. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 38 Binnen in de batok vindt men het zaad met een dunne, vliezige zaadhuid die tegen den binnenwand van de batok aanHgt. Het zaad bevat veel vetrijk kiemwit, het vleesch, met een groote holte in het midden die oorspronkelijk met vocht gevuld is. In het kiemwit ligt aan den eenen kant, den steelkant, daar waar de batok drie oogen vertoont, een kleine kiem. Bij de kieming komt het jonge plantje door één van de drie oogen naar buiten. Het kiemplantje ver- toont eerst eenige scheedevormige bladeren, langzamerhand volgen bla- deren m

. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 38 Binnen in de batok vindt men het zaad met een dunne, vliezige zaadhuid die tegen den binnenwand van de batok aanHgt. Het zaad bevat veel vetrijk kiemwit, het vleesch, met een groote holte in het midden die oorspronkelijk met vocht gevuld is. In het kiemwit ligt aan den eenen kant, den steelkant, daar waar de batok drie oogen vertoont, een kleine kiem. Bij de kieming komt het jonge plantje door één van de drie oogen naar buiten. Het kiemplantje ver- toont eerst eenige scheedevormige bladeren, langzamerhand volgen bla- deren m Stock Photo
Preview

Image details

Contributor:

Library Book Collection / Alamy Stock Photo

Image ID:

RHT346

File size:

7.2 MB (393.5 KB Compressed download)

Releases:

Model - no | Property - noDo I need a release?

Dimensions:

1148 x 2177 px | 19.4 x 36.9 cm | 7.7 x 14.5 inches | 150dpi

More information:

This image is a public domain image, which means either that copyright has expired in the image or the copyright holder has waived their copyright. Alamy charges you a fee for access to the high resolution copy of the image.

This image could have imperfections as it’s either historical or reportage.

. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 38 Binnen in de batok vindt men het zaad met een dunne, vliezige zaadhuid die tegen den binnenwand van de batok aanHgt. Het zaad bevat veel vetrijk kiemwit, het vleesch, met een groote holte in het midden die oorspronkelijk met vocht gevuld is. In het kiemwit ligt aan den eenen kant, den steelkant, daar waar de batok drie oogen vertoont, een kleine kiem. Bij de kieming komt het jonge plantje door één van de drie oogen naar buiten. Het kiemplantje ver- toont eerst eenige scheedevormige bladeren, langzamerhand volgen bla- deren met een steel waarvan de l3laadjes blijven samenhangen;iedere nieuwe geleding van den stam is dikker dan de voorafgaande totdat op een leeftijd van anderhalf a twee jaar er normale bladeren gevormd worden en geledingen die de nor- male dikte vertoonen. De wortels van het kiemplantje blijven de eerste maanden binnen in de vezelige vruchtschil verborgen, eerst wanneer de kiemplant een tamelijke grootte heeft bereikt, breken zij uit de vrucht- schil naar buiten. Een hoofd wortel of penwortel vindt men aan de klap- perboomen niet, de wortels van den klapperboom en van andere palmen zijn alle zoogenaamde bijwortels, die uit de geledingen van den stengel ontspringen. Binnen in de holte van het zaad vindt men l)ij den kiemenden klapper een eigenaardig sponsachtig lichaam, de kentos. Door bemiddeling van dit orgaan wordt het vleesch langzamerhand opgezogen om voor den groei van de jonge kiemplant gebruikt te worden. Van de zeer talrijke familieleden van den klapper noemen wij er voorloopig slechts één, de nipahpalm die op moerassig terrein, nabij de zeekust, aan de oevers van riviermondingen en lagunen overal in Indië wordt aangetroffen en daar dan niet zelden in gezelschap van den klapper is te vinden. In fig. 42 zien wij deze twee vertegenwoordigers van de groote familie der palmen te. Fig. 43. Vrucht van de Nipah- palm, iets verkleind.. Please note that these images are extract