moeten ze toch weten dat er iets niet klopt als ik als verdachte gewoon thuis zit? Na elke actie kwamen ze er snel achter dat ze het mis hadden. Dat er sprake was van identiteitsfraude en persoonsverwisseling. Soms boden ze excuses aan, meestal niet. Een officier van justitie heeft zelfs voorgesteld dat ik dan maar een andere identiteit moest aannemen. Dan was ik van de ellende af. Maar dat is toch de omgekeerde wereld?‘Het is echt Kafka. Zo omschrijft de Nationale Ombudsman dat ook. De overheid slaagt er maar niet in om al die belastende informatie die ten onrechte op mijn naam staat, op de echte naam van die crimineel te zetten. Donderdag heeft minister Hirsch Ballin excuses aangeboden. Zijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken heeft alle politiekorpsen aangeschreven om de informatiesystemen op te schonen. Ik hoop dat het eindelijk goed komt.‘Het begon allemaal in 1994. Ik woonde in Rotterdam en kreeg opeens een dagvaarding om te verschijnen voor de rechter in Amsterdam. Ik zou voor een drugsdelict zijn aangehouden door de Amsterdamse politie, bureau Warmoesstraat. Ik was stomverbaasd. Ik wist nergens van.‘Ik ben naar het politiebureau aan de Warmoesstraat gegaan. Ik zie nog de verbijstering op het gezicht van de politieagent die bij de balie zat. Hij was namelijk dezelfde politieman die mij enkele weken daarvoor zou hebben opgesloten wegens dat drugsdelict. ‘Hij zag meteen: dat klopt niet. Toen kwamen ze erachter dat de man die ze hadden aangehouden mijn naam had opgegeven. Het bleek de drugsverslaafde en crimineel Imro C. te zijn, die mij kende van de lagere school in Paramaribo. Hij is de neef van een vriend van me. Eind 1993 zijn we nog een week met elkaar opgetrokken. Ik wist niet dat hij in duistere zaakjes zat. We hadden ontzettend veel lol. Toen kon ik nog niet bevroeden hoeveel ellende ik van hem zou krijgen.‘Op het politiebureau is proces-verbaal opgemaakt dat Imro C. zich voor Ron Kowsoleea heeft uitgegeven. De crimineel heeft dat ook bekend. Ik heb aangifte gedaan en voor het onderzoek meegewerkt door een vingerafdruk en een foto te laten maken. Op advies van de politie en de advocaat van Imro C. ben ik ook naar de rechtszitting gegaan. Anders bestond het risico dat ik bij verstek werd veroordeeld.‘Het was een bizarre vertoning voor de rechtbank. Is dit meneer Kowsoleea, vroeg de rechter. Ja, het is meneer Kowsoleea, maar het is niet de Kowsoleea die is aangehouden, zei de advocaat, dit proces gaat niet over hem. Imro C. was niet aanwezig, hij zat op het politiebureau in Wilnis. De rechter begreep er niets van, en heeft de zaak maar aangehouden.‘Maar daar bleef het niet bij. Ik werd verschillende malen gebeld door de Amsterdamse politie dat ik aangifte moest komen doen, omdat er weer misbruik was gemaakt van mijn naam. Ik kreeg bekeuringen en dagvaardingen voor zwartrijden. Ik ben zelfs met de politie naar het Gemeentelijk Vervoersbedrijf geweest. Er is zelfs de afspraak gemaakt dat ik, Ron Kowsoleea, me altijd kan legitimeren. Want Imro C. kon zich nooit legitimeren, en er werd blijkbaar nooit gecheckt of hij wel de juiste naam opgaf.‘Later heeft de politie mij een bewijs meegegeven dat mijn identiteit werd gebruikt door Imro C., met zijn foto erbij. Daar heb ik altijd mee gereisd. Een hele poos ging het goed. Tot ik in 1999 werd aangehouden bij een verkeerscontrole. Ik zou ongewenst vreemdeling zijn en moest mijn straf uitzitten. Ik werd in de boeien geslagen en afgevoerd in een politiebusje. Je kunt je er geen voorstelling van maken wat dat met je doet, als je niks gedaan hebt. Je wordt gefouilleerd en in een cel gezet. Meneer, dat ben ik niet. Ja meneer, dat zeggen ze allemaal.