Direct naar artikelinhoud
Opinie

Veel te veel medische zorg is overbodig

Onnodige controles, zinloos doorbehandelen en overbodige medicatie zijn aan de orde van de dag.

Archiefbeeld ter illustratie.Beeld thinkstock

De Volkskrant meldt 'Artsen brengen 1.366 zinloze behandelingen in kaart' (voorpagina, 25 november). Eindelijk wordt men wakker. Als algemeen chirurg heb ik inclusief mijn opleiding 39 jaar gewerkt in middelgrote ziekenhuizen. In die jaren heb ik de zorg zien afglijden naar een consumptierecht voor verzekerden en een onuitputtelijke bron van inkomsten voor de zorgverleners. De almaar stijgende kosten van de zorg zijn het gevolg van drie oorzaken: consumptiedrang bij het publiek, behandeldrift bij de hulpverleners en mismanagement bij de overheid en ambtelijke koepelorganisaties.

Consumptiedrang. Bijna niemand is bereid bij wat lichamelijke klachten het een poosje af te wachten. Terwijl toch bekend moet zijn dat 70 tot 80 procent van de klachten doorgaans spontaan verdwijnt in enkele dagen tot twee weken. Huisartsenposten en spoed-eisendehulp-posten worden overstroomd met onnodige zorgvragen. Veel te veel patiënten worden doorgestuurd naar de tweede lijn (specialistische zorg) of naar andere hulpverleners zoals fysiotherapeuten. Veel verzekerden eisen dat, want ze betalen toch premie! Een gewone foto van een verstuikte enkel moet direct gebeuren en minstens worden gevolgd door een ct-scan. 'Daar kun je veel meer op zien', hoor je vaak op een verjaardag zeggen. Sportspreekuren in ziekenhuizen versterken dit fenomeen.

De zorgconsument moet worden heropgevoed en onderwezen. Dit is een proces van tientallen jaren, te beginnen op de basisschool. Kennis van je eigen lichaam met adviezen over wat wel en niet moet bij allerlei dagelijkse problemen en over voeding en levensstijl zijn onontbeerlijk.

Behandeldrift. Hulpverleners zijn, vaak gedwongen door landelijke protocollen en druk van de de patiënt, veel te royaal met diagnostiek en behandelingen. Veel is niet nodig. Vooral de jongere artsen in opleiding doen van alles om zich in te dekken voor hun opleiders, die zich doorgaans elders in het ziekenhuis bevinden. Maar ook huisartsen en medisch specialisten zijn debet aan onnodige zorg. Dat ligt aan verschillen tussen artsen, die worden bepaald door de gevolgde opleiding, het karakter en de gewoonten binnen een maatschap of ziekenhuis. Een klein aantal artsen heeft financiële motieven om meer te doen dan noodzakelijk.

Emeritus hoogleraar sociale geneeskunde Doeke Post onderzocht bij een aantal ziekenhuizen het gedrag van medisch specialisten. Per honderd opeenvolgende gedeclareerde verwijskaarten aan de zorgverzekeraar werd gekeken welke behandeling de betreffende medisch specialist deed. De uitkomsten waren zo verschillend per ziekenhuis en specialisten van dezelfde soort, dat er destijds op locatie gesprekken zijn gevoerd over de bestaande verschillen tussen artsen. Zonder succes.

Onnodige controles, zinloos doorbehandelen en overbodige medicatie zijn aan de orde van de dag. Allemaal goed bedoeld! Laboratoriumonderzoek, röntgendiagnostiek en herhaalrecepten worden te gemakkelijk aangevraagd. Oudere mensen hebben vaak plastic zakken vol medicijnen bij zich als ze in het ziekenhuis komen. 'De dokter vond dat nodig', krijg je dan te horen. Jarenlang werden voorgedrukte herhalingsrecepten uitgeschreven na een telefoontje of e-mail. Waar zijn de ijkmomenten?

`Fysiotherapie wordt te pas en te onpas voorgeschreven.'

Ook fysiotherapie wordt te pas en te onpas voorgeschreven. Resultaten zijn immers onbewezen. De tijd die een fysiotherapeut doorgaans nodig heeft voor een behandeling is ook de tijd waarin veel klachten spontaan verdwijnen. Circa 70 procent van de fysiotherapeutische zorg is overbodig, mits de patiënt goede oefeninstructies krijgt van de behandelend arts. Alleen mensen die niet in staat zijn zelf te oefenen dienen begeleid te worden. Niet noodzakelijke fysiotherapie moet niet worden betaald uit het collectief. Dat geldt ook voor bijna alle cosmetische behandelingen. Ook de traumaheli is in Nederland een voorbeeld van niet noodzakelijke zorg. Een incidenteel succes rechtvaardigt niet de hoge kosten voor het collectief.

Genoemde items zijn slechts een fractie van de niet noodzakelijke zorg. Alle ruim twintig wetenschappelijke verenigingen zouden moeten aangeven welke zorg op hun gebied moet worden gezien als niet noodzakelijk.

Mismanagement. Dit vindt plaats op alle zorgniveaus. De problematiek is zo pluriform, dat het bijkans onmogelijk is alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Hierdoor is een Kafka-achtige organisatie ontstaan die zichzelf in stand houdt door een tsunami aan rapporten, nota's, beleidssuggesties en stelselwijzigingen te produceren. Hier wordt zo lang over vergaderd dat uiteindelijk niemand meer weet wat nu precies het doel was en weer overgaat tot de orde van de dag. Hier moet de bezem door.

'De zorgconsument moet worden heropgevoed en onderwezen.'

De grote zorgverzekeraars zouden hier het initiatief kunnen nemen. Niet de artsenorganisaties zelf (niet objectief) en ook niet de overheid (onvoldoende medische kennis). Verzekeraars zouden dan zelf over een team van oudere ervaren artsen moeten beschikken en vervolgens met de wetenschappelijke verenigingen vaststellen wat noodzakelijke zorg is. Parallel hieraan zou men als eerste een begrijpelijk declaratiesysteem moeten invoeren.

De overheid heeft een faciliterende rol, benoemt een klein aantal adviesorganen en is verantwoordelijk voor de wettelijke verankering en budgettering van de zorg, waarbij een taakstellende begroting (afhankelijk van de jaarlijkse economische groei) een sturend element is. Dus marktwerking met vrijheid in gebondenheid.

Het moet eenvoudiger. Een Nationaal Zorgfonds versterkt de Kafka-geest en zal de consumptie van niet noodzakelijke zorg doen toenemen. Dus ook de kosten.

Jan F. Groeneveld is oud-algemeen chirurg.

Fysiotherapie wordt te pas en te onpas voorgeschreven