Het verhaal over een pot goud aan het eind van de regenboog komt uit de Ierse folklore. Kabouterwezentjes – leprechauns – zouden hun goud aan het eind van de regenboog verstoppen.
Hoewel het verhaal over kaboutergoud nogal fantasierijk klinkt, heeft het mogelijk een historische oorsprong, die te maken heeft met zogeheten regenboogschoteltjes.
Regenboogschoteltjes zijn gouden, schaalvormige munten die door het Keltische volk werden gemaakt, honderden jaren voor onze jaartelling.