Direct naar artikelinhoud

Verbod op stierenvechten Catalonië ongedaan gemaakt

Het stierenvechten kan worden hervat in Catalonië: het regionale verbod is door een Spaans gerechtshof onrechtmatig verklaard. In Barcelona begon de traditie in 1387 en eindigde op 25 september 2011.

Verbod op stierenvechten Catalonië ongedaan gemaakt
Beeld Reuters

Het Spaanse Grondwettelijk Hof heeft het verbod op stierenvechten in Catalonië donderdag ongedaan gemaakt. De stierenvechterskunst maakt volgens het hof deel uit van het Spaanse cultureel erfgoed. Daarover heeft de Spaanse staat het laatste woord, stellen de rechters, en niet Catalonië.

De rechtszaak maakt deel uit van het voortdurende getouwtrek om de macht tussen de Spaanse staat en Catalonië. Een meerderheid van de parlementariërs in Catalonië wil zich afscheiden van Spanje. Alles wat symbool staat voor Spanje moet het ontgelden, te beginnen met stierenvechten.

Dat begon in Barcelona in 1387 en eindigde op 25 september 2011. De torero's van dienst waren die dag geniaal, stond in de kranten, zowel met de cape als met de stok-met-rode-lap. Ze verlieten de arena die laatste keer op de schouders. Dat was het moment waarop iemand een bord in de lucht stak: 'Het zal doorgaan.' Krijgt hij nu gelijk?

Het Catalaanse parlement verbood het stierenvechten, omdat ze het dierenmishandeling vond. 'Het dier lijdt pijn, veel pijn', zei de vertegenwoordiger van Catalaans Republikeins Links destijds. 'Het verbod betekent morele vooruitgang. Laten we een humanere, verantwoordelijkere samenleving maken.'

Verbod op stierenvechten Catalonië ongedaan gemaakt
Beeld AP

Artistieke vrijheid

Bij de voorstanders van het stierenvechten was twijfel over de oprechtheid van die woorden. 'Dit debat gaat niet over de bescherming van dieren', meende Albert Rivera, tegenwoordig de leider van de vierde landelijke partij, Burgers (Ciudadanos). Met het verbod zou Catalonië zich vooral willen afzetten tegen Madrid.

De senaatsfractie van de conservatieve Partido Popular (PP, Volkspartij) diende onmiddellijk na het verbod op stierenvechten een klacht in bij het Grondwettelijk Hof. Er was van alles in het geding: van de artistieke vrijheid, tot de plicht om de toegang tot cultuur en historisch erfgoed te bevorderen, tot de gelijkheid tussen alle Spanjaarden.

In 2015 werd vlug een wet aangenomen die het stierenvechten verklaarde tot immaterieel cultureel erfgoed. Voor het Grondwettelijk Hof bevestigde dat nog eens het belang van het behoud van het stierenvechten.

Het Grondwettelijk Hof mag zeggen wat ze wil, we voorkomen dat dieren worden mishandeld
Ada Colau, burgemeester van Barcelona

De hulp van het Grondwettelijk Hof wordt vaker ingeroepen door conservatieve politici in Madrid. Vorige week nog besloot een aantal Catalaanse gemeenteraadsleden gewoon aan het werk te gaan op de Spaanse Nationale Feestdag. Tegen hen werd meteen een rechtszaak aangespannen.

Zelfs de voormalige regiopremier Artur Mas wordt vervolgd. Hij organiseerde in 2014 een ongrondwettelijke volksraadpleging over onafhankelijkheid. Wegens 'ernstige ongehoorzaamheid' dreigt hij nu tien jaar lang geen politiek ambt te mogen bekleden.

Het is de vraag of de stieren werkelijk weer hun intrede zullen doen. In Catalonië was alleen een arena in Barcelona, La Monumental, nog in gebruik. De bezoekersaantallen liepen er al jaren terug. Vooral toeristen kwamen kijken. De Catalaanse hoofdstad piekert er niet over nu opnieuw stieren toe te laten. 'Het Grondwettelijk Hof mag zeggen wat ze wil, we zullen voorkomen dat dieren worden mishandeld', twitterde de linkse burgemeester van Barcelona, Ada Colau, donderdag en met haar vele anderen.

Hypocrisie

Ook de regering van Catalonië zal 'al het mogelijk doen om te voorkomen dat het stierenvechten terugkeert in ons land', zei de Catalaanse minister voor Ruimtelijke Ordening, Josep Rull. In Catalonië zijn ze heel bedreven geworden in het omzeilen van de uitspraken van het Grondwettelijk Hof, zo liet de regionale regering weten. 'Er zijn veel instrumenten om dit spektakel waarin een dier ernstig wordt verwond en gedood onmogelijk te maken', aldus Rull.

Hij herinnerde eraan dat er niets aan de hand was toen de Canarische Eilanden het stierenvechten verboden. Dat was al in 1991. 'Dit vonnis van het Grondwettelijk Hof is ingegeven door een politieke beweegreden', concludeert Rull.

Maar hypocrisie is er van twee kanten. Vlak nadat het stierenvechten werd verboden, sprak een overweldigende meerderheid van het Catalaanse parlement zich uit vóór het optreden van stieren bij volksfeesten. Het was geen probleem, vond men, om stieren door de straten te jagen met brandende fakkels op hun kop of een touw om hun horens. De Catalaanse nationalisten hielden vol dat het grote verschil is dat de dieren daarbij na afloop niet worden gedood.

Dierenbeschermers spraken echter evengoed van dierenmishandeling, door de stress en angst bij de stieren. Blijkbaar, zeiden ze, telde het electorale belang zwaarder: een paar weken later waren er in Catalonië verkiezingen.

Hypocrisie
Beeld AFP