De Kelten
De volkeren die nu collectief benoemd worden als 'de Kelten' werden in klassieke bronnen ook aangeduid als 'Galli' (Romeinse historici) of 'Galatae' (Griekse bronnen en Polybius). Deze benamingen werden door schrijvers uit de 1e eeuw v Chr gezien als synoniemen voor het Griekse 'Keltoi' en het Latijnse 'Celtae'. Zo schreef Julius Caesar over de inwoners van Gallië: "Wij noemen hen Galliërs, maar in hun eigen taal noemen zij zichzelf Kelten.".
De muntslag
Vanaf de 1ste eeuw voor Christus kreeg een nieuwe elite de muntslag in handen. De nieuwe muntheren zorgden voor een nieuw iconografisch programma, geïnspireerd op de oorlogsvoering. Wapens en opgetuigde paarden prijken op de keerzijde en gehelmde personages op de voorzijde. De beelden verwijzen meer naar de persoon van de leider en minder naar de groep. Vanaf dat ogenblik kan men duidelijk twee iconografische stromingen onderscheiden in de Keltische muntslag: het nieuwe repertorium en de oude vormentaal. In beide gevallen echter spelen propagandadoeleinden een rol. Sommige Gallische edelen vermeldden hun naam in het Grieks of het Latijn op hun munten en zetten zo hun opvoeding en interesse voor de antieke cultuur in de verf. Het paard speelde een prestigieuse rol in de Gallische samenleving en komt als beeldenaar zeer veel voor op de munten. Het verwijst oorspronkelijk naar het vierspan op de Griekse stater die model stond. Geleidelijk aan treedt de Keltische vormentaal in de plaats: het rijtuig is herleid tot enkel nog een wiel en het paard wordt op een zeer gestileerde manier weergegeven.