‘Toen ze doorhadden dat ze fout zaten, werd ik vrijgelaten. Ik was zo boos! Ik ben in Amsterdam nog op zoek gegaan naar Imro C. Als ik hem gevonden had, dan had ik hem echt iets aangedaan. Ik heb om opheldering gevraagd bij de politie. Ze zeiden dat ze mijn naam hadden verwijderd uit de systemen, maar dat bleek niet het geval te zijn.‘In 2001 begon het weer. Ik werd op Schiphol aangehouden, op weg naar Engeland. Weet u hoeveel vliegtuigen ik wel niet heb gemist? Altijd word je eruit gehaald door de marechaussee. Soms moest je een uur wachten, soms ging je de cel in. Ik wapperde met het politiedocument over de identiteitsfraude, maar dat vonden ze een verouderd vod. In november 2003 escaleerde het, toen ik met een delegatie naar Suriname wilde reizen en op Schiphol als ongewenste vreemdeling werd gearresteerd. Ik was het zo zat, zo ontzettend boos, ik ging niet vrijwillig mee. Gaandeweg zag de marechaussee dat ze de verkeerde man hadden. Toen hebben ze me maar aangehouden wegens belediging. Er is zelfs een rechtszaak over geweest, omdat ik iemand klootzak had genoemd. De rechter heeft me gelukkig vrijgesproken.‘Kort daarvoor, in oktober 2003, was de FIOD mijn huis in Krimpen aan de IJssel binnengevallen. Dat was heel heftig. Een hoop kabaal, een hoop politieagenten. Ik werd gearresteerd voor lidmaatschap van een criminele organisatie, handel in drugs, witwassen van drugsgeld, valsheid in geschrifte en heling. Dat was een traumatische ervaring, vooral ook voor mijn dochtertjes van 3 en 7, en voor mijn vrouw. En ik hen maar zeggen: ik ben niet wie jullie denken dat ik ben.‘Die inval had ook een geweldige impact op mijn woonomgeving. We voelden ons door de buurt met de nek aangekeken. Dus zijn we maar verhuisd. Ook zakelijk kreeg ik steeds meer last. Ik had een handelsbedrijf en een groothandel in farmaceutische producten. Je wordt geconfronteerd met mensen die geen zaken meer met je willen doen. Ze horen dat de politie en FIOD bij je langs zijn geweest, dat je een crimineel bent. Maar mensen, zeg ik dan, als ik zo’n crimineel was, dan liep ik toch niet vrij rond?‘Het is geen pretje om steeds te worden aangehouden, bij de McDonald’s of op Schiphol. En dat de piloot dan zegt dat het vliegtuig is vertraagd omdat passagier Kowsoleea zonet is aangehouden op verdenking van drugshandel. In 2005 werd ik op last van de rijksrecherche gearresteerd. Een justitiemedewerker bleek strafrechtelijke informatie van mij te hebben aangeboden. Ik zou geen vaste woon- en verblijfplaats hebben. ‘In 2007, nadat ik weer op Schiphol was aangehouden, heb ik een klacht ingediend bij de Nationale Ombudsman. In het rapport, dat donderdag is gepubliceerd, wordt bevestigd dat ik al jaren het slachtoffer van identiteitsfraude ben. En dat de overheid er maar niet in slaagt om de informatiesystemen op te schonen.‘Mijn bedrijven verkeren in surséance van betaling. De ombudsman wil bemiddelen om een schadevergoeding vast te stellen. Het ministerie van Justitie heeft ooit vijfduizend euro aangeboden, maar dat staat in geen enkele verhouding tot de schade die ik en mijn gezin hebben geleden. ‘Er zijn zijn meer slachtoffers van identiteitsfraude. Imro C. gebruikte wel zes verschillende namen. Het wordt hoog tijd dat de informatiesystemen van politie en justitie worden opgeschoond en beter gecontroleerd, dat is de moraal van het verhaal. Maar de overheid neemt het nog steeds niet serieus. En daar kan ik ontzettend boos om worden.’