Direct naar artikelinhoud
Opinie

'Zo goed debatteerde Pim Fortuyn niet'

Tien jaar na het lijsttrekkersdebat van 6 maart 2002 krijgt Pim Fortuyn meer krediet dan hem toekomt, en is de rol van Paul Witteman twijfelachtig te noemen, vindt Menno Ong.

Fortuyn en Melkert na afloop van het debat.Beeld ANP

Het was deze week tien jaar geleden dat Pim Fortuyn zijn doorbraak in de politiek beleefde: Als lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam behaalde Fortuyn toen een grote overwinning bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het televisiedebat na afloop van die verkiezingen baarde veel opzien, deze week is daaraan veel aandacht besteed. Terecht, want het was een moment in onze recente geschiedenis dat het einde markeerde van de oude politieke verhoudingen. Na deze verkiezingsdag was alles anders. Sommigen beschouwden die ommekeer als een grote verbeteringen, anderen dachten en denken daar anders over.

In alle media-uitingen van de afgelopen dagen valt op dat Fortuyn vrijwel zonder uitzondering als een begaafd, scherpzinnig en wellevend debater wordt neergezet, terwijl voor discussievaardigheden van de toenmalige voorlieden van PvdA en VVD, Ad Melkert en Hans Dijkstal, een negatief oordeel is weggelegd. In de documentaire die de AVRO deze week over dit debat uitzond en in verschillende praatprogramma's, mocht de debatleider van toen, Paul Witteman, dit oordeel breeduit bevestigen.

Verblind door minachting
Maar wat gebeurde er nu eigenlijk echt tijdens dat debat op 6 maart 2002? Lieten Melkert en Dijkstal zich werkelijk, totaal verblind door hun minachting en haat, als makke schapen door de bijdehante Fortuyn de kaas van het brood eten? Was Fortuyn echt zo scherpzinnig, zo to the point, zo modern, zo snel en slim? En stelde Witteman zich eigenlijk wel op zoals het een onafhankelijk debatleider betaamt: als onbevooroordeelde ordehandhaver in een debat dat volgens aan alle deelnemers bekende regels verloopt?

Ik heb daar, terugkijkend, een ander oordeel over dan wat ik de afgelopen dagen in brede kring heb horen verkondigen. Natuurlijk, het optreden van Melkert en Dijkstal was niet ijzersterk. Beide heren waren zichtbaar uit hun hum. Maar wie zou dat na een dergelijke verkiezingsuitslag niet zijn geweest? Dat Dijkstal uiteindelijk voortijdig van tafel liep, was ronduit lomp en (dus) uit pr-oogpunt zeer onverstandig.

Joligheden
Maar er waren wel wat bijzondere omstandigheden. In tegenstelling tot wat wordt beweerd, was Fortuyn die avond niet de gentleman die hij doorgaans voorgaf te zijn. Hij onderbrak zijn debatpartners voortdurend, praatte door de andere deelnemers heen, eiste alle aandacht op en veroorloofde zich joligheden die met de ernst van het gesprek niet strookten.

Het beeld, als zou Fortuyn zich joyeus hebben opgesteld en daarbij op een muur van onwil en kilte bij Dijkstal en Melkert zou zijn gestuit, is op zijn minst eenzijdig. Hij was onbeleefd, ongeremd, op het onbeschofte af. Melkert en Dijkstal waren die avond niet op hun vrolijkst, maar het verloop van de daaraan voorafgegane verkiezingen en het gedrag van Fortuyn gaven daarvoor ook geen enkele andere aanleiding.

Rol Paul Witteman
Het debat verliep chaotisch. Constant waren mensen onverstaanbaar doordat zij door elkaar spraken. Dat had allemaal niet zo hoeven zijn als Paul Witteman zijn rol had vervuld op de wijze die van hem mocht worden verwacht. Tot dat moment hadden hij en zijn vakgenoten zulke debatten doorgaans vrij strak geleid. Om de een of andere reden deed hij dat op deze avond niet.

Sterker nog: hij was zichtbaar in zijn nopjes toen het tussen Fortuyn enerzijds en de vertegenwoordigers van de 'oude' partijen uit de hand liep, en riep met name Melkert nog tijdens het debat ter verantwoording voor de wijze waarop die Fortuyn behandelde. Over de ronduit onbeleefde houding van de laatste zweeg hij.

In de interviews die Witteman deze week gaf, geeft hij toe dat er sprake was van een trendbreuk, dat hij het debat bewust niet had gestructureerd. Hij rechtvaardigde dat door erop te wijzen dat de deelnemers aan het debat vooraf was gemeld dat het om een debat zou gaan en niet om een serie een-op-eeninterviews. Bij een debat, zo legde hij uit, mag van de deelnemers worden verwacht dat zij met elkaar, zonder tussenkomst van de moderator, in dialoog gaan. Melkert en Dijkstal hadden willens en wetens geweigerd dat te doen.

Vechtpartij
Op het eerste gezicht lijkt dat een plausibele redenering, maar bij nadere beschouwing houdt die geen stand. Allereerst omdat voor een debat niet kenmerkend is dat er geen regels zijn, en dat er niemand is die de naleving van die regels controleert. Denk maar aan debatten in de Tweede Kamer. Daarin speelt de voorzitter een cruciale rol. Zonder de voorzitter zou de politieke arena nog veel meer dan nu al het geval is, verruwen en verworden tot een (hopelijk slechts verbale) vechtpartij.

Wittemans rechtvaardiging van zijn op z'n best marginale rol is ook moeilijk te begrijpen omdat hij het voorheen altijd anders had gedaan. Zijn gesprekspartners mochten er, bij gebrek aan andere informatie, van uitgaan dat ook deze avond zou verlopen langs de lijnen van soortgelijke debatten in het verleden. Dat op de uitnodiging het woord 'debat' had gestaan, betekent niet dat de genodigden ervan hadden moeten uitgaan dat hun iets totaal anders te wachten stond dan bij voorgaande verkiezingen, een debat zonder merkbare leiding.

Bijterigheid
Concluderend: Fortuyn was op de bewuste avond veel minder wellevend en scherpzinnig dan velen nu beweren. Het optreden van Melkert en Dijkstal was, hoewel bepaald onhandig, achteraf best te begrijpen. En Paul Witteman, de grote man van het Nederlandse interview, speelde die bewuste avond een op zijn zachtst gezegd twijfelachtige rol.

Een trendbreuk was het zeker. Kijkend naar interviews en debatten die nu op de Nederlandse televisie te zien zijn, moet je constateren dat scherpte al te vaak met bijterigheid wordt verward, dat de rel gewenst, gestimuleerd en gefaciliteerd wordt en dat melige grappen serieuze discussies vaak vervuilen. Het bewierookte Pauw & Witteman is daarvan trouwens een treurig voorbeeld.

Menno Ong is juridisch kennisspecialist bij twee advocatenkantoren.

 
Paul Witteman was zichtbaar in zijn nopjes toen het tussen Fortuyn enerzijds en de vertegenwoordigers van de 'oude' partijen uit de hand liep